actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > ACTUALITEITSFORUM > BELGIË > Cultureel-maatschappelijk
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 22nd November 2006, 09:10
Stevie Stevie is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Jul 2004
Locatie: Gent
Posts: 23
Geboren voor het geluk

Knack 22/11/06


Vroeger was het geluk het domein van priesters en goeroes, tegenwoordig houdt ook de wetenschap er zich mee bezig. Hoe gelukkig zijn wij? En is het geluk te sturen? Een verhaal over genen, hersenen, vriendschap en reclame.

Mensen zijn vaak geneigd het slechtste in de dingen te zien. In gebeurtenissen en in andere mensen. Goed nieuws wordt als geen nieuws beschouwd: het spreekt voor zich dat de dingen goed gaan.


Die focus op het slechte zou een overlevingstrek zijn. Als we voorbereid zijn op het ergste, kunnen we anticiperen, kunnen we vermijden dat we ons ongeluk tegemoet lopen.

Politici zoals Jean-Marie Dedecker, die teren op misnoegdheid, scoren goed bij de kiezer. Het Vlaams Belang, dat het gezeur van de ontevredenen politiek vertaalt, haalt in een stad als Antwerpen bijna een derde van de stemmen. Nochtans is het haast nergens in de wereld beter leven dan in Vlaanderen. En nog niet content, de mensen!

Ook de menswetenschap lijkt zich te concentreren op het negatieve. De psychologie heeft zich de voorbije decennia diep over allerhande problemen gebogen, over angsten, depressies en neurosen. Er is een grote winkel vol therapieën en geneesmiddelen ontstaan in de strijd tegen 'een slecht gevoel'. Mensen met een negatief beeld van zichzelf en hun omgeving moeten worden opgemonterd. Dat lukt bij de ene al beter dan bij de andere.

Maar sinds een jaar of tien is er ook aandacht voor de andere kant van het psychologische spectrum. Voor de vraag of het mogelijk is mensen die op een normale manier tegen het leven aankijken, gelukkiger te maken. Het omgekeerde van de strijd tegen depressie dus: het stimuleren van een goed gevoel.

Het geluk was aanvankelijk het domein van priesters, therapeuten, zelfs goeroes. Sinds kort is het ook dat van wetenschappers. De wetenschap maakt zich sterk dat ze greep krijgt op wat ons gelukkig maakt en dus dat gevoel ook kan sturen. De wetenschap wil mensen gelukkig maken.

Want geluk maakt gezond. Daar worden steeds meer experimentele bewijzen voor verzameld. Het topvakblad Proceedings of the National Academy of Sciences meldde onlangs dat gelukkige mensen gezondere concentraties in hun lichaam hebben van stoffen die van invloed zijn op het functioneren van hart en bloedvaten. Lagere concentraties van het stresshormoon cortisol, bijvoorbeeld, die een lager hartslagritme garanderen. Of van het eiwit fibrinogeen dat mee verantwoordelijk is voor de kleverigheid van het bloed, maar dat in te grote hoeveelheden problemen met de bloeddoorstroming kan veroorzaken.

Niet alleen hart en bloedvaten profiteren van een geluksgevoel, ook longen en bloeddruk varen er wel bij. Het is duidelijk dat er van alles gebeurt in een lichaam wanneer iemand gelukkig is. Hij of zij levert gemiddeld vijftig procent meer antistoffen tegen een griepvaccin dan iemand die zich niet gelukkig (maar ook niet per se ongelukkig) voelt. Gelukkige mensen zijn, volgens het gespecialiseerde vakblad Health Psychology , minder verkouden en lopen minder risico op suikerziekte. Nederlandse bejaarden die zich gelukkig noemden, hadden over een periode van negen jaar gemiddeld vijftig procent minder kans om te sterven dan bejaarden die ongelukkig waren.

10.000 EURO PER JAAR
Wat de eerste belangrijke vragen doet rijzen. Wat is geluk, en wanneer is iemand gelukkig? Over de definitie en de meetbaarheid van geluk heerst geen echte eensgezindheid, maar er zijn tal van al dan niet wetenschappelijk verantwoorde methodes ontwikkeld om na te gaan hoe tevreden mensen met hun leven zijn en hoe ze scoren op een geluksschaal.

Algemeen wordt aangenomen dat gelukkige mensen niet veel aan hun leven willen veranderen. Ze voelen zich goed, zijn optimistisch en vaak ook vrij actief in hun omgeving. Psychologen onderscheiden drie elementen in het-zich-goed-voelen: plezier, engagement en betekenis, waarvan het eerste het minst belangrijke is, ondanks het feit dat veel mensen er bij voorkeur naar streven.

