#1
|
||||
|
||||
Begraaf Europa niet te snel
Begraaf Europa niet te snel
Het Europese project is nooit vanzelfsprekend geweest. Ook al halen politici graag uit naar Brussel, toch weten ze dat het in hun eigenbelang is om boven op de nationale soevereiniteit een Europese verdieping te bouwen. In de heerlijke tv-serie Il Miracolo van de Italiaanse schrijver Niccolo Ammaniti – online nog te zien op Canvas – is Italië in de ban van een referendum over een Italexit. Zo ver is het gekomen met de Europese Unie, dat een fictiereeks volkomen realistisch overkomt. En ook in de aanloop naar de Europese verkiezingen is er geen gebrek aan zelfverklaarde begrafenisondernemers die doodsberichten opstellen voor het Europese project: de EU wankelt, staat op de rand van de afgrond, verkeert in een existentiële crisis en kan elk moment uiteenvallen. Vertel me iets nieuws, zou ik zeggen. Dieptezicht helpt altijd tegen kortzichtigheid. In het tweede deel van zijn memoires uit 1969, met de veelzeggende ondertitel ‘De l’espoir aux déceptions’, is de Belgische oud-minister van Buitenlandse Zaken Paul-Henri Spaak vernietigend voor de toenmalige Franse president Charles de Gaulle. ‘De generaal heeft nooit van het Verdrag van Rome gehouden’, begint het laatste hoofdstuk. ‘Hij was een tegenstander van de supranationale tendens in de teksten.’ De Gaulle kon niet leven met de macht van de Commissie en de meerderheidsbeslissingen die de soevereiniteit van het grote Frankrijk aantastten. De Franse president veroorzaakte in juni 1965 een van de grootste crisissen uit de geschiedenis van de EEG, die toen nog maar zeven jaar oud was. Hij kon niet leven met de meerderheidsbeslissingen in het gemeenschappelijke landbouwbeleid en reageerde met de legestoelcrisis: ‘In tegenspraak met zijn verplichtingen weigerde Frankrijk te zetelen in de Raad van ministers en verlamde het door zijn afwezigheid het leven van de Gemeenschap. Zo’n houding was illegaal’, schreef Spaak. Zes maanden hield Parijs het been stijf. Te veel steriele debatten Tien jaar later mocht de toenmalige Belgische premier Leo Tindemans een rapport schrijven over de weg richting een politieke unie. ‘De Europese idee heeft veel verloren van de kracht en de bezieling die er oorspronkelijk van uitgingen’, schreef hij. ‘Onze volken houden zich bezig met nieuwe problemen en waarden, waarvan in de Verdragen weinig of geen sprake is.’ Ook toen bleek er al een kloof met de burger te zijn, dus. ‘Te veel steriele debatten tasten de geloofwaardigheid van onze gemeenschappelijke onderneming aan’, stelde hij vast. ‘We zijn terechtgekomen in een crisisperiode met inflatiepercen*tages en een werkloosheid zoals de huidige generatie die nooit heeft gekend. Het is dan ook niet te verwonderen dat de Gemeenschap afbrokkelt door een overal voelbare opleving van eng nationale belangen.’ Tijdens zijn rondreis door Europa viel Tindemans ‘het overal verspreide gevoel van kwetsbaarheid en onmacht’ op. Tezelfdertijd ‘blijven de Europeanen diep gehecht aan de toenadering tussen onze volken, die in hun ogen iets vanzelfsprekends is.’ Actueel, toch? In een recent interview met Funke Mediengruppe, zei Europees Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker: ‘De EU verkeert in crisis. Ik hoor dat al sinds ik de eerste keer actief werd in Brussel – sinds december 1982, zolang loop ik hier al rond. Toen was het buzzword “euro*sclerose”. Ik hoor dat nu niet meer.’ In zijn eerste toespraak tot het Europees Parlement in 1985 merkte kersvers Commissievoorzitter Jacques Delors op dat de Europese Unie een periode van economische stagnatie meemaakte: ‘Europa slaagt er niet meer in om te beslissen, Europa gaat niet meer vooruit.’ Het tienjarige voorzitterschap van de Commissie onder de Fransman geldt stilaan als een unieke periode, maar toen stonden de sterren voor een keer uitzonderlijk goed: de val van de Berlijnse Muur, de unieke verstandhouding tussen Helmut Kohl en François Mitterrand, het kleinere aantal lidstaten. Maar ook toen liep niet alles van een leien dakje: bij de uitwerking van de *Europese en monetaire unie verzetten Duitsland en Nederland, vandaag de grootste verdedigers van begrotingsdiscipline, zich tegen een verregaande financieel-economische coördinatie, omdat ze geen inperking van hun soevereiniteit wilden. Het zou de Europese Unie bij de financiële crisis tien jaar geleden zuur opbreken. Voortdurend op de proef We zouden nog een tijd kunnen voortgaan om duidelijk te maken dat het Europese project nooit vanzelfsprekend is geweest en altijd een moeilijke oefening is gebleken. De voormalige Duitse president Richard von Weizsäcker legde in een boekje uit hoe dat komt. Het is voor een land tegennatuurlijk om vrijwillig bevoegdheden af te staan aan een supranationaal niveau. Het breekt met de eeuwenoude traditie in Europa van het Verdrag van Westfalen in 1648, dat de natiestaat bekleedde met soevereiniteit. Het is het ultieme bewijs van onmacht, en daarom een pijnlijke gebeurtenis voor nationale politici om toe te geven dat ze het op nationaal niveau niet meer ‘schaffen’. Tezelfdertijd blijven die nationale politici wel vechten voor de belangen van hun eigen lidstaat, aangezien ze op dat nationale niveau verkozen worden en dus moeten overleven. Die botsing levert onvermijdelijk hevige debatten en conflicten op. De voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger, vatte dat op de heldere manier die hem kenmerkt samen in zijn boek World Order uit 2015: ‘Europese landen hebben belangrijke delen van wat ooit hun soevereine autoriteit was, overgeleverd. Maar omdat de Europese leiders nog altijd via nationale democratische processen bekrachtigd of verworpen worden, zijn ze geneigd een beleid te voeren dat in hun nationaal voordeel speelt. Bijgevolg blijven er disputen bestaan tussen dezelfde regio’s in Europa.’ Hij spreekt van een cyclus die de legitimiteit van de Europese Unie zelf voortdurend op de proef stelt. Hoezeer hebben de Britten zich mispakt Dat was zo in 1965, dat is zo vandaag. De hevigheid van de nationale politieke debatten vinden we terug op Europees niveau. En die voortdurende politieke crisissfeer onttrekt een dieperliggend fenomeen aan het oog: terwijl de Europese politici voor de media en in het publiek fel uithalen naar ‘Brussels’, stemmen ze gestaag in met meer Europese integratie of samenwerking – om de eenvoudige reden dat het in hun eigenbelang is om boven op de nationale soevereiniteit een verdieping Europese soevereiniteit te bouwen, zoals de Franse president Emmanuel Macron het zo mooi verwoordde. Laten we kijken naar de voorbije vijf jaar. Er is een permanent Europees monetair fonds opgericht om de eurozone te beschermen tegen een nieuwe crisis, Frontex wordt uitgebouwd tot een Europees grensagentschap met op termijn 10.000 grensbewakers, er komt een Europese Arbeidsautoriteit die sociale fraude moet helpen tegengaan. Met dank aan Donald Trump zijn de eerste stenen gelegd voor de uitbouw van een defensie-unie. En hoezeer hebben de Britten zich mispakt aan de eensgezinde houding van de 27 lidstaten inzake de Brexit! De voorbije vijf jaar werden Commissie, Europees Parlement en lidstaten het eens over 348 dossiers, en in 90 procent daarvan was er unanimiteit binnen de Raad. Niet slecht voor een organisatie die aan de rand van het graf zou staan. Een ‘contra-intuïtief cijfer’, noemde Politico het met een understatement. De eurosceptische regeringen in Boedapest en Warschau pleiten intussen voor een stevigere Europese meerjarenbegroting voor de periode 2021-2027. Het valt op dat zelfs Marine Le Pen niet meer opkomt voor een Frexit. De nieuwe doelstelling van de eurosceptici is de verzwakking van de macht van de Europese Commissie en de ‘hernationalisering’ van bevoegdheden richting lidstaten. De Britse regering onder voormalig premier David Cameron deed die oefening al in 2015 via een doorlichting van de ‘balance of competences’ tussen de EU en de lidstaten. Viel dat even tegen: niets wees erop dat er manifest te veel macht lag in Brussel. Meer dan ooit vervlochten De Nederlandse nieuwe held Thierry Baudet droomt nog wel van een Nexit, maar zijn lijsttrekker bij de Europese verkiezingen, Derk Jan Eppink, noemde dat in 2014 nog economische dagdromerij: ‘Nederland exporteert jaarlijks voor 120 miljard euro naar de EU. Dat schept 1,5 miljoen banen bij grotendeels kleine en middelgrote bedrijven. Zodra Nederland uit de gemeenschappelijke markt treedt, staat dat op het spel’, verklaarde hij. De realiteit is dat de lidstaten van de Europese Unie vandaag inzake economie, veiligheid en politiek meer vervlochten zijn dan ooit. Wil dat zeggen dat het uitgesloten is dat er nog landen de EU verlaten en dat het hele project vroeg of laat uiteenvalt? Neen. Men kan een land niet verbieden zich in zijn ongeluk te storten. De geschiedenis leert ons dat alles mogelijk is. In Il Miracolo is er veel drama nodig om te maken dat de Italianen nog net tegen een Italexit stemmen. Maar als de Europese Unie ooit uiteenvalt, begint een kerngroep van landen de dag erna opnieuw. En dan zullen andere regeringen staan te dringen om te mogen toetreden, omdat ze beseffen dat er in de huidige globale context geen nationale soevereiniteit meer bestaat zonder een Europese soevereiniteit. DS, 09-05-2019 (Bart Beirlant) |