actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > ACTUALITEITSFORUM > BELGIË > Cultureel-maatschappelijk
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 14th July 2004, 16:28
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post O tempora, o mores... en nog veel complexer ook...

'Ik ben altijd en overal op zoek naar kinderen'


Hij is 44. Zijn hele leven draait rond jongens van 12, 13, 14 jaar oud. Hij is gestraft én behandeld, maar dat heeft niets geholpen. Hij is het beu om 'in één zak te worden gestoken met criminelen en moordenaars zoals Marc Dutroux en Michel Fourniret'. De ontluisterende getuigenis van Jan ('Ik ben een zachte pedofiel'), met duiding door Paul Cosyns, expert inzake seksuele delinquenten.

Wat er zo bijzonder is aan jongens? Hij lacht en kaatst de vraag meteen terug: 'Wat is er zo bijzonder aan vrouwen?'

Laten we hem Jan noemen. Jan is 44 en noemt zichzelf 'een zachte pedofiel'. Op zijn strafblad klinkt dat anders: eind jaren negentig werd hij veroordeeld voor 'aanranding van de eerbaarheid, met geweld'. Een zware klap, die hij nog altijd niet heeft verwerkt. Daarom wil hij getuigen, anoniem maar openhartig - want 'er worden te veel onwaarheden verkondigd'.

'Ik begrijp dat de mensen pedofilie een probleem vinden', zegt hij. 'Maar het beeld dat ervan wordt opgehangen, is niet correct. Alle pedofielen worden tegenwoordig in één zak gestoken met zware criminelen en moordenaars zoals Marc Dutroux en Michel Fourniret. En dat slaat nergens op. Met dat soort figuren heb ik niets te maken. Wat mij betreft mogen ze die voor de rest van hun leven in de gevangenis stoppen. Ik besef dat veel mensen dat ook met mij willen doen. Maar ik ben geen crimineel, geen moordenaar. Ik doe niks verkeerd.'

Het verhaal van Jan is tragisch, ontluisterend, schokkend. Maar ook verhelderend. Hij heeft in de gevangenis gezeten, pillen geslikt, is jarenlang van de ene therapie in de andere gesukkeld. Sinds 8 maart 2004 is dat afgelopen. Hij is niet langer verplicht om een behandeling te volgen, dus heeft hij er een punt achter gezet: 'Het helpt toch niet.'

Twintig jaar geleden stond hij op trouwen, de uitnodigingen waren al verstuurd. 'Tegen beter weten in', zucht hij. 'Ons seksleven stelde niks voor. Ik kon het op den duur niet meer aan om met mijn vriendin in hetzelfde bed te liggen. Een week voor de trouwdag vond ik thuis een lange brief van haar: ze was vertrokken. Sindsdien zijn de vrouwen uit mijn leven verdwenen en heb ik alleen nog seks gehad met jongens van 12, 13, 14 jaar, ik denk een tachtigtal in totaal. Maar altijd zonder penetratie, en alleen als ze het zelf ook graag wilden. Ik heb misschien wel tienduizend jongens benaderd, maar de meesten zeggen direct 'nee'. Dat heb ik altijd gerespecteerd, op één keer na: toen ik nog als opvoeder werkte, heb ik twee jongens niet echt de kans gegeven om te weigeren. Daar heb ik nog altijd wroeging over.'

'U vraagt wat er zo bijzonder, zo aantrekkelijk is aan jongens. Tja, hoe moet ik dat uitleggen? Als ik een kinderstem hoor, vallen alle andere geluiden met- een weg. Als ik kinderen op televisie zie, zal ik nooit wegzappen. Ik zal nooit een kind aanrijden, want ik zie het láng voor andere chauffeurs het hebben opgemerkt. Ik word ook wel aangetrokken door meisjes, maar met jongens is het pure chemie. Met jongens kun je ravotten, sporten... Het gaat mij trouwens niet alleen om de seks, helemaal niet, het is liefde.'


Samen voor het stoplicht

Jan is taxichauffeur. Vóór zijn veroordeling werkte hij niet alleen als opvoeder, maar in zijn vrije tijd ook als voetbaltrainer van een jeugdelftal. Vijftien jaar lang. Hij beweert dat hij, op die ene keer na, 'werk' en 'privé' altijd goed heeft kunnen scheiden: 'Ik vond dat ik als coach geen misbruik mocht maken van mijn positie.'

Zijn slachtoffers zocht hij op kermissen, in parken, of gewoon op straat. 'Hoe gaat dat? Je ziet een jongen, je zorgt dat je samen met hem voor een verkeerslicht staat, je spreekt hem aan, en dan voel je meteen of het iets kan worden. Sommigen steken hun middelvinger op, anderen worden bleek van de schrik en verstijven, maar er zijn er ook die meegaan. Vaak doen ze het voor het geld, of voor de cadeautjes. Maar ze genieten zelf ook van de seks: van de aanrakingen, de strelingen, de kussen, de masturbatie... Ze zeggen dat kinderen nog niet in staat zijn om daarvoor te kiezen, maar dat geloof ik niet: de meesten zeggen toch gewoon 'nee'?'

'De afgelopen twintig jaar heb ik vier keer een serieuze relatie gehad. Die duurden telkens een jaar of drie, vier. Nu ben ik samen met een jongen die ik leerde kennen toen hij 14 was. Hij is nu 17 en ik heb nog nooit seks met hem gehad, want dat wil hij niet. Maar ik hou van hem, ik doe alleen maar wat hij zelf leuk vindt. Samen naar de bioscoop gaan, bijvoorbeeld. Hij is een Tsjech, zijn ouders waren asielzoekers en hebben het erg moeilijk. Ik probeer hen zoveel mogelijk te helpen, ook financieel, soms geef ik hen wel duizend euro per maand. Nu hij wat ouder wordt, heeft hij al voorgesteld dat ik een relatie zou beginnen met zijn broertje van 13. Maar zo werkt het niet, de liefde moet wederzijds zijn. Hun plezier is voor mij altijd het uitgangspunt.'

'Ik heb kinderprostitués bezocht, ja. Maar sinds de zaak-Dutroux hebben ze die sector grondig opgekuist. Aan seks- toerisme heb ik nooit gedaan, maar dat is nu ook gevaarlijk geworden, je kunt als Belg veroordeeld worden voor pedofiele activiteiten in het buitenland. Dat begrijp ik niet: als ik naar Thailand ga, moet ik mij toch aanpassen aan de plaatselijke gebruiken? In Spanje maken ze trouwens ook veel minder problemen. Daar zijn kinderen seksueel meerderjarig vanaf hun veertiende. Als ze dat morgen in België beslissen, dan is het voor mij oké, dan laat ik alle 12- en 13-jarigen met rust. Maar 16 is eigenlijk te oud voor mij: dan zijn ze al behaard, hebben ze de baard in de keel, lopen ze niet meer als een kind. En de geuren veranderen, krijgen een seksueel tintje.' Hij zwijgt even. En vraagt dan: 'Wat vindt u nu van mij? Wat zit u zich af te vragen?'

Of hij geen morele problemen heeft, bijvoorbeeld. 'Dat is een moeilijke vraag. Soms denk ik weleens aan de ouders: wat zouden zij ervan vinden? Maar om de kinderen zelf maak ik mij geen zorgen, zolang ze maar plezier hebben.'

En als hij zelf een zoon van 12 zou hebben, die meegelokt werd door een vreemde man? 'Dat zou ik eerlijk gezegd niet zien zitten', geeft hij meteen toe. 'Een enorme contradictie, ik weet het. Maar dit is nu eenmaal mijn geaardheid, daar heb ik niet voor gekozen. Pech? Ja, ik heb pech. Homo's worden aanvaard, pedofielen niet. En ik ben geen eendagspedofiel die het even voor de fun doet, of een stresspedofiel die de druk kwijt moet. Ik ben gewoon zo - het is mijn natuur.'


De pedofiele lobby

'Deze man lijkt mij inderdaad een kernpedofiel', reageert Paul Cosyns als we hem de getuigenis voorleggen. 'Dat zijn mensen bij wie je van een geaardheid zou kunnen spreken, met wellicht zelfs een soort biologische grond.'

Cosyns is hoofd van de afdeling psychiatrie aan het Universitair Ziekenhuis in Antwerpen, en leidt ook het Universitair Forensisch Centrum (UFC), waar de behandeling van seksuele delinquenten in Vlaanderen wordt gecoördineerd. De contradictie in het verhaal van Jan verbaast hem niet. 'De meeste kernpedofielen hebben zeker voldoende empathie om op de juiste manier mee te voelen met andere mensen. Het zijn geen emotieloze wezens, geen psychopaten zonder gevoelens zoals Dutroux of Fourniret. Alleen zijn ze erg selectief: met hun eigen slachtoffers hebben ze géén empathie. Ze vinden zelf dat pedofilie een alternatieve, maar perfect aanvaardbare manier van lustbeleving is. Zij doen niets fout, het is de maatschappij die verkeerd reageert.'

Cosyns herinnert zich nog goed het gelobby uit de jaren zeventig. Toen homofilie als 'seksuele voorkeursstoornis' werd geschrapt uit het offici- ele handboek van de American Psychiatric Association, begonnen pedofielen wereldwijd te ijveren voor dezelfde erkenning. 'Ik heb veel verenigingen over de vloer gehad', zegt hij. 'Pedofielen waren er echt van overtuigd dat kinderen konden genieten van seks met een volwassene, zonder dat ze er schade van zouden ondervinden. En dus wilden ze dat wij dat onderzochten. Dat hebben we gedaan, die vraag is bijzonder ernstig genomen. Uit diverse studies is toen gebleken dat kinderen wel degelijk psychologisch beschadigd worden door pedoseksuele contacten. Sinds begin jaren tachtig heeft het pleidooi van pedofiele belangenverenigingen geen enkele geloofwaardigheid meer.'

'In de jaren zeventig was het verboden te verbieden', legt Cosyns nog uit. 'Maar die periode is allang voorbij. We ondervinden nog wel de gevolgen ervan: ik vermoed dat een aantal van de zogenaamde borderline-patiënten die we tegenwoordig zien, mede het gevolg zijn van een aberrante manier van opvoeden, waarbij geen enkele grens werd gesteld.'

Toch is het aantal seksuele delicten niet veranderd in vergelijking met vroeger. 'Maar de maatschappij pikt het niet langer', aldus Cosyns. 'De wetten op 'verkrachting' en 'aanranding van de eerbaarheid' zijn verstrengd, er worden meer mensen gestraft en de straffen worden zwaarder. Sinds begin jaren tachtig neemt het aandeel van seksuele daders in de gevangenissen explosief toe. Maar straffen alleen helpt niet. Er moet ook behandeld worden, want een aangepaste behandeling vermindert de kans op hervallen aanzienlijk. Nog vóór de zaak-Dutroux gingen er al stemmen op om dat te doen.'

Het Universitair Forensisch Centrum kwam er in 1993, onder impuls van toenmalig CVP-minister voor Tewerkstelling, Arbeid en Gelijke Kansen Miet Smet. 'Zij redeneerde: als we iets doen voor de daders, maken ze wellicht minder slachtoffers', zegt Cosyns. 'Electoraal gezien is het niet interessant om je met delinquenten bezig te houden, maar gelukkig is haar initiatief verder uitgebouwd, en heeft de federale regering sinds 1995 overeenkomsten met zowel het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als de Vlaamse Gemeenschap. Bestraffing is een federale, behandeling een gewestelijke materie.'


Naast een kinderdoder

Kunnen seksuele daders behandeld worden? Jan alleszins niet, zegt hij zelf. Na zijn veroordeling kwam hij terecht in het Centre de Recherche-Action en Sexuo-Criminologie (CRASC), vroeger de Brusselse tegenhanger van het UFC. Maar al die therapieën hebben hem 'razend' gemaakt.

Hij had wel vaker politie over de vloer gehad, om hem te waarschuwen dat hij geen kinderen meer mocht achtervolgen. Hij was zelfs al twee keer vrijwillig in therapie gegaan. 'Als dekmantel', geeft hij toe. 'Dan kon ik tegen de politie zeggen dat ik toch mijn best deed.'

Maar in oktober 1996 was het menens. Dutroux was pas gearresteerd en een aantal oude dossiers waren onder het stof vandaan gehaald. Jan werd aangehouden op basis van drie klachten wegens seksueel misbruik van minderjarigen. Hij zat tien dagen in de gevangenis en werd uiteindelijk veroordeeld tot vijf jaar probatie, wegens 'aanranding van de eerbaarheid, met geweld'. 'Daar ben ik drie jaar depressief van geweest', zegt hij. 'Met twee van de jongens die klacht hadden ingediend, heb ik nooit seks gehad. En ik heb zeker nooit geweld gebruikt.'

Bij zijn veroordeling hoorde een verplichte behandeling, die hij volgde, hoewel de controle op zijn probatie 'een lachertje' was: 'De vriendelijke meisjes die me moesten opvolgen deden niks. Ze wisten zelfs van niks.'

Sinds een paar maanden is zijn behandeling gedaan. Het resultaat was nihil: 'Ik ben er alleen maar razend van geworden. Vroeger koos ik altijd de kant van het slachtoffer, als ik bijvoorbeeld naar een film aan het kijken was. Maar nu is dat omgekeerd: ik zal altijd sowieso de kant van de dader kiezen. In de media worden pedofielen altijd als misdadigers voorgesteld. Een bekend kinderpsychiater zei onlangs dat hij liever een pedofiel méér in de gevangenis heeft dan een kind dat niet geloofd wordt. Daar steiger ik van, want het is, zeker als je onschuldig bent, vreselijk om in de gevangenis te zitten. En het kan ook anders - de aanpak van Child Focus is bijvoorbeeld heel genuanceerd. Ik vind mijzelf helemaal geen dader, ik heb dat woord nooit graag gehoord. In therapie probeert men je ervan te overtuigen dat je een probleem hebt, waar je iets aan moet doen. Ze willen dat je je bewust wordt van de gevolgen van je gedrag. Dat het niet goed is voor de kinderen. En daarmee heb ik mij nooit kunnen verzoenen. De gevolgen van mijn gedrag zijn nadelig voor mezélf. Dat zeggen ze ook wel: het is in je eigen belang dat je stopt. Maar ze begrijpen het niet.'

'Het probleem met de meeste therapeuten is dat ze denken dat je ervoor kiest om pedofiel te zijn. Of dat het een gevolg is van je opvoeding. Sommigen wilden maar niet geloven dat ik zelf als kind nooit ben misbruikt. Ze zoeken een verklaring, omdat ze denken dat het probleem opgelost is zodra je die gevonden hebt. Alsof ze mij willen genezen. Terwijl ik zelf al lang weet dat het hopeloos is.'

Na die typisch 'psychoanalytische' aanpak, die trouwens elk wetenschappelijk krediet heeft verloren, begonnen voor Jan de groepsgesprekken. Begin 2000 kwam hij via CRASC terecht bij het Daderhulpteam Brussel-Halle-Vilvoorde, waar hij een 'psychocriminologische toetredingsovereenkomst' ondertekende 'voor een behandelings- en begeleidingsaanbod voor plegers van zedenfeiten'. Het idee om seksuele daders in groep te behandelen, komt overgewaaid uit de Verenigde Staten en is gebaseerd op modellen afkomstig van zelfhulpgroepen voor alcohol- en drugsverslaafden. Bedoeling is niet om te genezen, maar wel om een terugval te voorkomen. Met succes: behandelprogramma's die terugvalpreventie opnemen als component, zijn tot dusver het efficiëntst om recidivecijfers van verkrachters, pedofielen en andere seksuele delinquenten te doen dalen (zie kader).

Maar ook dat werkte niet bij Jan: 'Ik vond het verschrikkelijk. De eerste keer zat ik aan tafel tussen een kinderdoder en een man die al verscheidene vrouwen had verkracht. Er was ook een broeder die mentaal gehandicapte kinderen had misbruikt, een sadomasochistische seksmaniak, een incestpleger... Allemaal mensen met wie ik helemaal niets gemeen heb. Uiteindelijk is het, ook bij die groepstherapie, de bedoeling dat je stopt. Voor een verkrachter lijkt mij dat een goede zaak, maar voor mij is dat een ramp. Ik neem aan dat u weet hoe belangrijk seks in een mensenleven is. Kunt u zich voorstellen dat iemand morgen tegen u zegt dat u daarmee moet stoppen, voor de rest van uw leven?'


Realiteit en fantasie

'Er is een grens aan elke therapie', zegt Paul Cosyns. 'Sommige mensen zijn niet te helpen. Aan psychopaten beginnen we zelfs niet meer, want die leren zichzelf dankzij de therapie beter kennen en kiezen dan echt voor de delinquentie. Ze hervallen nog vlotter en efficiënter dan voordien. Deze man is geen psychopaat, maar hij blijft achter met een leegte. Daar moet iets voor in de plaats komen, anders zal hij zijn leven als zinloos ervaren.'

'De groepstherapie is erop gericht om mensen met een seksuele stoornis te helpen zichzelf onder controle te houden. Ze moeten natuurlijk bereid zijn om hun gedrag te veranderen, daar begint het mee. Ze moeten leren om gevaarlijke situaties te herkennen, zodat ze ervoor kunnen zorgen dat ze daar niet meer in terechtkomen. Sommige cliënten melden zich ook vrijwillig aan. Mensen die nog nooit iets verkeerd hebben gedaan, maar bijvoorbeeld wel urenlang bezig zijn met porno op internet. Ze vrezen dat hun vrouw erachter komt, en proberen er via groepstherapie iets aan te doen.'

'De behandelingscultuur in Vlaanderen verschilt van die in Brussel en Wallonië. Wij baseren ons op de cognitieve gedragstherapie, waarvan de werking toch al enigszins wetenschappelijk is aangetoond. In Wallonië hanteren veel therapeuten nog altijd het psychoanalytische model: zij gaan ervan uit dat iemand alleen geholpen kan worden als hij zich spontaan aanmeldt. Terwijl externe dwang een succesvolle behandeling niet uitsluit.'

'Hoe dan ook moeten er meer middelen worden vrijgemaakt voor wetenschappelijk onderzoek en een betere begeleiding. De klemtoon ligt nog te veel op bestraffing. Daders kiezen er ook vaker voor om hun straf volledig uit te zitten. Dat is problematisch, want dan kun je hen niet meer verplichten om een behandeling te volgen.'

Een centraal register van seksuele delinquenten lijkt Cosyns op zich geen slecht idee. 'De lokale politie moet op de hoogte zijn als er iemand in de buurt komt wonen, dat wel. Al stel ik mij drie belangrijke vragen: hoe kom ik op dat register, wie kan het allemaal raadplegen, en hoe kom ik er weer af?'

Jan heeft officieel zijn schuld aan de samenleving afbetaald. 'Ik zou zelfs eerherstel kunnen aanvragen', zegt hij. 'Dan zou ik weer een blanco strafregister hebben en kan ik opnieuw aan de slag als jeugdtrainer, als ik wil. Maar daar heb ik zelfs geen zin in, het vuur is eruit. Zo'n centraal register vind ik trouwens absurd. Mijn lokale politie mag gerust weten wie ik ben, als ik kinderen wil zien, rijd ik naar Charleroi, of naar Mechelen, waar dan ook.'

'Maar ik wil nooit meer terug naar de gevangenis. Als seksuele dader word je letterlijk bespuwd door de andere gevangenen. Sinds zes maanden heb ik een internetaansluiting. Ik heb kinderporno gezocht, maar dat spreekt mij niet aan. Ik surf liever naar websites zoals boylovers.org, waar je mooie foto's van jongens kunt vinden. Het zijn geen naaktfoto's, maar ik kan er uren naar zitten kijken. Als ik mezelf dan bevredigd heb, blijf ik achter met een slecht gevoel: is het dit nu voor de rest van mijn leven? Toch surf ik liever op internet dan in mijn vrije tijd rond te rijden op straat, want dat is veel te gevaarlijk geworden. Sinds de zaak-Dutroux is losgebarsten, durf ik trouwens alleen nog maar buitenlandse kinderen aan te spreken. Die volgen het nieuws niet zo.'

'Ik heb een ingewikkeld leven, ja. Het is vreselijk. Ik weet echt niet hoe het verder moet met mij. Ik zeg u: mocht er een pil bestaan waardoor ik op volwassen mannen of vrouwen zou vallen, ik nam ze meteen. Ik heb ooit hormonale libidoremmers geslikt, maar na drie maanden ben ik daarmee gestopt. Ze helpen wel, maar je voelt je geen mens meer. Je hebt nog altijd zin in seks, maar je kunt geen erectie meer krijgen. Alsof je ineens van ijzer bent.'

En nu? 'Nu is mijn seksleven een ruïne. Ik heb sinds de behandeling geen kind meer aangeraakt, maar het is moeilijk. Als ik in de wagen zit, ben ik altijd en overal op zoek naar jongens die met mij willen meegaan. In de hoop dat ik niemand vind.'

Door Joël De Ceulaer en Dirk Draulans, KNACK 14-07-2004
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB

Laatst aangepast door Barst : 15th July 2004 om 14:20.
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong

Soortgelijke onderwerpen
Onderwerp Auteur Forum Reacties Laatste Post
Tekstevaluatie voor cursus RZL in ILSO 2004-2005... Barst Artikels & Boeken 2 9th November 2004 17:35
"We moesten ons doodschamen..." Barst Cultureel-maatschappelijk 0 5th July 2004 03:00
'Zure Zondag': een minder oppervlakkige analyse... Barst Cultureel-maatschappelijk 7 30th June 2004 11:50


Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 17:48.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.