Er groeit ook meer duidelijkheid over welke mensen gelukkig zijn, en waarom. Geld, om te beginnen, maakt niet per definitie gelukkig - daar is ondertussen min of meer een consensus over. Als je aan je basisbehoeften kunt voldoen zonder elke dag te hoeven plussen en minnen, zit je goed. De jongste halve eeuw is onze koopkracht en onze materiële welstand enorm toegenomen. Vroeger waren de mensen tevreden als ze over een lapje grond konden beschikken, nu heeft een gezin gemiddeld meer dan twee auto's en zijn er meer gsm's dan mensen in het land. We hebben zoveel.

Maar het gemiddelde geluksgevoel van de mensen is sinds de Tweede Wereldoorlog niet meetbaar gestegen. We hebben meer, maar we zijn daarom niet gelukkiger geworden.

Studies hebben uitgewezen dat vanaf een gemiddeld jaarinkomen van 10.000 euro geld en geluk van elkaar losgekoppeld raken. Met minder dreig je voortdurend kopzorgen te hebben, met meer word je niet noodzakelijk gelukkiger. Enquêtes toonden aan dat mensen uit de Forbes 400 (de lijst met rijkste Amerikanen) niet beduidend gelukkiger waren dan de gemiddelde burger. Financiële onzekerheid maakt mensen angstig en eventueel depressief. Financiële zekerheid maakt mensen niet noodzakelijk gelukkiger.

Opvoeding en intelligentie hebben maar in beperkte mate met geluk te maken. Er zijn in alle intellectuele categorieën gelukkige en ongelukkige mensen. Religie is wel een goede indicator: gelovige mensen scoren gemiddeld beter op een geluksschaal dan niet-gelovige. Maar je mag je geloof niet forceren. Het moet er gewoon zijn, anders werkt het niet.

Jong zijn is geen garantie voor geluk. In feite zijn er meer oude dan jonge mensen gelukkig. Studenten zijn gemiddeld 3,4 dagen per maand ongelukkig, gepensioneerden slechts 2,3 dagen - dat is een dag verschil. Die discrepantie zou kunnen vergroten, want de kloof tussen oud en jong wordt breder. De oude generatie van nu investeert minder in haar jongeren. Gepensioneerden doen zelf het geld op dat ze vroeger aan hun kinderen zouden hebben gegeven. Kinderen erven pas van hun ouders wanneer ze zelf de pensioenleeftijd bereikt hebben. Meer kopzorgen op jongere leeftijd dus.

Gemiddeld zouden wij evenwel het ongelukkigst zijn als we tussen dertig en vijftig jaar oud zijn, en gebukt gaan onder de last van kinderen, leningen en een stressvolle loopbaan.

TV MAAKT NIET GELUKKIG
Een sterke factor om geluk te bevorderen zijn vrienden. Sociale interacties helpen mensen gelukkig te worden en te blijven. Veel tips om je geluk te bevorderen draaien om dat sociale aspect. Je kunt ook jezelf ervan overtuigen dat het goed gaat en je opperste geluksmomenten cultiveren, maar het is toch vooral raadzaam te investeren in vrienden en familie, in goede contacten. Scheldpartijen zijn uit den boze, focussen op de kleine fouten van anderen eveneens, net als het opfokken van wrok. Gelukkig zijn zij die het goede in de anderen zien en waarderen!

Gelukkig zijn met vrienden en familie heeft een sterke overlevingswaarde, zeker in het soort gemeenschap waarin onze voorouders miljoenen jaren lang geleefd hebben: kleine groepjes die moesten samenwerken om eten te vinden, kinderen groot te brengen en aan roofdieren te ontsnappen. Zich goed verstaan met andere mensen was voordelig, en raakte waarschijnlijk daarom gekoppeld aan een gelukkig gevoel. Geluk zorgde ervoor dat mensen die dingen bleven doen die het beste voor hen waren. Geluk kan bijgevolg beschouwd worden als een menselijke basiswaarde. Mensen zijn geboren om gelukkig te zijn, want het helpt hen te overleven.

Enquêtes tonen aan dat waar ook ter wereld de meerderheid van de mensen gelukkig is. Er zijn meer gelukkige dan ongelukkige mensen op aarde. Je zou het niet zeggen, als je het nieuws volgt. Maar er zijn natuurlijk een heleboel mensen die je nooit op het nieuws te zien krijgt, omdat ze nooit iets nieuwswaardigs meemaken. Die mensen zie je wel in, bijvoorbeeld, Man Bijt Hond . Misschien zijn dat de gelukkigen.

Er is ondertussen een batterij wetenschappelijke studies over geluksfactoren op de markt beschikbaar. Er is zelfs al een Journal of Happiness Studies , waarin artikels verschijnen met titels als: 'Gelukkige mensen worden gelukkiger door vriendelijkheid'. Een regelmatige gast in het blad is oncoloog Jan Bernheim van de Vrije Universiteit Brussel, die sterk geïnteresseerd is geraakt in de studie van het geluk.

Uitgever is psycholoog Ruut Veenhoven van de Erasmus Universiteit in het Nederlandse Rotterdam. Op zijn website (www2.eur.nl/fsw/research/happiness) vat hij alle vergaarde kennis over geluk samen. Een bezoek aan zijn site levert leuke inzichten op. Televisie kijken maakt niet gelukkig. Mensen die meer dan drie uur per dag naar de tv kijken, zijn een stuk ongelukkiger dan anderen. Wie een of twee glazen alcohol per dag drinkt, is gelukkiger dan geheelonthouders. Wie zijn werkritme zelf kan regelen is gelukkiger dan wie vastzit in een schema. Wie via referenda en andere instrumenten het gevoel krijgt deel te nemen aan de organisatie van zijn maatschappij, voelt zich ook goed.

Er is veel discussie over de vraag of geluk iets is wat we ervaren dan wel construeren op basis van een selectie van herinneringen. Daar is de wetenschap nog niet uit. Evenmin is ze uit de kwestie of we het geluk kunnen sturen, of we bewust gelukkiger kunnen worden. Want als geluk in de loop van de evolutie een grote overlevingswaarde had, zit het misschien in ons lichaam gebeiteld.

Dat is de eeuwige vraag naar het onderscheid tussen genen en omgeving. In welke mate hebben we greep op ons gedrag? Wat betreft het geluk is daar een jaar of tien geleden een antwoord op geformuleerd, op basis van onderzoek met vierduizend tweelingen: exact vijftig procent van het geluksgevoel is genetisch gestuurd, door genen die het karakter bepalen, die sturen hoe we tegen het leven aankijken, hoe sociaal we zijn, hoe we met stress omgaan. Factoren als huwelijk, inkomen, godsdienst en opvoeding leveren gemiddeld slechts 8 procent van iemands geluksgevoel. De rest komt van een wat vaag omschreven categorie die te maken had met de manier waarop iemands leven evolueert, want je hebt nooit volledig controle op wat er met je gebeurt. Omgevingsinvloeden dus.

ELEKTRISCHE ACTIVITEIT
Als het geluk deels genetisch vastligt, moet het ergens in het lichaam gemeten kunnen worden. En dat kan sinds goed een jaar inderdaad ook. Geluk is, volgens de Proceedings of the National Academy of Sciences , een verhoogde elektrische activiteit in de linker prefrontale lob van de hersenen. Hoe actiever deze hersenzone, hoe gelukkiger mensen zouden zijn. Dat is zelfs bij baby's al duidelijk. Sommige baby's worden gewoon gelukkig geboren, en dat is te zien aan hun hersenen.

Maar hersenen zijn, zeker bij kinderen, een plastisch orgaan dat zich voortdurend kan aanpassen. Negatieve ervaringen kunnen van een vrolijke baby een pessimistisch kind maken. Dan moet het wel gaan om systematisch terugkerende bijzonder negatieve ervaringen. Geregeld een kleine tegenvaller kan geen kwaad. Om geluk te voelen moet je er af en toe afstand van kunnen nemen, anders weet je niet meer dat je (ook) gelukkig kunt zijn. Het leert je ook omgaan met de negatieve momenten die in je leven opduiken.

Een gelukscentrum in de hersenen is één zaak, maar hoe weet een lichaam dat zijn hersenen gelukkig zijn? Door chemische stoffen die boodschappen van de ene cel naar de andere brengen, met op kop - waarschijnlijk - dopamine: een stof die het positieve gevoel van de linker prefrontale cortex naar de emotionele centra van de hersenen transporteert, zoals de nucleus accumbens. Gelukkige mensen hebben gevoeliger ankerplaatsen voor dopamine in deze zones van de hersenen dan andere. Van daaruit wordt de rest van het lichaam 'bewerkt', onder meer via de regulatie van de concentratie aan stresshormonen in het bloed. Die hebben dan weer invloed op andere aspecten van het lichaam, die wij als 'gezondheid' samenvatten.

De niet-verwaarloosbare genetische component van het geluk suggereert ook dat iedereen een soort standaardgeluk in zijn lichaam heeft, waarop hij neigt terug te vallen, zoals iedereen ook een standaardgewicht heeft. Soms wat minder, soms wat meer, maar gemiddeld gesproken heeft ieder zijn basisgeluksniveau. Dat verklaart waarom er in de slums van Calcutta relatief gezien evenveel gelukkige mensen wonen als in de villawijken van Schoten waar massaal op het Vlaams Belang wordt gestemd. Er zijn overal mensen die er in alle omstandigheden het beste van maken, maar er zijn ook overal kankeraars.

