#1
|
||||
|
||||
The empire strikes back
Boeiende tijden - De terugkeer van de staat, ordebrenger in chaotische tijden
We willen beter beschermd worden tegen nieuwe monopolies én tegen degenen die onze verzwakte grenzen oversteken. Daarom roepen we de net nog verguisde staat alweer te hulp, zegt Bart Sturtewagen. Het idee dat big government een halt moest worden toegeroepen, heeft zijn beste tijd gehad. The empire strikes back. Dat gebeurt omdat wij het toelaten, sterker, omdat wij erom vragen. De ongebreidelde naoorlogse expansie die de staat tot welvaartsstaat deed uitgroeien, eindigde in de periode Reagan-Thatcher, de jaren tachtig dus. Het moest gedaan zijn met het grote overheidsbeslag op de economie, dat zich zowel uitte in hoge belastingen als in regelzucht. De staat moest zich terugtrekken uit de economie en het vrije initiatief zijn creatieve werk laten doen. De staat was een stoorzender. Een bron van onproductieve investeringen, inerte overheidsbedrijven, manke dienstverlening, ondoorzichtige procedures. Een bescheidener staat zou energie in de samenleving losmaken, nieuwe groeisectoren tot leven wekken en de welvaart verhogen. Niet door iedereen een uitkering toe te stoppen, maar door opportuniteiten en jobs te creëren. Je kan niet zeggen dat niets van die beloften is uitgekomen. Onze levens zijn in de afgelopen dertig jaar onherkenbaar veranderd. We vliegen goedkoop, staan voortdurend met elkaar in verbinding, hebben ongebreidelde toegang tot kennis en informatie. Onze winkels liggen vol met kwaliteitsvol en goedkoop voedsel in een nooit geziene variatie. Onze auto’s zijn veiliger en vernuftiger en tegelijk goedkoper dan drie decennia geleden. We sluiten zonder tussenpersonen transacties af vanop onze mobiele toestellen. Keuzevrijheid, keuzestress De liberalisering heeft een grote keuzevrijheid gebracht. Die heeft de macht van de consument vergroot. We kunnen op ieder moment van leverancier veranderen. Van warenhuis, van telecomoperator, van energiebedrijf. Maar er is ook keuzestress. Hoe weten we nog zeker dat we de beste deal van het moment afsluiten? En welke garantie hebben we dat dat ook morgen nog het geval is? Nu we zelf verantwoordelijk zijn voor onze keuzes, moeten we leven met het knagende gevoel dat we voortdurend worden genaaid. Toch klopt het idee dat we als consument machtiger zijn geworden tot op zekere hoogte: consumentenorganisaties slagen er vaak in druk te zetten op producenten. Via groepsaankopen drukken ze de prijs of ze voeren campagne om kwaliteitsgebreken of onethisch gedrag aan te pakken. Maar als individuele verbruiker loop je vaak verloren in het aanbod. De macht van de consument heeft in ieder geval een ander, belangrijker verschijnsel niet tegengehouden: de enorme schaalvergroting in de economie. Het gaat om big business, big money en big data. Natuurlijk wordt er nog gepionierd in garages. Maar tegelijk is in alle sectoren, of het nu bier, farmacie of technologie is, een grote consolidatiebeweging bezig. Al het water stroomt naar de zee. De periode van hyperconcurrentie duurt maar kort en maakt plaats voor nieuwe monopolies. Sterke economische spelers dagen de structuren en dus de staat uit. Met de financiële sector, waar de verwildering het grootst was, liep het eerst mis. Schaalvergroting, tot ver boven het niveau van hun thuisland, maakte banken kwetsbaar voor onvermijdelijke schokken. Hernationalisering, twintig jaar geleden ondenkbaar, moest in hoge nood worden doorgevoerd. Regels werden verscherpt, toezicht werd verstrengd. De hele financiële wereld ligt aan het infuus. Of dat voldoende zekerheid biedt, zullen we pas weten als de centrale banken niet langer het hele systeem met gratis geld drijvende houden. Ook buiten de banksector heerst chaos. Multinationals maken ongeremd gebruik van de zwakte van nationale overheden om hun winst te verplaatsen naar waar die het minst wordt belast. Alleen kan geen enkel land daar tegenop. Zelfs de VS moeten machteloos toezien hoe bedrijven van nationaliteit veranderen door buitenlandse ondernemingen over te nemen en hun maatschappelijke zetel daarheen te verplaatsen. Backlash Vanuit ondernemingsstandpunt is die race to the bottom logisch. Maar overheden dreigen hun fundament te verliezen. De tijd dat ze zich rijk rekenden door elkaars belastingbasis af te romen, iets waar België altijd in uitblonk, loopt ten einde. Het gaat misschien langzaam, maar de mazen van het fiscale net sluiten zich. Nog deze week beslisten de EU-lidstaten belastinginformatie onderling beter uit te wisselen. Dezelfde backlash zien we bij de Ubers en Airbnb’s van deze heerlijke nieuwe wereld. De gedachte dat nieuwe technologie over retrograde structuren en regels zou heenlopen, is aan revisie toe. De app-gedreven dienstensector zal zich in de fiscale en sociale regelgeving moeten inbedden voor zijn geldbronnen opdrogen. En de Facebooks en Googles zullen de privacy die we hen zo onnadenkend hebben afgestaan, moeten teruggeven. Maar de meest opmerkelijke terugkeer van de staat zien we op het gebied van veiligheid. De afbraak van de grenzen – politieke, economische en mentale – veroorzaakt onrust die lang werd onderschat. Nu behalve producten en diensten ook mensen in beweging komen, wordt de roep om bewaking van grenzen en versterking van beveiliging sterker. De smartphone in de eigen hand brengt vrijheid, in die van de Ander vormt hij een bedreiging. De verguisde, verlammende staat maakt plaats voor een sterke staat die orde schept in de chaos. De nieuwe vraag is hoeveel van onze pas verworven vrijheid we aan hem willen offeren. DS, 09-10-2015 (Bart Sturtewagen)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |