|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Wat als N-VA de verkiezingen wint?
Op de meeste vragen over een Vlaamse en federale regeringsvorming heeft de N-VA in deze campagne een officieel, globaal antwoord. Maar er zijn grenzen aan het huidige campagne-scenario. En die worden na de verkiezingen afgebakend door de Franstalige socialisten. Tussen droom en daad staat de PS in de weg.
De N-VA zal nooit op eigen benen federale regeringsonderhandelingen aangaan. Die institutionele primeur lichtte Bart De Wever toe in VTM Nieuws. De partij wil eerst een Vlaamse regering vormen en die regering zal zich als Vlaamse eenheid op het federale niveau aanbieden. De Franstaligen zullen dus niet onderhandelen met Vlaamse partijen, zoals tot nog toe het geval, maar met een democratische vertegenwoordiging van heel Vlaanderen. 'Dat zal onze onderhandelingspositie oneindig versterken' zegt Bart De Wever daarover. Het is confederalisme in de praktijk. 'Dan ontmoet de ene democratie de andere' zegt een N-VA-topper. 'En dan zien we wel.' In elk verkiezingsdebat wordt aan de N-VA gevraagd hoe en met wie ze een Vlaamse en federale regering wil vormen. Net als aan elke andere partij. Maar met de N-VA is die vraag in het bijzonder interessant omdat de nieuwe partij erop afstevent het electoraal landschap compleet te hertekenen. The New Kid in Town is ook de grootste Vlaams-nationalistische formatie ooit. En het is een partij die enerzijds finaal een onafhankelijk Vlaanderen wenst, maar anderzijds een Belgisch bestuur zou moeten organiseren: daar zit een boeiende tegenstrijdigheid in. Eerst Vlaanderen Met de huidige peilingresultaten kan de N-VA meteen na de verkiezingen het initiatief nemen om een nieuwe Vlaamse regering te vormen. De voorkeurpartner is de CD&V. Bart De Wever wil op maandagochtend 26 mei telefoneren met Kris Peeters om een nieuwe regering in de steigers te zetten. 'Dat zal niet lang duren, hoogstens enkele weken' hoopt de N-VA. Kris Peeters (CD&;V) Kris Peeters (CD&;V) © BELGA Eerste probleem: Kris Peeters zelf. Die kan na 25 mei niet zomaar minister-president blijven want de N-VA zei tijdens het paasweekend 'als wij de grootste partij zijn dan zullen wij niet nalaten het minister-presidentschap te claimen.' Wordt Kris Peeters uiteindelijk toch een soort mini-MP, van een mini-CD&V die amper half zo groot is als haar coalitiepartner? In een ploeg met een overgrote meerderheid N-VA-ministers? 'Daar is Kris te ijdel voor' zegt een N-VA-topper. Powers that be Tweede probleem: de CD&V-score. Wouter Beke zal hoe dan ook zijn vel mateloos duur verkopen. Haalt de CD&V twintig procent, dan gedraagt ze zich als een partij van veertig procent. Haalt ze minder, dan voelt de partij zich vernederd en moet er iets goedgemaakt worden. Wat als N-VA de verkiezingen wint? Derde probleem: de standen. De Wever staat niet voor één maar twee CD&V's. Er is de kiesvereniging van Kris Peeters, met een programma waarmee de N-VA heel wat aansluiting kan vinden. 'Maar er is ook de partij van de verenigde mensen, van de standen.' De ACW-koepel daarvan werd de voorbije twee jaren door de N-VA getorpedeerd. De afkeer in de vele lokale verenigingen zit ondertussen diep. De macht van die belangengroepen is politiek nog bijzonder groot, door hun parlementaire vertegenwoordiging. De CD&V koos in deze campagne immers voor een vrij conservatieve lijstvorming. Beke loodst daarmee heel wat militanten in het parlement die van thuis uit de opdracht krijgen om het de N-VA bijzonder moeilijk tot zelfs onmogelijk te maken. Dat is ook iets wat Siegfried Bracke ooit the powers that be noemde. En dan België Dat niet de N-VA maar een Vlaamse N-VA-regering federale onderhandelingen aangaat, is op zich een historisch institutioneel feit. Dit is confederalisme in de praktijk. Niet de iure, maar de facto: een tweeledige onderhandeling, waarbij de ene staat zich presenteert aan de andere. Psychologisch is dat een sterke framing: de Franstalige onderhandelaar zit niet meer tegenover de N-VA, maar tegenover Vlaanderen - hoewel de Franstaligen het niet zo zullen beleven én communiceren. Die tweeledige onderhandeling veronderstelt dat er twee pre-formaties zijn, boven maar óók beneden de taalgrens. Die twee formaties zouden dan een Belgische meerderheid kunnen vormen. Het is echter twijfelachtig of de formateurs in Wallonië zonder tegenstribbelen in dit scenario stappen. En bovendien: de peilingen daar tonen momenteel een zeer tumultueuze electorale toestand. Alleen al een Waalse regering vormen wordt moeilijk. Geen vrienden Heeft de N-VA voldoende Vlaamse vrienden? Dit scenario rekent op een bijzonder gedweeë CD&V, die haar staatsdragende aard ontkent: ze neemt niet meer de lead in het overleg, ze stapt in andermans traject en ze wordt, wat de Belgische context betreft, ingeschakeld in een anti-systemisch plan. Vrij onwaarschijnlijk dat de partij zich dit zal laten overkomen. Gwendolyn Rutten Gwendolyn Rutten © Belga In het geval van een Antwerpse coalitie zou van de Open VLD verwacht worden dat ze haar nieuwbakken belgicisme laat varen. En Gwendolyn Rutten moet dan ook haar optimistisch geloof in de huidige federale mechanismen afzweren. Het grootste gezin Welke Franstalige as zal tegenover die Vlaamse coalitie zitten? De N-VA heeft alvast geen familie onder de taalgrens. De CD&V heeft er wel een, met de CDH. Maar in zoverre die historische band nog van enige concrete betekenis is: de Franstalige collega's halen in de laatste peiling slechts een schamele 13 procent. Als de PS mee aan tafel schuift, dan kan het de Vlaamse evenknie SP.A sommeren. Maar die zit niet in de gewenste Vlaamse coalitie. Dat zou betekenen: exit confederale logica. En als het niet de PS is, dan is het de MR: die kan de Open VLD erbij vragen. Die dan in Vlaanderen echter niet mag meedoen. En dan zou die MR ook Ecolo nodig hebben. Die zit electoraal echter over haar hoogtepunt en samen in één federale fractie met het belgicistische Groen. 'De machtsas N-VA-CD&V mag dan wel in Vlaanderen sterk zijn, federaal is ze dat niet' zegt een N-VA-bestuurder. En wel integendeel:'in deze campagne wil iedereen in Franstalig België vooral zonder de N-VA regeren.' Een redenering kan zijn dat de grootste politieke familie het initiatief neemt. Die kan in Kamerzetels de N-VA nipt overklassen. Vanuit een Belgisch perspectief zou de forcing door zo'n familie ook democratisch te legitimeren zijn. Een socialistische partij kan klein zijn in Vlaanderen, maar groot in Kamerzetels. Bart De Wever hoopt daarom op een sterk mandaat van de kiezer, om in Kamerzetels ook de grootste Belgische familie voorbij te steken: 'als je geen familie hebt, kan je misschien wel het grootste gezin zijn.' Opdringen Quid de PS. De N-VA wil federaal een sociaaleconomisch beleid voeren dat op Vlaamse leest is geschoeid, en die beleidslijn op termijn met confederalisme onomkeerbaar maken. Hoe zal de PS anticiperen? Ofwel eraan meewerken, vanaf dag één. Die kans is onwaarschijnlijk. Ze kan er ook niet aan meewerken, en niet in een federale regering stappen.'Dan doen wij met hen wat zij zo lang met ons hebben gedaan: een Belgisch beleid opdringen waar zij niet voor gekozen hebben' redeneert de N-VA. En de hoop leeft dan dat de PS uit eigen beweging om confederalisme zal vragen. Het zou echter verwonderen dat de PS een federale beleidsdeelname aan zich voorbij laat gaan. De letterlijk rode draad doorheen het Belgisch bestuur van de voorbije decennia is de socialistische aanwezigheid. Het zou zijn zoals in 1999, toen Verhofstadt de CVP naar de oppositie stuurde. Delivery time De N-VA zegt tot nader order niet dat ze niet met de PS wil regeren. Ze zegt: 'als het kan, zonder de PS.' Regeren met de PS kan dus wél. Dat illustreert de ogenschijnlijke tegenstrijdigheid van deze kiescampagne; een paradox. De N-VA maakt van de inzet van deze verkiezingen haar eigen model versus het PS-model. Om dat eigen model te realiseren heeft ze echter diezelfde PS nodig. Om op lange termijn het confederalisme te realiseren. Dat dient dan om diezelfde PS uit Vlaanderen en dus België weg te houden. N-VA zegt: 'als het kan, zonder PS', regeren met de PS kan dus wél. Strategisch was de campagne een goede zet, maar na 25 mei is het delivery time. Het had