Studies wijzen uit dat lottowinnaars niet aanzienlijk gelukkiger worden. Patiënten die kanker overwinnen, komen vaak gesterkt en gelukkig uit de strijd. Mensen als triatleet Marc Herremans, verlamd na een zwaar ongeval, krabbelen overeind en geven weer zin aan hun leven. Dat geldt natuurlijk niet voor iedereen, maar de basisgedachte is dat iemand die gelukkig geboren is, ook makkelijker weer gelukkig zal worden na een zware tegenslag.

Het plotse verlies van een echtgenoot of van een baan is een ingrijpende gebeurtenis in het leven van een mens. Gemiddeld duurt het vijf tot acht jaar om zo'n verlies te verwerken. Maar op lange termijn staan ook die catastrofes geluk niet in de weg.

DAKLOos in calcutta
De stelling dat iemand een soort basisgeluk in zijn lichaam heeft, zou kunnen impliceren dat het weinig zin heeft te proberen gelukkiger te worden. Maar daar zijn psychologen ondertussen van terug aan het komen - anders zouden het geen psychologen zijn. Sommigen geloven zelfs dat lijstjes met tips best geluksbevorderend kunnen werken.

Mensen lijken niet alleen een ingebouwd geluksniveau te hebben, ze hanteren helaas ook een ingebouwd referentiekader. Ze kijken naar wat er in hun omgeving gebeurt om zichzelf te evalueren. Ze spiegelen hun 'geluk' aan dat van anderen. En daar dreigt van alles mis mee te lopen.

Omdat wij nu vooral door de reclame talloos vele manieren om nog beter te leven om ons hoofd geslagen krijgen, komt ons referentiekader onder druk. Reclame maakt ons duidelijk dat we nog veel meer zouden kunnen hebben, en maakt ons dus ongelukkiger dan we zouden kunnen zijn. De televisie confronteert ons steeds meer met een levensstijl die we nooit zullen bereiken. Krantenwinkels puilen uit van de magazines over rijk en glamoureus en succesvol zijn.

Hoe groter de kloof tussen wat we hebben en wat we niet kunnen krijgen, hoe moeilijker we het - volgens psychologen - zullen hebben om gelukkig te blijven. In Scandinavische landen is de kloof tussen arm en rijk klein, en zijn de mensen globaal gelukkiger dan elders. Vroeger was iedereen bij ons ongeveer even arm, en de zeldzame rijken zag je niet, zodat er weinig redenen waren om je zorgen te maken over je positie. Natuurvolkeren lijken gelukkig te zijn met het weinige dat ze hebben. De daklozen van Brussel en Parijs zijn ongelukkiger dan de daklozen van Calcutta, want ze worden voortdurend geconfronteerd met mensen die het beter hebben.

Dat is, volgens psychologen, de paradox van ons moderne leven: nooit eerder hadden we het zo goed, maar nooit eerder worstelden we zo met het gevoel dat we het nog beter zouden kunnen hebben, vooral omdat anderen het beter (lijken te) hebben. Reclame is een vorm van geestelijke vervuiling. Materialisme maakt mensen ongelukkig. Iemand die loonsverhoging krijgt, zal daar alleen tevreden mee zijn als iemand anders geen hogere opslag krijgt.

Het verlangen naar materiële goederen is de belangrijkste onderdrukker van geluk, schreef een wetenschapper in het vakblad New Scientist . Wat zich uit in, bijvoorbeeld, de vaststelling dat jonge mensen die focussen op geld, status en roem meer fysieke problemen (inbegrepen hoofd- en keelpijn) hebben dan andere. Mede daarom zijn er nog altijd zoveel ongelukkige rijke mensen, want ze willen almaar meer. De focus op geld maakt mensen blind voor wat hen gelukkig kan maken - zelfs wetenschappers die zich over het geluk buigen, beginnen uiteindelijk als goeroes of therapeuten te klinken.

Psychologen vragen zich nu af wat er in de nabije toekomst gaat gebeuren. Want alles wijst erop dat er grenzen zijn aan de groei, dat de generaties die op weg zijn niet meer dezelfde vanzelfsprekende materiële rijkdom zullen kunnen aanspreken als de uitbollende generaties. Als ze afgesneden worden van de hoop op verbetering, als ze geconfronteerd blijven met het gegeven dat het vroeger beter was, zou de algemene geluksschaal wel eens kunnen dalen. En dat kan niet de bedoeling zijn.

Dirk Draulans
__________________
The unbearable lightness of being...
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 06:35.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.