actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Sociaal-wetenschappelijke achtergronden
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 6th August 2005, 02:45
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Lightbulb Bidden voor de bom

Bidden voor de bom


Morgen zal het zestig jaar geleden zijn dat Hiroshima werd getroffen door de atoombom. Daarmee werd een historische drempel in oorlogvoering overschreden. Maar voor de Amerikaanse GI's die toen vochten, vertelt Peter Schrijvers, betekende het de redding waarvoor ze gebeden hadden.


ENKELE dagen nadat een atoombom Hiroshima en een groot aantal van zijn inwoners van de kaart had geveegd, kon een Amerikaanse matroos op de mijnenveger USS Ingersoll nauwelijks moeite doen om aandacht te besteden aan de gebeurtenis. ,,De dag vatte mistig aan'', zo begon hij een nieuwe aantekening in zijn dagboek, ,,de kranten stonden vol met berichten over de nieuwe atoombom. Het is opnieuw fris; fris genoeg voor een deken 's nachts.''

Vlak na de atoomaanvallen die de twintigste eeuw in twee radicaal verschillende helften zouden opdelen, werd de merkwaardig lauwe reactie van de matroos gedeeld door heel wat Amerikaanse soldaten in de Stille Oceaan. Het kostte natuurlijk wat tijd vooraleer de GI's het uitzonderlijke karakter van kernwapens begrepen en aan woorden als ,,radioactiviteit'' en ,,uranium'' zouden wennen. Maar meer nog dan dat, vergde het de frontsoldaten tijd om te beseffen dat de blinde furie van de bommen zoveel erger was dan de nietsontziende verwoesting die de oorlog tegen Japan tot dan al had gekenmerkt.

Allerlei soorten frustraties hadden geleidelijk de haat en de woede bij de GI's aan het front aangewakkerd. Om te beginnen vormde de natuurlijke omgeving een vijand op zich. Malaria alleen al veroorzaakte in 1943 in Nieuw-Guinea vier keer meer geallieerde slachtoffers dan de gevechten met Japanse soldaten. De demografische factor was al even verontrustend. Al van voor de oorlog had president Roosevelt de Aziaten die door Japan konden worden gemobiliseerd tegen het Westen omschreven als ,,een miljard potentiële vijanden''.

Maar niets maakte de job zwaarder dan de onmogelijkheid om de Japanse mentaliteit te begrijpen. En niets illustreerde dat duidelijker dan het ogenschijnlijke gemak waarmee Japanse soldaten zich in zelfmoordaanvallen wierpen. Een wanhopige banzai-aanval op het eiland Guam in juli 1944 kostte het leven aan ongeveer 3.500 soldaten in een enkele nacht. Uitgeputte Amerikaanse mariniers snakten naar water, maar konden niet drinken van de rivier die vergeven was van bloed en lijken.

Haat aangewakkerd door racisme mengde zich met de vele andere frustraties tot een uitermate giftig brouwsel. De woede bereikte haar hoogtepunt in het aangezicht van de vijand, tijdens de meedogenloze gevechten die de lange periodes van ondraaglijke verveling en onzekerheid aan stukken reten.

De koppigheid waarmee de Aziatische omgeving zich verzette, deed Amerikaanse troepen grijpen naar steeds meer vernietigend wapentuig. Het begon met explosieven. In de drie uren voor de landing op Okinawa op 1 april 1945 ploegden niet minder dan 70.000 granaten en 30.000 raketten de stranden van het Japanse eiland om. En even angstaanjagend was de toename van het element vuur als wapen. Meer en meer bommen en granaten werden gevuld met napalm en witte fosfor. De bedoeling daarvan was niet alleen de weelderige tropische begroeiing weg te branden, maar ook de verborgen Japanners in grotten en tunnels te verkolen.

Voor sommige GI's gingen zulke wapens nog altijd niet ver genoeg. Op 4 mei 1945 schreef een bange, gefrustreerde soldaat van het 8ste Mariniersregiment vanuit Okinawa naar zijn ouders: ,,Als ze hier nu toch een gifgas zouden gebruiken, dan was het gedaan. Dat is vreselijk, maar niet veel erger dan witte fosfor.''

Een wanhopige oorlog vroeg om wanhopige middelen. Ondanks Amerika's industriële overwicht en technologische superioriteit leek de oorlog tegen Japan er een zonder eind voor de GI's. Ze waren het er in het begin van 1945 algemeen over eens dat de oorlog nog minstens tot 1948 zou duren.

Zulke ontmoedigende vooruitzichten deden uitgeputte GI's uiteindelijk naar de hemel kijken voor hoop op redding. Soldaten die aan kranten konden komen, kregen niet genoeg van het nieuws over de genadeloze bombardementen van Japanse steden. Laat in februari 1945 schreef een Amerikaanse hospitaalsoldaat een brief naar zijn moeder. Hij was net getuige geweest van wreedheden die de Japanners hadden begaan tegen Filipijnse burgers. ,,Ik hoop, verdomme'', krabbelde hij buiten zichzelf van woede, ,,dat Tokio en heel Japan en elke Jap volledig vernield worden als vergelding voor de verwoesting en het lijden dat zij hebben veroorzaakt.'' Zijn wens werd al begin maart verhoord toen Amerikaanse brandbommen in een enkele nacht meer dan 80.000 mensenlevens opeisten in de Japanse hoofdstad.

Temidden van die nietsontziende escalatie van geweld kon het de GI's worden vergeven dat ze niet onmiddellijk beseften dat met het gebruik van kernwapens een historische drempel was overschreden. Zo kon hen ook worden vergeven dat ze lauw reageerden op de atoombommen, tot het duidelijk werd dat dit de wapens waren die hen de redding brachten waarvoor ze zolang hadden gebeden.

Amerikaanse soldaten aan het front wisten niet wat de precieze redenen waren die hun politieke en militaire leiders hadden doen beslissen om atoombommen te gebruiken. Dat Japan al zodanig op instorten stond dat een invasie van het thuisland mogelijk overbodig was, wisten alleen de leiders. Dat de atoombommen net zo goed dienden als waarschuwingen aan het adres van de Sovjets - die intussen in Washington al werden gebrandmerkt als het 'rode fascisme' - was een conclusie voor historici lang na de oorlog.

Maar de GI's wisten één ding zeker. ,,Tjonge'', schreef een Amerikaanse legerdokter in zijn dagboek op de dag dat Japan zich overgaf in september 1945, ,,je voelt je alsof je net bent gered van de elektrische stoel. Het angstzweet brak ons uit bij de gedachte aan de invasie van Japan. Nu is het allemaal voorbij. Ik durf erop wedden dat we minstens een miljoen levens hebben gered.'' Het hadden de woorden kunnen zijn van bijna elke Amerikaanse soldaat die de oorlog tegen Japan had overleefd.

Wat wil niet zeggen dat toen de wapens eindelijk zwegen er geen GI's waren die stilstonden bij de betekenis van de atoombommen voor de toekomst. ,,Het is verontrustend'', schreef één van hen, ,,dat in de volgende oorlog, als er al één komt, nog meer burgers zullen betrokken zijn. Misschien wij wel. Atoomenergie is toegankelijk voor iedereen.''


Peter Schrijvers

(De auteur schreef het in de VS bekroonde 'The GI War against Japan'. Hij doceert Amerikaanse geschiedenis aan The University of New South Wales in Sydney.)


©Copyright De Standaard, 05/08/2005
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 22:36.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.