Het is een akkoord dat weinigen hadden zien aankomen: de onderhandelaars van de centrumrechtse regering zijn het erover eens dat de wettelijke pensioenleeftijd geleidelijk aan verhoogd wordt.

In 2025 wordt de pensioendrempel verhoogd naar 66 jaar, in 2030 naar 67 jaar. Daarmee wordt, met vijf jaar verschil, het voorbeeld van onder meer Nederland gevolgd. Daar vindt een identieke verhoging plaats, respectievelijk in 2020 en 2025. Ook in Duitsland gaat de pensioendrempel naar 67, in 2029.

Het akkoord is opmerkelijk omdat er in de formatienota nog geen sprake was van een dergelijke verhoging. In plaats van een lineaire verhoging - voor iedereen gelijk dus - werd daar uitgegaan van een loopbaanduur die zou opgetrokken worden naar 45 jaar. Wie op 18 begint te werken, zou dan op 63 met pensioen kunnen, wie pas op 25 op de arbeidsmarkt start, zou tot 70 moeten doorgaan.

Dat principe wordt nu losgelaten en vervangen door een algemene regel. Daarmee wordt ingegaan tegen de brede consensus in Wetstraat, bij rechts en links, dat een verhoging van de pensioenleeftijd onnodig is, als iedereen wat langer zou werken als vandaag het geval is (vandaag ligt de gemiddelde uittrede rond de 55 jaar).

Langer werken, zonder lineaire verhoging van de pensioenleeftijd, was ook het uitgangspunt van de Expertencommissie Pensioenhervorming, onder leiding van oud-minister Frank Vandenbroucke. In het expertenvoorstel is van een lineaire verhoging van de pensioenleeftijd dus geen sprake. Het stond ook niet gepland in de verkiezingsprogramma's van de centrumrechtse partijen. Meer nog: zowel N-VA, Open Vld als CD&V beloofden in hun programma voor 25 mei nog expliciet dat aan de leeftijdsgrens van 65 niet geraakt zou worden.

Vandaar dat ook de mogelijkheden voor vervroegde uittreding en brugpensioen flink ingeperkt worden. De instapleeftijd daarvoor zou op termijn verhogen naar 60 jaar, weliswaar met een overgangsperiode. Gepensioneerden zullen ook onbeperkt mogen bijverdienen onder de nieuwe regering.

Centrumrechts plande ook een hervorming van het ambtenarenpensioen, met op termijn een inperking van de voordelen die aan het ambtelijk statuut verbonden zijn. Over de overgangstermijnen werd lange tijd gebikkeld. De uitkomst van die discussie is nog onbekend.

Bron:
http://www.demorgen.be/nieuws/verho...wacht-a2078094/
07-10-2014

Mening:
We hadden dit misschien niet zo voelen aankomen en al zeker niet zo drastisch. Ik vind het wel solidair van onze regering om dit te doen, samen met Nederland en Duitsland. En hoe het ernaar uitziet, denk ik ook wel dat er nog vele andere landen binnen Europa gaan volgen. Bij ons zal de pensioensleeftijd nog niet al te hoog liggen en dat vinden de meeste wel goed, denk ik. Aangezien de verschillende partijen tot dit akkoord zijn gekomen, ga ik er vanuit dat dit goed tot stand zal komen.

Wegens het feit dat we alsmaar ouder worden, zal de pensioenleeftijd ook stijgen. Dit is niet meer dan logisch. We worden ouder door de goede zorgen, maar dit betekent ook dat we de kosten de hoogte injagen, die uiteraard vereffend moeten worden.

Toch zal een verhoging van de pensioenleeftijd op het fysieke gebied een hele uitdaging worden. Het uitoefenen van een beroep moet namijk fysisch mogelijk blijven, wat we niet bij elk beroep kunnen garanderen, denk maar aan een bouwvakker, een lasser. Deze arbeiders zullen niet staan springen om dit akkoord.

Bovendien vraag ik me af wat er met het aantal werklozen zal gebeuren. Al jaren blijft het aantal werklozen stijgen en vinden ze hier geen geschikte oplossing voor. Wanneer we ons langer op de werkvloer bevinden, betekent het dat de nieuwe generatie zal moeten vechten om haar plaatsje op de arbeidsmarkt. Dit kan als gevolg hebben dat het aantal werklozen in een stijgende lijn zal blijven gaan.

Hiernaast stel ik me ook de vraag of iedereen het akkoord wel zal appreciëren. Iedereen wordt namelijk gelijk gesteld en dit zal bij sommigen in het verkeerde keelgat schieten omdat het niet eerlijk is. Eerst was er sprake van een loopbaanduur die zou opgetrokken worden naar 45 jaar. Wie op 18 begint te werken zou dan op 63-jarige leeftijd met pensioen gaan en wie pas op 25-jarige leeftijd op de arbeidsmarkt start, zou tot 70 jaar moeten doorgaan. Maar het nieuwe akkoord heeft beslist dat degene die op 18-jarige leeftijd op de arbeidsmarkt starten langer zullen moeten gaan werken naar de toekomst toe.

Ik denk dat om deze redenen meerdere mensen in opstand zullen komen en/of zich niet tevreden zullen stellen met het akkoord, dit tot in tegenstelling met Stien. Wanneer ik kijk naar het hele akkoord, vind ik ook niet dat de voordelen opwegen tegen de nadelen.

Het moest er ooit eens van komen... Je kan geen uitkeringen, pensioenen, etc. blijven geven zonder dat er (extra) geld in het laatje komt... In mijn ogen is dit het resultaat van een "te laks" beleid door de jaren heen.