|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Rechts-populistische country bestormt de Amerikaanse hitlijsten
Rechts-populistische country bestormt de Amerikaanse hitlijsten, en verdeelt het land
Rechts Amerika is verrukt over een countryliedje over pedofiele politieke elites, dat vanuit het niets op 1 in de hitparade binnenkwam. Het past binnen een bredere trend. De eerste vraag bij het eerste Republikeinse debat vorige week ging niet over politieke standpunten, of over de positie van Donald Trump, maar over de nieuwste nummer 1 in de Billboard Hot 100. Wat betekende, volgens de kandidaten, het succes van Rich Men North Of Richmond? De vraag alleen al leverde gejuich op van het publiek. Het is snel gegaan met Oliver Anthony, een jonge, roodharige countryzanger die een paar weken geleden nog volstrekt onbekend was. Begin augustus zette hij een filmpje van zijn nieuwe nummer online. De ‘rijke mannen ten noorden van Richmond’ waar hij met zijn rauwe stem over zingt, zijn de mannen uit hoofdstad Washington DC, die volgens de tekst ‘totale controle’ willen over de gedachten van iedereen, terwijl de zanger overuren draait voor een ‘bullshit-salaris’. Het gaat óók over de Republikeinen In interviews vertelde Anthony sindsdien dat hij politiek ‘precies in het midden’ staat, en hij liet zich ook schamper uit over de Republikeinse politici die tijdens het debat dweepten met zijn nummer: dat ging namelijk ook over hén, niet alleen over de Democraten. Toch somt zijn tekst vooral rechts-populistische stokpaardjes op: de inflatie is te hoog, de belastingen ook, en die worden besteed aan obese bijstandstrekkers. Ook zinspeelt Anthony op een samenzweringstheorie over pedofiele elites, als hij klaagt dat de politici niets voor mijnwerkers (‘miners’) doen, omdat ze meer bezig zijn met minderjarigen (‘minors’). De tekst raakte dus vooral een zenuw bij rechts Amerika, en werd online gedeeld door meerdere radicaal-rechtse politici. De geconcentreerde aandacht leidde tot een hitparaderecord: toen de nieuwe Billboard Hot 100 vorige week uitkwam, debuteerde het liedje op 1 – een primeur voor een artiest die nog nooit eerder in de hitlijsten had gestaan. Een simpele jongen met een gitaar Intussen verhoudt progressief Amerika zich handenwringend tot de populariteit van het liedje. Dat – zo is de teneur in de commentaren – maakt weliswaar goede punten over hoe laaggeschoolde arbeid onderbetaald wordt, maar geeft de schuld daarvan ten onrechte aan belastingen en uitkeringen, in plaats van aan het kapitalisme. “Hier zien we het rijke repertoire aan technieken van het rechts-populisme om de verontwaardiging van de arbeidersklasse weg te leiden van de kernbelangen van de begunstigden van de ongelijkheid”, aldus een essay in New York Magazine, in zinnen die toch net iets minder door de ziel snijden dan de hartenkreten van Oliver Anthony zelf. En als Anthony zegt dat hij gewoon een simpele jongen met een gitaar is, die niets wil weten van grote platenmaatschappijen en die daardoor zoveel mensen aanspreekt, dan wijzen sommige commentatoren er verontwaardigd op dat zijn liedje alleen maar op 1 is gekomen dankzij een gecoördineerde campagne van allerlei conservatieve belangen. Dat zal geholpen hebben, maar zulke campagnes – astroturfing, in jargon – zijn zo oud als de hitparade zelf, en worden voor veel liedjes gevoerd. Dat het bij Oliver Anthony lukte, heeft toch ook iets met de aantrekkingskracht van het nummer te maken. Black Lives Matter-protesten Zijn succes staat bovendien niet op zichzelf. Country zit in de lift in de VS. Een paar jaar geleden was zoiets ondenkbaar, maar ook de nummers 2 en 3 in de Amerikaanse hitlijsten woorden bezet door country-artiesten. En onlangs stond er al een ander controversieel countrynummer op 1, Try That in a Small Town van Jason Aldean. In dat nummer zingt Aldean over mensen die winkels beroven en de Amerikaanse vlag onteren. “Probeer dat eens in een kleine stad. Kijk hoe ver je komt.” Vooral de videoclip zorgde voor commotie: daarin werden beelden getoond van Black Lives Matter-protesten, die Aldean kennelijk verwerpelijk vond, terwijl hij zelf stond te zingen voor een gerechtsgebouw dat ooit het toneel was van lynchpartijen van zwarte Amerikanen. Juist de ophef erover leek het nummer naar de toppositie in de hitlijsten op te stuwen. Country is een genre dat van oudsher naar rechts neigt. Dat merkten de Dixie Chicks in 2003 al. Zij waren toen zo'n beetje de grootste country-artiesten, tot ze zich uitspraken tegen de oorlog in Irak. Ze werden vrijwel direct gecanceld, zoals je dat tegenwoordig zou noemen: hun shows werden afgezegd, hun muziek van de radio gehaald. Kleine stadjes en stedelijke elites Dat wil niet zeggen dat alle country zich klakkeloos in dat stramien voegt. Waar Oliver Anthony en Jason Aldean zich heel expliciet scharen achter de mentaliteit van het Amerika van de kleine stadjes, tegenover de verdorven stedelijke elites, klinkt op nummer twee in de hitparades een andere toon. Hier zou content moeten staan van bijv. Twitter, Facebook of Instagram Om u deze content te kunnen laten zien, hebben wij uw toestemming nodig om cookies te plaatsen. Open uw cookie-instellingen om te kiezen welke cookies u wilt accepteren. Voor een optimale gebruikservaring van onze site selecteert u "Accepteer alles". U kunt ook alleen de sociale content aanzetten: vink hiervoor "Cookies accepteren van sociale media" aan. Daar staat nu countryzanger Luke Combs. Die laat zich niet over politiek uit, maar heeft zich wel nadrukkelijk geëxcuseerd voor de beelden van een confederatie-vlag waar hij als jongeling ooit in de buurt van optrad. “Als jongeman associeerde ik dat beeld met iets anders”, zei hij. “Maar er is geen excuus voor die beelden.” Het nummer waarmee hij nu een hit scoort, is een cover van Fast Car, van de zwarte zangeres Tracy Chapman. In de tekst van dat nummer zijn het juist de lichten van de grote stad, die een ontsnapping beloven aan het benauwende leven in een klein stadje. Trouw, 28-08-2023 (Seije Slager) |