Ouders van slachtoffers Breivik 'kunnen laatste telefoontjes niet verwerken’


Zes op de tien ouders van de slachtoffers die Anders Behring Breivik in 2011 doodschoot tijdens een bloedbad op het Utøya-eiland, zijn nog steeds te getraumatiseerd om opnieuw aan het werk te gaan. Twee op de drie van hen kampen nog altijd met het post-traumatisch stresssyndroom.


Vier jaar nadat Anders Behring Breivik op een Noors zomerkamp op het eiland Utøya 69 jonge mensen doodschoot en 56 anderen verwondde, zijn meer dan de helft van de ouders van de slachtoffers nog altijd niet opnieuw fulltime aan het werk.


Laatste telefoontjes

Volgens het vaktijdschrift Scandinavian Psychologist heeft het moeizame verwerkingsproces van de ouders te maken met de telefoontjes die sommigen onder hen nog ontvingen van hun kinderen enkele ogenblikken voor ze werden doodgeschoten. Omdat de meeste jongeren heel erg goed wisten wat er gaande was, belden ze in paniek naar hun moeder of vader. ‘De ouders kunnen die laatste telefoontjes van hun kinderen niet verwerken’, schrijft het vaktijdschrift.

Ruim één op de drie moeders en een kwart van de vaders die hun kind verloren tijdens het bloedbad kregen nog een sms of werden nog gebeld vlak voor de dood van hun kind. Unni Espeland Marcussen, die het geschreeuw van haar 17-jarige dochter hoorde vlak voor ze in de borst en het hoofd werd geschoten door Breivik, zal naar eigen zeggen nooit meer fulltime aan het werk kunnen.


Blog DS, 22-07-2015 (The Guardian)

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB