|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
De woekerende illusie van totale controle
Laat het los, laat het gaan
Het verband tussen een app die uw cholesterol monitort, het Europese geworstel met vluchtelingen en Donald Trump? Als je het goed doet, is het je eigen verdienste. Als je faalt, is het je eigen schuld. Hoe is het zo gekomen dat we met zijn allen (maar niet samen) ‘de chief executive officers van ons leven’ zijn geworden? Jongeren plannen zich te pletter. Dat schreef Jan Rosier hier vorig weekend in een veelgedeeld opiniestuk met de titel: ‘Een generatie controlefreaks’. De hoogleraar managementwetenschappen (UCD Dublin) en gastdocent aan de KU Leuven betoogde hoe millennials (18- à 33-jarigen) doordrongen zijn van een managementdenken ‘dat ervan uitgaat dat alles onder controle te brengen en te houden is’, dat ze niet meer om kunnen met het onverwachte, met risico en toeval. En hoe dat ten koste gaat van de solidariteit met de ander. Rosier meende dat het wel eens zou kunnen verklaren waarom het artsen in opleiding zo aan empathie voor de hinkende mens ontbreekt. En waarom hun focus vooral ligt op de eigen carrière. Want tot dat inzicht was de Gentse prof huisartsgeneeskunde Jan De Maeseneer gekomen in een eerder opgemerkt opiniestuk: ‘Wat is er mis met mijn studenten?’ Rosier situeert het fenomeen vooral bij jongeren, maar is er eigenlijk wel een leeftijdsgroep die er aan ontsnapt? Op de speelplaats hoor je zelfs kleuters wel eens uit volle borst het refrein van Disney’s Frozen zingen: ‘Laat het los, laat het gaan’. Best ironisch als je weet dat hun zelfs op die leeftijd al wordt bijgebracht om vooral niet los te laten. Het kruipt langs spleten en kieren van school en huis naar binnen. In Vlaanderen moet de euro nog vallen, maar in Nederland woedt al enige tijd een debat over prestatiedruk bij kleuters. De ukken zelf en hun ouders vinden het best fijn dat ze nog voor het eerste leerjaar al de juiste woordjes bij de juiste plaatjes kunnen leggen. Bravo bravissimo! Het streelt het ego. Maar het schiet door, waarschuwt de Algemene Onderwijsbond. Ook als ze spelen, moeten ze al leren. Wijkende horizon ‘Het werd me te veel, hoe ik mijn best ook deed’. Het is nog zo’n lijntje uit Frozen dat vooral de papa’s en de mama’s wel herkennen. En waarom ze zo massaal lezingen van Dirk De Wachter, Paul Verhaeghe of Griet Op de Beeck bijwonen. Het is met controledwang zoals met de horizon: je rent ernaartoe, maar hij wijkt altijd weer. Dat het – wat, hét, onbehagen? – leeft, merkte Jan Rosier aan zijn mailbox en de krant aan het aantal clicks. ‘Ik kreeg tientallen mails van onbekenden’, vertelt hij vanuit Dublin, enkele dagen na verschijnen van zijn opiniestuk. ‘Ik wist wel al dat er zoiets broeide, maar niet zo intens. Ik heb jaren in de industrie gewerkt en ik leg mij ook vandaag nog toe op het managementdenken in hoogtechnologische en biotechnische bedrijven. Ik hoorde wel vaker collega’s klagen over het systeem waarin ze meedraaien. Een systeem waarbij vertrouwen in en van het individu moet wijken voor controlezucht en planningsdwang.’ Hoe is het zo gekomen, dat we met zijn allen (maar niet samen) ‘de chief executive officers van ons leven’ zijn geworden? Juister: zijn moeten worden. Rosier, die het door de bril van de economische en managementwetenschappen bekijkt, traceert de bron van de controlitis terug naar ‘een aantal filosofische bewegingen van de 17de en 18de eeuw met denkers als John Locke en David Hume’. Natuurlijk bracht de Verlichting mens en wereld veel goeds. Maar er was altijd al een schaduwzijde. Als het individu zich door eigen weten en kunnen op een piëdestal kan hijsen, heeft hij het ook aan zichzelf te wijten wanneer hij er niet komt. Of er wel komt, maar er vervolgens weer afdondert. Wordt de mens het centrum, en duw je God of fatum naar de buitenbaan, dan wordt die mens ook ten volle aansprakelijk voor zijn doen en laten, slagen en falen. Wie zijn eigen meester wordt, is ook zijn knecht. Maar uit de hand liep het volgens Rosier pas toen ook economen met dat denken aan de slag gingen. ‘Je ziet het opduiken bij diverse scholen, met de School of Chicago van Milton Friedman en co op kop’, zegt Rosier. ‘Het individu staat centraal waardoor een omgeving wordt gecreëerd waarin ieder het beste wil voor zichzelf.’ Ignaas Devisch, professor ethiek, filosofie en medische filosofie aan de UGent, situeert de omslag naar wat hij ‘de moderne conditie’ noemt, ergens na de Franse Revolutie. ‘Vanaf dan gaan we ervan uit dat het leven iets is wat we zelf in handen kunnen en moeten nemen. De individuele vrijheid staat voorop. We moeten ons leven zelf vorm geven, we krijgen het niet van of worden niet langer gestuurd door de goden. En hoe meer controle je aan je leven kunt geven, hoe beter geslaagd je maatschappelijke situatie.’ No sky no limit Dat is mooi, het helpt de mens vooruit. Maar er is een angel. Hoe bedrevener je wordt in het plannen, hoe meer je gewend raakt aan de beheersbaarheid der dingen, hoe moeilijker je om kunt met het ongeplande. Of waarom je je achter het stuur een moment intens verloren kunt voelen wanneer de gps het begeeft of je een eenrichtingsstraat of een metrotunnel instuurt. Wie ooit de perfecte rechte heeft kunnen tekenen, krijgt de wubbes van een kromme. ‘Alles wat aan onze controle ontsnapt, wordt dan een bron van irritatie’, zegt Devisch. In een stuk in NRC noemde hij at random: een vuilniszak op de verkeerde plaats, een trein die vijf minuten te laat vertrekt, een te trage internetverbinding. ‘Het werkt op ons systeem. Het gaat om futiele zaken, maar omdat de rest allemaal vlot verloopt, blazen we het op. De Duitse filosoof Odo *Marquard noemt dat de wet van de toenemende ergernis. Precies omdat we redelijk veel controleren, kunnen we almaar moeilijker overweg met het toeval of het lot.’ Of dat ooit anders is geweest? Of het niet altijd pijn doet, als de hemel op je hoofd valt? Zeker, maar toch minder wanneer je vooraf al insjallah dacht. Als ook die hemel in je hoofd niet een van die borden was geworden waarvan je dacht: die hou ik wel in de lucht. Als de menselijke specie niet zo overmoedig was geworden om te geloven dat hij ook dát finaal wel kon managen. De kosmos als volgende te nemen horde in een ellenlang rijtje na carrière, gezin, gezondheid, businessplan, financiële markten – want die lieten zich toch regelen, nietwaar? De hemel? We’ll fix it. Geo- engineering, star wars, kolonisatie van Mars, no sky no limit. ‘Zodra je niet meer uitgaat van de idee dat het leven je overkomt’, houdt Devisch de voeten op de grond, ‘wordt de sturende vraag: hoe maak ik het leven tot wat ik denk dat het moet zijn. Hoe creëer ik de voorwaarden waarbij ik mijn bestaan kan uitbouwen in functie van mijn voorkeur.’ De comfortgevangenis Het is een geluk en een drama tegelijk, zoals die hele Verlichting, dat je als moderne mens nu eenmaal meer voorkeuren te behappen hebt. Dat is, voorbij filosofie of psychologie, een objectief gegeven. Zeker aan deze kant van de wereld is er sprake van absurde overvloed. Veel hiervan werd ooit door krachten buiten het individu om, in zijn plaats en voor hem, geregeld. We hadden er instanties zoals de zuil en de partij voor. Die lepelden zelfs de zin van het leven voor je op. Loopbanen op school en arbeidsmarkt waren vlakker, gezinsvormen eenduidiger. Minder aanbod, minder vraag, minder hoofdbrekers. Politici konden nog verkiezingen winnen met de slogan ‘De ervaren gids’ en de sociale zekerheid was een collectieve bescherming tegen individuele pech. Of dat was toch het contract. Het bood comfort, maar het was ook een gevangenis. Vooral voor diegenen die op eigen houtje verder wilden en konden springen. En dat waren er allengs meer dankzij toegenomen scholing en zowel sociale als fysieke mobiliteit. De muren van onze gevangenis brokkelden af, wat vast was, werd vloeibaar. Voor dat fluïdum bedachten we allerlei gonswoorden: flexibiliteit, modulair landschap, network society. De nood om meer ceo van je eigen leven te worden, groeide exponentieel. You’re on your own now, zoek het zelf maar uit. Het is, zoals gezegd, een zegen: noem het emancipatie, en een vloek: noem het keuzestress. Hetzelfde geldt voor de even exponentiële toename van de tools die het licht zagen om ons te helpen grip te krijgen op ons bestaan. App of je leven Er is een appje voor alles. Er is geen excuus meer om niet altijd en overal bereikbaar te zijn. Alle instrumenten zijn er om immer de regie te bewaren. Alles is er om rijk, goed, mooi, slim, geslaagd en sociaal te zijn. ‘Dit is het centrum van de moderne maatschappij’, zegt Ignaas Devisch. ‘De premisse is dat het leven verbetert naarmate we de levensomstandigheden beter beheersen. We zijn dan ook almaar meer gaan investeren in zaken die controle verschaffen, zoals technologie. De medische wetenschappen reiken ons de tools aan om het leven in eigen handen te nemen, van bij de geboorte tot aan de dood, en zelfs daar voorbij. De technologische evolutie wordt verkocht vanuit het idee dat we totale controle over ons leven zullen verwerven. Je ziet dat de laatste jaren inderdaad het sterkst geprojecteerd op de wereld van de apps. Dat belichaamt het ideaal van de zichzelf monitorende mens. Als je maar alle data, alle parameters in de hand hebt, zal het wel lukken. Vertrek je vanuit dat ideaal, dan wordt toeval een doorn in het oog. Loopt er iets mis dan is de intuïtieve reactie: “Dit is toch iets wat we niet meer kunnen verdragen in de 21ste eeuw?”’ Enter: neurose. ‘Hoe sterker het geloof dat je alles kunt beheersen, hoe meer je kapotgaat aan de poging om dat te doen. Dat is de worsteling van het individu in onze maatschappij vandaag.’ Het is de paradox van alle technologie: het ene antwoord creëert de volgende vraag. De genetica heeft ons DNA quasi helemaal ontrafeld en – zegt Devisch – ‘daarmee is bewezen wat we al wisten: de mens is een vat vol risico’s’. Devisch vergelijkt het ook met het verzekeringsprincipe. ‘Je tracht je in te dekken tegen alle mogelijke risico’s. Dat de mogelijkheid bestaat om je te verzekeren, maakt je juist des te scherper bewust van risico’s waar je tot dan toe nog niet bij stil had gestaan. De angst slaat je om het hart als iemand zegt: “Hoezo, jij hebt daar nog geen verzekering tegen?”’ Samen met die stress glipt ook een veranderde schuldvraag binnen. Er is geen fatum meer om het aan te wijten wanneer je niet succesvol bent. Er is een app die je waarschuwt wanneer het tijd is om je benen te strekken, er is er een die je cholesterol monitort, er is er zelfs een – we citeren een site op Google Plays – waarmee je ‘verdachte moedervlekjes bijhoudt en handige informatie krijgt over hoe je zonnebrand op de juiste manier moet gebruiken’. Geeft een seintje wanneer je móét smeren. Hoezo, je werd toch ziek? Dan schreeuwt het je toe in neonletters: JE HAD HET TOCH KUNNEN WETEN? Er is geen excuus meer. ‘Een Britse journalist onderzocht de verslaggeving over rampen’, vertelt psycholoog Roland Rogiers, die druk bijgewoonde piekercursussen organiseert. ‘In de jaren 50 werd er vooral bericht over hoe heldhaftig de bevolking de rampen doorstaan had. Eind vorige eeuw was de tendens duidelijk aanwezig om schuldigen te vinden. Allicht vanuit dezelfde waanidee dat als we de schuldige vinden, we het onder controle hebben en een volgende ramp kunnen uitsluiten.’ Alarminstallatie Die in een en dezelfde beweging uitdijende en vernauwende controledwang ziet Jan Rosier ook aan het werk in de manie voor tastbare, kortetermijntargets. ‘Wanneer bedrijven functioneren op basis van kwartaalresultaten, gaan ook de mensen die er werken, denken in termen van kwartalen. “Ben ik er nog volgende week of maand?” Dat sijpelt door naar het privéleven. Je krijgt de reflex dat mensen die aan het overleven zijn van kwartaal tot kwartaal, nog maar weinig incentive hebben om begaan te zijn met het overleven van anderen. Het wordt een struggle for life. Als je voortdurend moet focussen op het eigen hachje, schiet de solidariteit erbij in.’ De controlitis heeft politieke consequenties. Als succes geïndividualiseerd wordt, dan ook falen. Wie wint, heeft het aan zichzelf te danken. Wie verliest, moet het alleen zichzelf ten kwade duiden. Of hoe almaar luider geopperd wordt dat er voor mensen met een ongezonde levenswandel (wie rookt, zoekt het zelf) misschien wel een drempel moet worden opgeworpen in de toegang tot betaalbare gezondheidszorg. ‘Hoe meer mensen in een samenleving gaan vinden dat wie het niet maakt, dat aan zichzelf te danken heeft,’ zegt VUB-socioloog Theun Pieter van Tienoven, ‘hoe meer dat tot een norm verheven wordt en hoe meer mensen zich hieraan conformeren, zeker de jongere generaties.’ Zijn VUB-collega, Bram Spruyt leidt het door Mark Elchardus opgestarte TOR-onderzoek (Tempus Omnia Revelat of tijd onthult alles) en merkt hoe het controledenken ook doorsijpelt in politieke houdingen tegenover solidariteit. ‘Vandaag vind je maar weinig goede verdedigers meer van de verzorgingsstaat, of van het idee dat iedereen recht heeft op bijstand, ongeacht zijn risicogedragingen. Op rechts zie je een frontale aanval: “We kunnen nog knippen in de sociale zekerheid”, “We gaan de staat ontvetten”. En het enige antwoord dat links vandaag schijnt te hebben, is een antwoord in morele termen : “We moeten zorgen voor de sukkelaars”. Dat argument zal altijd te licht wegen. Een alternatief is mogelijk, bijvoorbeeld door er mensen op te wijzen dat veel van de zaken waar we echt waarde aan hechten – veiligheid, sociale cohesie – collectieve goederen zijn die alleen gerealiseerd kunnen worden als de ongelijkheid in een samenleving niet te groot wordt. Je kunt zoveel alarminstallaties hangen als je wil, de kans dat je je daardoor echt veilig voelt, is beperkt zolang de samenleving niet veilig is. Maar zo’n discours hoor je nauwelijks nog.’ Controle kan niet zonder alarm. En hoe meer alarmsystemen, hoe groter de illusie van controle. Bij mij zijt ge veilig, zei Wim Helsen. Bij Jan Jambon ook, in ruil voor een irisscan en een vingerafdruk. Intussen loopt Europa zich nu al maanden elke dag ‘te pletter op het idee dat we alle risico’s zouden kunnen beheersen’, zoals Devisch het uitdrukt. Achter dat vertoon van controlitis aan de fysieke grenzen van Europa schemert ook een morele grens door. Wat we zelf vergaard hebben, moeten we bewaken. Aan deze kant staan zij die door eigen verdienste welzijn en welvaart hebben opgebouwd. Aan gene kant staan zij die de controle verloren. Wie binnen wil, zal zijn hemel zelf moeten verdienen. Intussen boort aan de andere kant van de oceaan, waar het volgens Rosier dus allemaal begon met de School of Chicago, de karikatuur van die mix van totale controle en hyperindividualisme zich met Donald Trump een weg naar het hart van de politiek. Arm of ziek? Your shit is your responsability. En tegen Mexicanen en Syriërs bouwen we een muur. Blijven geloven Jan Rosier gaf in zijn opiniestuk een diagnose. Hij had het over ‘een overdosis zelfbeschikking, een filosofische levenshouding die paradoxaal genoeg kenmerken heeft van het moderne managementdenken’. Maar ziet hij ook een remedie? ‘Ik zie toch steeds meer ceo’s die nadenken over hoe we dat onhoudbare paradigma kunnen veranderen’, klinkt hij hoopvol aan de telefoon. ‘Ideeën over corporate governance winnen terrein. De focus verschuift een beetje van de winst voor individu en aandeelhouder naar de impact op omgeving en maatschappij. Ik zie het met name in de sector van de farma. Winst wordt daar al decennialang vooral bepaald door de gezondheid en de financiële draagkracht van het individu. Schuchter maar zeker borrelt intern ook al eens de vraag op: “Wat is de impact van een medicijn op een gemeenschap?” Ook in de managementwetenschappen wordt almaar vaker de vraag gesteld of we wel zo goed bezig zijn met theorieën die exclusief ontwikkeld zijn vanuit het individuele belang. Het is een proces van zeer lange duur, maar de beweging is toch ingezet.’ Ignaas Devisch geeft geen antwoorden, maar vertaalt de verhoopte correctie op de moderne maatschappelijke conditie wel in een aantal vragen: ‘Moeten we het ideaal van absolute controle wel in stand houden? Moeten we niet kritischer staan tegenover de belofte van een technologie die ons voorspiegelt dat we alles kunnen controleren? We laten ons graag meeslepen door dat ideaal omdat we zo graag willen dat het werkt. We blijven zo graag geloven dat het wel eens zou kunnen.’ Laat het los, laat het gaan. DS Weekblad, 05-03-2015 (Filip Rogiers)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB Laatst aangepast door Barst : 5th March 2016 om 17:48. |