actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Sociaal-wetenschappelijke achtergronden
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 16th September 2007, 18:25
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Individu versus massa

Individu versus massa - Waarom David Grossman over de holocaust moet schrijven


David Grossman sprak op 4 september de openingsrede uit voor het Internationaal Literatuurfestival van Berlijn. 'Misschien is de wereld waarin we leven niet zo eenduidig in zijn wreedheid als die van de nazi's, toch zijn er mechanismen aan het werk met gelijkaardige principes.'



Ik ben geboren en getogen in Jeruzalem, in een buurt en in een familie waar mensen het woord 'Duitsland' niet over hun lippen kregen. Ze vonden het ook moeilijk om de 'Holocaust' bij naam te noemen en ze spraken enkel over 'wat daar gebeurd is'.

Een interessante vaststelling: wanneer Joden het hebben over de Holocaust, is dat altijd in termen van wat 'daar' gebeurd is, terwijl niet-Joden spreken van 'wat toen gebeurd is'. Er is een enorm verschil tussen daar en toen. 'Toen' betekent in de verleden tijd; 'toen' impliceert iets dat gebeurd en voorbij is. Terwijl 'daar' net veronderstelt dat ergens in de verte het gebeurde nog altijd doorgaat en dat het opnieuw kan uitbarsten. Het is niet definitief voorbij. Zeker niet voor ons, Joden.

Als kind hoorde ik vaak de term 'het nazi-monster'. Wanneer ik aan volwassenen vroeg wie dat monster was, zegden ze dat er dingen zijn die een kind beter niet weet. Jaren later schreef ik in See Under: Love over Momik, de zoon van overlevenden van de Holocaust die hem nooit vertellen wat 'daar' gebeurd is. De doodsbenauwde Momik beeldt zich het nazi-beest in als een echt monster dat heerst over een land dat 'daar' heet, waar het mensen foltert en een volwaardig leven ontzegt.

Toen ik vier was, hoorde ik voor het eerst van Simon Wiesenthal, de nazi-jager. Wat een opluchting: eindelijk iemand dapper genoeg om het monster aan te pakken! Had ik kunnen schrijven, dan zou ik een brief aan Wiesenthal gericht hebben met alle vragen die me bezighielden, omdat ik ervan uitging dat deze jager zijn prooi wel tot in de puntjes moest kennen.

Mijn generatie, de kinderen van de vroege jaren vijftig in Israël, leefde in een overbevolkte stilte. Elke nacht werden mensen schreeuwend wakker uit hun nachtmerries. Meer dan eens stokte de conversatie wanneer wij een kamer binnenwandelden. Af en toe pikten we een fragment op: 'De laatste keer dat ik hem zag, was in de Himmelstrasse in Treblinka', of 'Ze verloor haar beide kinderen tijdens de eerste Actie'.

Ongeveer twintig jaar geleden, toen mijn oudste zoon drie was, hielden ze zoals elk jaar op de peuterschool een herdenking van de Holocaust. Toen mijn zoon thuiskwam, was hij verward en bang. 'Papa, wat zijn nazi's? Wat hebben ze gedaan? Waarom hebben ze het gedaan?' Ik vertelde het hem niet. Ik, die was opgegroeid te midden van de stilte en het verbrokkelde gefluister dat me opgezadeld had met zoveel angsten, die een boek geschreven had over een jongen die bijna gek wordt van zijn ouders' stilzwijgen, ik begreep plots mijn ouders die ervoor gekozen hadden om hun lippen dicht te knijpen.

Ik voelde dat als ik het hem zou vertellen, de puurheid van mijn driejarige zoon zou aangetast worden; dat hij nooit meer hetzelfde kind zou zijn.

Hij zou niet langer een kind zijn.

Toen See Under: Love uitkwam, schreven critici dat ik tot de 'tweede generatie' behoorde, dat ik de zoon was van 'overlevenden van de Holocaust'. Dat ben ik niet. In 1936 emigreerde mijn vader als kind van Polen naar Palestina. Mijn moeder werd geboren in Palestina, voor de stichting van de staat Israël.

En toch ben ik het wel. Ik ben de zoon van de 'overlevenden van de Holocaust' omdat er in mijn huis, net zoals in zovele Israëlische huizen, een web van angst lag gesponnen, waar je bij elke beweging mee in aanraking kwam. Een wantrouwen tegenover de mens en wat er op elk moment zou kunnen uit opborrelen.

Elke aanwezigheid was de echo van een afwezigheid. Het leven, tot in de meest triviale afwegingen - 'mag het kind mee op schoolreis?' of 'is het de moeite om het appartement te renoveren?' - echode wat daar gebeurd was: al die dingen die erin geslaagd waren om daar te overleven, en alle dingen die het niet hadden overleefd.

Dit werd nog nadrukkelijker naarmate er grote beslissingen op tafel lagen: welk beroep zouden we kiezen? Moeten we rechts of links stemmen? Trouwen of single blijven? Nog een kind krijgen? Is het sowieso een goed idee om een kind in deze wereld te brengen? Al deze besluiten en daden, klein en groot, zwollen aan tot een bijna bovenmenselijke inspanning om een dunne mantel van alledaagsheid te weven over die gruwel. Een inspanning om onszelf ervan te overtuigen dat we in staat zijn om te blijven kiezen voor het leven.

Het gevoel overheerste - één waarvoor we geen woorden hadden - dat voor ons, Joden, de dood de enige directe gesprekspartner was. Dat het leven, zelfs al was het vervuld van de hoop van een nieuwe natie, nog altijd een enorme inspanning vergde om de angst voor de dood af te schudden.

Je kan zeggen dat dit in feite de basis is van de menselijke conditie. Dat is ook zo, maar voor ons ging het gepaard met dagelijkse herinneringen, open wonden en verse littekens.

In het Israël van de jaren vijftig en zestig, en niet enkel in periodes van extreme wanhoop, maar net op die momenten dat de grote opwinding rond de 'opbouw van de natie' even verzwakte, de momenten waarop we er minder hard van overtuigd waren dat we een mirakel waren van hernieuwing, in die schemerzone van de ziel, voelden we onmiddellijk de ijzige band rond ons hart verstrakken met de stille maar niet mis te verstane boodschap hoe snel het leven wel niet uitdooft. De dood is echt, al de rest is een illusie.

Van toen ik wist dat ik auteur zou worden, wist ik dat ik over de Holocaust zou schrijven. Wellicht omdat ik al vroeg het gevoel had dat alle boeken die ik las over de Holocaust, een aantal eenvoudige maar essentiële vragen onbeantwoord lieten. Die vragen moest ik aan mezelf stellen en ze in mijn eigen woorden beantwoorden.

Ik werd me ervan bewust dat ik mijn leven in Israël niet ten gronde zou kunnen bevatten, als man, als vader, als schrijver, als Jood, tot ik zou schrijven over mijn niet-geleefde leven, daar, in de Holocaust. En over wat er met me zou gebeurd zijn als ik daar was geweest als slachtoffer, of als één van de moordenaars.

Ik moest beide kanten weten.

Als ik een Jood was onder het nazi-regime, wat zou ik dan gedaan hebben om iets van mezelf te redden, in een realiteit waarin mensen niet enkel gestript werden van hun kleren, maar ook van hun namen, zodat ze een nummer werden, getatoeëerd op een arm? Een realiteit waarin mensen werden gedegradeerd tot ze niets meer zijn dan vlees en bloed bestemd voor vernietiging.

Wat was het dat de menselijke vonk in mezelf kon vrijwaren, in een realiteit die er volledig op gericht was om hem te doen uitdoven? Een vraag die je enkel voor jezelf kan beantwoorden. Maar misschien kan ik een richting aangeven.

Volgens de Joodse traditie heeft elke persoon een klein bot in zijn lichaam, 'luz' genaamd, dat de essentie van zijn ziel bevat. Dit beentje kan niet vernietigd worden. Zelfs wanneer het hele lichaam in stukken wordt gebroken, verpletterd of verbrand. Volgens het geloof zal dit beentje de bron zijn van de wederopstanding.

Degenen onder jullie die graag hun eigen antwoord vinden op de vraag, kunnen er zich op weg naar huis over bezinnen: wat is de finale vonk die overblijft in mij wanneer al het andere is uitgedoofd? Wat bundelt zoveel kracht in zich dat ik er opnieuw zal uit ontstaan, als in een ultieme, intieme 'bigbang'?

Af en toe vraag ik aan mensen wat zij denken dat hun luz is. Vele schrijvers hebben me verteld dat de creativiteit hun luz is. Religieuze mensen zeiden vaak dat hun luz de goddelijke vonk is die ze voelen. Na lang nadenken antwoordde één vriend: vaderschap. Een andere vriend zei dat haar luz de hunkering was naar de dingen en de mensen die ze miste. Een vrouw van negentig sprak van de liefde van haar leven, een man die zestig jaar voordien zelfmoord had gepleegd.

De tweede vraag die ik stelde tijdens het schrijven van See Under: Love hangt nauw samen met de eerste: ik vroeg me af hoe een doodgewone persoon - wat de meeste nazi's waren - een onderdeel kan worden van een apparaat voor massamoord. Wat moet ik doden in mezelf om in staat te zijn een heel volk te willen vernietigen, of om dat stilzwijgend te aanvaarden?

Ben ik zelf op dit eigenste moment, bewust of onbewust, medeplichtig aan één of ander proces dat als doel heeft een groep mensen in het onheil te storten?

'De dood van een mens is een tragedie,' zei Stalin, 'maar de dood van miljoenen is niks meer dan statistiek.' Hoe komt het dat tragedies statistieken worden? De meesten onder ons slagen erin een leven te leiden van totale onverschilligheid tegenover het lijden van hele naties.

Intellectueel en emotioneel slagen we erin het causale verband te ontbinden tussen onze economische overvloed en de armoede van anderen. Die 'anderen' leven in zulke afschuwelijke omstandigheden dat ze vaak niet in staat zijn de vragen te stellen die ik hier stel. Niet ver van ons gebeuren verschrikkelijke dingen, waarvoor we weigeren ook maar enige verantwoordelijkheid te dragen. Het komt ons goed uit om op te gaan in de massa, een menigte zonder gezicht, zonder identiteit, gezuiverd van schuld.

Misschien is het enkel in die globale realiteit, waar zo'n groot stuk zich afspeelt in een massadimensie, dat we zo onverschillig kunnen blijven voor massavernietiging. Het is dezelfde onverschilligheid die de wereld keer op keer tentoonspreidt, tijdens de Armeense Holocaust of de Joodse Holocaust, in Rwanda of in Bosnië, in Congo, in Darfour.

Misschien is dat de grote vraag: op welk moment ga ik deel uitmaken van die massa?

Er zijn meerdere manieren om het proces te beschrijven waardoor een individu opgeslokt wordt door de menigte. Omdat we hier allemaal mensen zijn van de taal, kies ik de manier die het dichtst bij ons ligt: ik word een onderdeel van de massa wanneer ik het recht om te denken en mijn eigen woorden te formuleren, opgeef in ruil voor de kritiekloze aanvaarding van de taal die anderen dicteren. Wanneer ik ermee ophoud mijn eigen keuzes te formuleren en de morele compromissen die ik maak.

We weten dat de massa niet kan bestaan zonder massataal - een taal die de meerderheid consolideert en ze aanzet tot een bepaald gedrag, met rechtvaardiging voor haar daden en vereenvoudiging van de tegenstellingen die ze tegenkomt.

Om de botsing te illustreren tussen een individu en de 'massataal', of tussen tragedie en statistiek, wil ik het hebben over de Pools-Joodse auteur Bruno Schulz en de moord op hem tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het getto van Drohobycz dwong een SS-officier Schulz om muurschilderingen te maken bij hem thuis. Een nazi-commandant die overhoop lag met de SS-officier, kwam Bruno Schulz tegen op straat. Hij trok zijn pistool en schoot Schulz dood om zijn meester te kwetsen. Daarop ging hij naar zijn rivaal: 'Ik heb je Jood vermoord.' 'Oké,' antwoordde de officier, 'dan zal ik jouw Jood vermoorden.'

Ik kwam in contact met dit verhaal kort nadat ik Bruno Schulz gelezen had. Ik herinner me dat ik het boek dicht deed, mijn huis verliet en uren rondwandelde als in een mist. Ik wilde niet meer leven in een wereld die zulke dingen toelaat. En zulke mensen.

Ik heb See Under: Love geschreven om mijn liefde voor het leven te herstellen. Misschien ook om te genezen van de belediging die ik voelde in naam van Bruno Schulz - de verontwaardiging over de manier waarop zijn moord werd 'uitgelegd'. De onmenselijke, brute omschrijving alsof menselijke wezens onderling inwisselbaar zijn. Alsof het louter statistieken zijn.

Omdat in het geval van Schulz elke flard realiteit vervuld is van persoonlijkheid. Elke zin die Schulz schrijft, is een protest tegen de terreur van banaliteit, routine, stupiditeit, stereotypes. Ik besefte dat hij me een sleutel aanreikte om over de Holocaust te schrijven. Niet louter schrijven over dood en vernietiging, maar over het leven, over wat de nazi's vernietigden.

*

Misschien is de wereld waarin we leven niet zo eenduidig in zijn wreedheid als die van de nazi's, toch zijn er mechanismen aan het werk met gelijkaardige principes. Mechanismen die het unieke van de mens verdoezelen en de verantwoordelijkheid voor het lot van anderen ontvluchten. Een wereld waarin fanatieke, fundamentalistische krachten lijken toe te nemen, terwijl anderen elke hoop op verandering voelen wegglijden.

Deze wereld wordt gedicteerd door wat we kennen als 'massamedia' of 'massacommunicatie'. De term stamt uit de jaren dertig. Maar zijn we ons vandaag wel ten volle bewust van de betekenis ervan? Hebben we oog voor het feit dat 'massamedia' tegenwoordig niet enkel media zijn ontworpen voor de massa, maar dat ze hun consumenten ook veranderen in een massa? Ze doen dat met vulgaire taal, met de overdreven vereenvoudiging en zelfgenoegzaamheid waarmee ze complexe problemen behandelen, met de kitsch waarin ze alles onderdompelen.

Een vluchtige blik zou je doen geloven dat de media wel degelijk focussen op personen. Maar dat is een illusie: alhoewel massamedia de nadruk leggen op het individu en het zelfs aanbidden, doen ze het uitsluitend op zichzelf terugplooien - zijn noden, zijn begrensde interesses. In eindeloze variaties bevrijden ze hem van wat hij maar al te graag kwijt wil: de verantwoordelijkheid voor zijn acties.

Deze media gehoorzamen aan een existentiële behoefte om de begeerte voortdurend te prikkelen. Hun echte doelstelling bestaat erin een sfeer van 'publieke veroordeling' of 'publieke zuivering' in stand te houden, die met de snelheid van het licht kan wijzigen. Het zappen is de boodschap.

*

Aan de wereld die ik beschreven heb, kan literatuur weinig veranderen. Maar ze kan wel manieren aanbieden om erin te leven. Wanneer ik een goed boek lees, ervaar ik een interne verheldering: mijn besef van het unieke karakter als persoon wordt gesterkt. De afgemeten stem die me bereikt van buitenaf, wekt stemmen op in mij. En zelfs als duizenden mensen hetzelfde boek lezen, dan nog staan we er elk apart tegenover. Een goed boek weekt het individu los uit de massa. Op haar best maakt literatuur ons een deelgenoot van het lot van anderen. Ik beweer niet dat dit gevoel ons aanzet tot actie, maar zonder dat gevoel is er geen gebaar uit empathie, betrokkenheid of verantwoordelijkheid mogelijk.

Op haar best kan literatuur het gevoel van belediging verzachten dat we voelen door de ontmenselijking van het leven in grote, anonieme, wereldgemeenschappen. De belediging onszelf te moeten beschrijven in groffe taal, in clichés, in veralgemeningen. De belediging te verworden tot een 'eendimensionale man', zoals Herbert Marcuse zei.

Literatuur geeft ons ook het gevoel dat er een manier bestaat om de wrede beschikking te bestrijden die ons lot beheerst. Lezen herstelt onze waardigheid en ons primaire gezicht, ons menselijke gezicht, dat bestond voordat het uitgevaagd werd te midden van de massa. Voor we geannexeerd werden, genationaliseerd en in bulk verkocht aan de laagste bieder.

Toen ik de laatste hand had gelegd aan See Under: Love, besefte ik dat ik het geschreven had om te zeggen dat wie een mens vernietigt, uiteindelijk een creatie vernietigt die uniek is, die nooit meer kan gereconstrueerd worden.

Dit is een ingekorte versie. De volledige tekst staat op:
www.standaard.be/grossman



DS, 15-09-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 17:17.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.