pakweg een jaar geleden geen zin meer om eindeloos door te drammen over het ietwat onbestemd Belgisch model, zeker niet tijdens de zomer die begon met een succesronde van Elio Di Rupo en de koningswissel. De PS is een betere vijand wegens een concreet doelwit waar Vlamingen geen affiniteit mee hebben - in tegenstelling tot het concept België - en waartegen je partners vindt, niet op zijn minst binnen de CD&V en de Open VLD. Maar na de verkiezingen sta je opnieuw voor diezelfde PS, en ben je weer bij de genese van je campagne: dat je een probleem hebt. Geen premier Didier Een stoorzender is de falende MR. In Vlaanderen rijpt al enige tijd de idee dat er een federale as N-VA-MR kan zijn. De cijfers staven die wensdroom echter niet. De MR doet het in peilingen met 23 procent slechts een procentpunt beter dan vier jaar geleden. De kloof met de PS neemt zelfs lichtjes toe. En wat de PS de voorbije jaren verloor, dat verloor ze niet aan de MR maar aan het communistische PTB. Die haalt bijna 10 procent, een fenomeen, maar is voor de N-VA een nog meer onmogelijke partner dan de PS. Samengevat: we overschatten de MR. Didier Reynders (MR) Didier Reynders (MR) © BELGA Uitroken En dan is er Di Rupo II. Al het bovenstaande levert voor alle andere partijen in heel het land argumenten om het zonder de N-VA te doen. De campagne is dat scenario aan het opwarmen: door het zo vaak over de N-VA te hebben, is die N-VA de inzet van de verkiezingen geworden. De huidige Vlaamse federale regeringspartijen halen in de laatste peilingen 40 van de 87 zetels, de N-VA 33. Die cijfers spreken voor een anti-N-VA-coalitie. Wat een Di Rupo II ook motiveert is de vijfjarige legislatuur. Alles loopt hoe dan ook vast, is dan de redenering: 'ze kunnen dat na 25 mei laten gebeuren, of het gewoon nog 5 jaar uitstellen, tot na de volgende kiezing in 2019.En dan hopen ze dat onze partij tegen dan is uitgeblust, de hype voorbij is en een foute voorzitterswissel plaatsvond' vreest een N-VA-bestuurder. Dromen En zo zal 25 mei het een en ander formaliseren: de kiezer zal de krachtverhoudingen herbevestigen die al anderhalf jaar in peilingen gelden, en daarmee ook de problemen vandien. Op die dag verandert weinig in de Belgische politieke demografie. Ze wordt wel in concrete zetels omgezet en voor een half decennium gebetonneerd. Het verhaal van de N-VA-campagne is op zichzelf staand consistent - zoals elk kiesprogramma. Met een duidelijke chronologie. De N-VA'ers smeden eerst een stevige Vlaamse regering. Ze stappen met die centrumrechtse as vanuit Vlaanderen naar een federaal overleg. Ze dringen de PS hun beleid op, in naam van Vlaanderen en dus België. De PS wil dat niet en stapt uit die Belgische formatie. Om dan enkele jaren samen met de vrienden van de FGTB te rebelleren tegen de Belgische regering. Uiteindelijk zal Wallonië zelf om het confederalisme vragen, het recht opeisend op haar eigen links beleid. En dat nog binnen die eerstvolgende legislatuur. Grondwetsartikelen kunnen dan aangeduid worden. Na 2019 kan het land de fameuze copernicaanse omwenteling beleven. 'Bij aanvang van 2020 zijn we confederaal, bijna onafhankelijk' hoopt een N-VA-kopstuk. Bart De Wever rekent dus op de PS. Op een bepaald moment in de tijd, na 25 mei, of later, zal de N-VA bij wijze van spreken dezelfde campagne als vandaag in Vlaanderen kunnen gaan voeren bij de PS-kiezers: het is jullie model of ons model. En jullie hebben wat ons betreft recht op jullie model. Als jullie dat PS-model willen, dan kan dat via het confederalisme, weg van België. En daar hebben wij niet geheel toevallig al het een en ander over uitgedacht. Bron: Knack Mening: Ik denk dat er vanalles gaat gebeuren na 25 mei. En zeker geen positieve dingen, maar een hoop gezever tussen N-VA en al de rest. Voor de rest kan ik me heel goed vinden in het gedachtegoed van de N-VA en vraag ik me af hoe het zou zijn om confederaal te zijn. Zij zijn de verdiende winnaars van 25 mei. Hoe men dat ook wil draaien of keren. De Vlamingen willen op zichzelf zijn, wel in één land, maar het wordt tijd dat het aanhangsel Wallonië voor zichzelf begint te zorgen. |