|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Ook leefloon is flagrant te laag
Ook leefloon is flagrant te laag
BRUSSEL - Het leefloon is flagrant te laag. Haast alle OCMW's geven daarom aanvullende financiële steun. Dat leert een studie van het Centrum voor Sociaal Beleid. Wat al bewezen was voor de pensioenen, staat nu ook vast voor het leefloon. Het is te laag. Het ligt lager dan de Europese armoedegrenzen. En niet een klein beetje. Het realiseert zijn doel niet meer: het ultieme vangnet zijn tegen armoede. Wie van het leefloon moet leven, wordt niet uit de armoede gehaald, maar wordt erin gehouden. Een studie van het CSB, het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit Antwerpen, bewijst dat op twee manieren: statistisch en door een studie van het gedrag van de Vlaamse OCMW's. De statistische analyse (zie grafiek) leert dat voor alle types van gezinnen het leefloon (eventueel aangevuld met de gewaarborgde kinderbijslag) lager ligt dan de twee gebruikelijke Europese armoedegrenzen (50 respectievelijk 60 procent van het mediaan inkomen). Dat geldt ook voor de IGO, de inkomensgarantie voor ouderen, het leefloon voor bejaarden. Het verschil bedraagt doorgaans niet enkele euro's maar 100 euro en vaak meer. Alleen voor een alleenstaande met twee kinderen komt het leefloon heel even boven de laagste van de twee armoedegrenzen uit piepen. 'Hoe meer de federale overheid faalt om een behoorlijk vangnet op te zetten, hoe meer de OCMW's zelf optreden', schrijven de auteurs Natascha Van Mechelen en Kristel Bogaerts. Hun onderzoek bevestigt dat, maar leert vooral dat het merendeel van de Vlaamse OCMW's regels heeft ingesteld voor de aanvullende financiële steun voor leefloontrekkers. Dat bewijst dat de praktijkmensen zien dat het leefloon in zoveel gevallen zo flagrant te laag is, dat hun klassieke aanpak - geval per geval 'de behoeften' onderzoeken - niet meer opgaat en dat ze er regels voor uitwerken. Eind de jaren tachtig had maar een derde van de OCMW's zulke regels, vooral de steden. Vandaag hebben meer dan twee op de drie gemeenten, ook heel veel kleinere, zulke regels. Dat betekent dat ook zij de ervaring hebben dat het leefloon systematisch faalt. De onderzoeksters stellen vrij grote verschillen vast in de regels en de bedragen die de onderscheiden OCMW's daarbij hanteren.Dat staat haaks op het idee dat alle burgers gelijke rechten hebben. Ze zijn daarom ook geneigd een uniformisering te bepleiten. Dan moet een centrale overheid daarvoor regels uitwerken. Maar dat gaat dan weer in tegen de lokale autonomie van de OCMW's. De vraag naar autonomie van de OCMW's heeft in dit geval een stevige grond. Het leefloon wordt gefinancierd met federaal geld; de aanvullende steun wordt evenwel betaald met geld van de lokale belastingbetalers. De onderzoeksters stellen voor alleszins een centrale regeling te treffen voor een huurtoelage. Bij de meeste OCMW's maakt een huurtoelage deel uit van de aanvullende steun die ze toekennen, tenzij de leefloontrekker al een goedkope sociale huurwoning van een overheidsinstantie heeft. Een centraal geregelde huurtoelage zou al veel van de intergemeentelijke verschillen uitvlakken, luidt het. http://webh01.ua.ac.be/csb/ DS, 26-06-2008 (Guy Tegenbos)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |