actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Sociaal-wetenschappelijke achtergronden
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 7th August 2005, 23:41
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Japans getormenteerde oorlogsverleden

Japans oorlogsverleden / Kom niet aan de keizer


Zestig jaar nadat de Amerikanen de eerste atoombom gooiden op de Japanse stad Hiroshima om zo de Tweede Wereldoorlog te beëindigen, worstelen de Japanners nog altijd met hun geschiedenis.


De burgemeester van de Japanse stad Hiroshima zal vandaag, tijdens de jaarlijkse herdenking van de dag dat de Amerikanen een atoombom op de stad gooiden, zeggen dat er nooit weer zo’n bom mag vallen. Dat zegt hij elk jaar. Maar zestig jaar na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog wordt in Japan nauwelijks een woord vuil gemaakt aan Japans eigen aandeel in de Tweede Wereldoorlog.

Neem het Hiroshima Vrede- en Herdenkingsmuseum. Het grote, twee verdiepingen tellende museum is een indrukwekkende aanklacht tegen het gebruik van nucleaire wapens. Er zijn foto’s van de brandwonden van de slachtoffers van destijds, maquettes van de verwoeste stad, er is informatie over stralingsziekte en over het lijden van slachtoffers die de ramp aanvankelijk overleefden maar vele jaren later leukemie kregen. Er is een hele verdieping gewijd aan informatie over kernwapens in het algemeen, en recente kernproeven over de hele wereld in het bijzonder. Er zijn tekeningen van de overlevenden, die in aandoenlijke aquarellen hun herinneringen hebben verwerkt. Het zijn tekeningen van rivieren vol wegdrijvende lijken: de mensen die na de ramp verkoeling zochten voor hun brandwonden en verdronken, en zij die stierven door het vergiftigde water te drinken.

Maar alles wat het museum meldt over wat Japan zelf te maken heeft met die vreselijke gebeurtenis van 6 augustus 1945 zijn slechts twee opmerkingen, verstopt tussen honderden woorden op tientallen panelen in de eerste zaal. De ene opmerking luidt ’dat Japan deel begon te nemen aan de oorlog met de aanval op Pearl Harbor, de Amerikaanse marinebasis op Hawaii, op 7 december 1941’. De andere opmerking is dat ’de keizer op 15 augustus 1945 voor de radio aan het volk vertelde dat Japan zich had overgegeven.’

De tentoonstelling wekt de indruk dat de Verenigde Staten de bom alleen maar gooiden omdat ze een doelwit zochten voor de atoombom.

Ze zouden alleen dit nieuwe, nog niet gebruikte, wapen willen testen.

De arme inwoners van Hiroshima werden, zo geeft de tentoonstelling ons mee, het willekeurige slachtoffer van dit nare experiment.

Yasunori Hamamoto, chef van de permanente tentoonstelling van het museum, reageert aanvankelijk nogal vermoeid op de vraag waarom het museum zich uitsluitend richt op de slachtoffers van de atoombom en verzuimt aandacht te besteden aan de reden waarom de Amerikanen op 6 augustus 1945 een atoombom wierpen. ,,Die vraag wordt altijd gesteld.’’

Maar terwijl beneden in het museum Japanse schoolkinderen in hun marineblauwe broekjes en plooirokjes zich op een maquette door hun schooljuf laten wijzen waar de basisschool stond die door de atoombom werd weggevaagd, probeert Hamamoto op de bovenste museumverdieping toch te antwoorden. Hij wil best praten, maar het ligt gevoelig. ,,We kunnen de moeders die tijdens de ramp hun kind verloren, toch niet zeggen dat Amerika die bom gooide, omdat Japan andere Aziatische landen binnenviel?”

Praten over de Japanse rol van agressor in de Tweede Wereldoorlog is nog altijd taboe. In het Japanse geschiedenisonderwijs wordt met zevenmijlslaarzen over de Tweede Wereldoorlog heengestapt. Japan heeft de troostmeisjes en de landen die onder de voet werden gelopen wel enkele malen zijn excuses aangeboden, maar Japan heeft dit niet zo vaak en ruimhartig gedaan als Duitsland. Ook weigert Japan herstelbetalingen te doen aan individuele slachtoffers. Volgens Japan is de schadeloosstelling van slachtoffers afdoende geregeld in de verdragen die Japan na de oorlog heeft gesloten met de landen. Dit geld ging naar de regeringen van onder meer China, Korea, en ook Nederland, dat in de Tweede Wereldoorlog onder de Japanse bezetting leed in Indonesië. De regeringen hebben de ontwikkelingshulp wel dankbaar aanvaard, maar de oorlogsslachtoffers vinden dat het hier niet bij kan blijven. Nog maandelijks zijn er in Japan rechtszaken van slachtoffers die financiële compensatie willen. De Japanse rechter wijst dit steevast af.

Het feit dat Japan wegkijkt van zijn eigen rol in de oorlog, schaadt Japan. Toen in april bekend werd dat in nieuwe Japanse schoolboeken opnieuw de oorlogsmisdaden werden gebagatelliseerd die Japan in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw in China heeft begaan, gingen in China duizenden mensen uit woede de straat op en werden vernielingen verricht aan Japanse bedrijven in China. In juni nog liep Japan een belangrijke investering in China mis toen de aanleg van een snelle trein in China werd gegund aan Frankrijk in plaats van aan buurland Japan, dat de eerste snelle treinverbinding ter wereld had.

Verstrekkender is misschien nog dat Japans ambitie om een permanente zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties te krijgen, in september zeker wordt geblokkeerd door China, dat als permanent lid van deze raad zijn vetorecht zal gebruiken. De oorlog heeft hier alles mee te maken.

Waarom maakt Japan, als het zoveel hinder ondervindt van zijn struisvogelgedrag, geen schoon schip met zijn verleden? En waarom, als het Japanse geschiedenisonderwijs tekortschiet, besteedt het Hiroshima Vrede- en Herdenkingsmuseum niet meer aandacht aan de historische context van de atoombom?

Hamamoto: ,,Japan is er nog altijd niet klaar voor onder ogen te zien dat het zelf verantwoordelijkheid draagt voor de atoombom.’’ Hij benadrukt dat hij op persoonlijke titel spreekt. ,,Als lid van de museumstaf mag ik geen commentaar geven op zulke vragen.’’ Die opmerking is heel Japans. Er is niemand die hem de dienstopdracht heeft gegeven zijn mond te houden over de museumkoers of over Japans oorlogsverleden. Hij rekent het zelf tot zijn verantwoordelijkheid om als lid van de museumstaf de officiële staatskoers uit te dragen. Zo gaat dat in Japan. Het land is een democratie, er is geen censuur. Maar een eeuwenlange traditie van autoritaire leiders heeft de Japanners loyaal gemaakt aan hun baas en aan het gezag. Het gaat de Japanners bovendien goed. Er is welvaart, het land is veilig, en dat allemaal zonder dat ze er ooit zelf veel inspanning voor hebben hoeven leveren. Veel Japanners geloven oprecht dat het beste is om de leiders de ruimte te geven.

,,Persoonlijk’’, zegt Hamamoto dus, ,,denk ik dat Japans verkrampte omgang met de oorlog draait om de rol van de keizer.’’ Wie logisch nadenkt, komt tot de conclusie dat keizer Hirohito, die in 1989 overleed, een oorlogsmisdadiger was ,,In zijn naam werden eerst in 1931 Noord-China binnengevallen en werden later vanaf 1937 vele Aziatische landen bezet.’’. Het is onduidelijk hoe precies Hirohito’s verantwoordelijkheid lag, maar zeker is dat hij op zijn minst actief deelnam in de regeringsvergaderingen die tot die oorlogen leidden. Sommige historici geloven dat hij persoonlijk tot die oorlogen besloot, maar officieel is hierover niets bekend.

Ook wat er precies gebeurde na de bom op Hiroshima, is nooit officieel bekendgemaakt. Niemand weet waarom Japan zich na die gebeurtenis niet direct overgaf en waarom de Amerikanen, op 9 augustus, nog een tweede atoombom op Nagasaki moesten laten vallen om Japan zover te krijgen dat het capituleerde. Voor die beslissing genomen werd, duurde het ook nog tot 15 augustus. ,,Er zijn wel boeken over geschreven, individuele historici hebben er onderzoek naar gedaan. Maar een officiële staatslezing is al die tijd uitgebleven. Het is nog steeds moeilijk om over die periode te praten.’’

Het zijn, denkt Hamamoto, aanwijzingen dat keizer Hirohito persoonlijk een groot stempel drukte op de beslissingen, die met de huidige kennis als misdadig beschouwd moeten worden. ,,Een officieel historisch onderzoek is op dit moment uitgesloten. Het ligt heel gevoelig Hirohito te beschuldigen van iets, of hem zelfs maar in de context van de oorlog ter sprake te brengen.”

Reden is dat de keizer eeuwenlang als een god werd beschouwd. Niet veel Japanners zullen de huidige keizer Akihito, de zoon van Hirohito, als een god zien. Maar te veel mensen geloven nog dat het systeem van het keizerrijk zo goed is, dat het niet bekritiseerd mag worden. Het heeft het land welvaart en veiligheid gebracht.

Het keizerrijk werd in 1868, na een onrustige periode waarin landheren, shogun, het voor het zeggen hadden gehad, in ere hersteld. De toenmalige regering gebruikte het systeem en de macht van de keizer om intern de macht te behouden en in het buitenland oorlogen te voeren. Het volk werd gehersenspoeld en er werd misbruik gemaakt van de loyaliteit van het volk aan en het respect voor de keizer.

De regeringen van de jaren na de oorlog, de huidige regering inclusief, borduren voort op diezelfde sentimenten en hebben te veel baat bij het keizerlijke systeem om kritiek hierop te kunnen dulden. Mocht zulke kritiek er komen, dan kan immers de hele machtsstructuur van Japan uit balans raken. De regering die vanaf 1955 tot heden onafgebroken in handen is van de conservatieve Liberaal Democratische Partij LDP, die ook steeds de premier leverde – op een korte periode van 1993 tot 1996 na – doet alles om de macht te behouden. Daarom mag het onderwerp oorlog zelfs niet aangestipt worden. Want kom je aan de oorlog, dan kom je aan de keizer, en kom je aan de keizer, dan kom je aan de politici die nu in het zadel zitten.

Dit mechanisme wordt nog versterkt doordat sommige LDP-politici zelf ook oorlogsmisdadigers waren. Bijvoorbeeld Kishi Nobusuke, die minister was in de vooroorlogse regeringen en ook tijdens de oorlog. Hij werd in 1945 gevangengezet en als ’Klasse A oorlogsmisdadiger bestempeld, een oorlogsmisdadiger van de allerergste soort. Sommige van die Klasse A oorlogsmisdadigers zijn later door rechters van het internationale Tokio-oorlogstribunaal ter dood veroordeeld. Maar Kishi en enige andere misdadigers werden door de Amerikanen weer vrijgelaten. Het Tokio-tribunaal werd vroegtijdig opgeheven toen na de Tweede Wereldoorlog de Koude Oorlog uitbrak. De Verenigde Staten, die Japan na de oorlog nog tot 1952 bezethielden, hadden de vriendschap van Japan te zeer nodig in de strijd tegen het communisme van Rusland en China, om de oude politici nu te hard te vallen. Ook de keizer werd gespaard omdat de Verenigde Staten hem nuttig vonden bij het opzetten van een nieuw landsbestuur. Oorlogsmisdadiger Kishi was van 1957 tot 1960 premier van Japan.

Hoezeer Japan voorbij gaat aan de gevoeligheden in de buurlanden, bleek ook weer in mei, toen de Japanse politici een wet aannamen die bepaalde dat een bestaande Japanse feestdag voortaan wordt vernoemd naar keizer Hirohito’s heerschappij.

Het baart conservator Hamamoto zorgen dat de mensen die nu in Tokio in het zadel zitten, zich meer druk maken om hun eigen positie dan om de internationale positie van Japan. ,,De politici denken alleen aan zichzelf.’’ Maar ondanks zijn zorgen, gelooft hij niet dat zijn museum iets aan de situatie zou kunnen veranderen. Veel medewerking van de staat krijgt het museum niet. Er is wel eens een verzoek gedaan een historisch studiecentrum aan het museum te verbinden, maar daarvoor werd, uiteraard, geen geld beschikbaar gesteld. Maar zelfs als hij als hoofd van de permanente tentoonstelling, één zaal zou inrichten met de Amerikaanse kijk op de zaak, verwacht hij al dat er te veel kritiek zou komen van de overlevenden van de ramp. Zelfs nu balanceert het museum, volgens veel van de overlevenden, al op het randje van wat dragelijk is voor die slachtoffers. Een van hen is de huidige directeur van het museum. Het museum beperkt zich daarom nadrukkelijk tot de taak een stadsmuseum te zijn voor Hiroshima en zij die geleden hebben door de atoombom.

Hamamoto gelooft niet dat het probleem ooit wordt opgelost. ,,Er zijn nu nog te veel mensen tegen. Maar als straks iedereen dood is die de oorlog heeft meegemaakt, wordt het nog moeilijker onderzoek te doen naar Japans oorlogsgeschiedenis omdat dan niemand er meer van kan getuigen.’’ Hij zit ermee. ,,Het is gevaarlijk” zegt hij zelfs. Als Japan zijn geschiedenis niet kent en tegelijkertijd zo gezagsgetrouw blijft, kan het land gemakkelijk opnieuw tot oorlog komen. We weten het, maar we doen niets.’’ Verontschuldigend voegt hij toe: ,,Dit is typisch Japans. Vanuit een rationele manier van denken is het moeilijk te begrijpen.”




Halfslachtig excuses, steeds dezelfde formulering
Het erkennen van de Japanse wreedheden en het aanbieden van de excuses kwam in Japan maar laat op gang. In de jaren zeventig gebeurde dit heel incidenteel, en pas in de jaren tachtig veelvuldiger. Japanse politici die zich in binnen- of buitenland publiekelijk verontschuldigden, werden hiervoor bovendien later in eigen land niet zelden door andere politici op de vingers getikt. Zulke terechtwijzingen en de discussies die er ontstonden over de excuses, wekten in het buitenland de indruk dat de excuses niet erg gemeend waren. Dat geldt ook voor het feit dat de gekozen woorden vaak dezelfde zijn. Afgelopen april sprak de Japanse premier Koizumi onder druk van een rel over Japanse schoolboeken tijdens een Aziatisch-Afrikaanse top in Jakarta de woorden: ,,In het verleden heeft Japan door zijn koloniale overheersing en agressie enorme schade en lijden toegebracht aan de bevolking van vele landen, vooral in Azië.”. Exact die woorden sprak Koizumi al eerder in eigen land tijdens de herdenking van Japanse oorlogsdoden.

Exact die woorden schreef tijdens de vorige kabinetsperiode, in 2000, een woordvoerder van het Japanse ministerie van buitenlandse zaken als ingezonden stuk in de New York Times. Precies die woorden gebruikte premier Tomiichi Murayama in 1995 bij de 50-jarige herdenking van het aflopen van de Tweede Wereldoorlog. Het maakt op de slachtoffers een ongeïnteresseerde indruk.

Trouw, 06-08-2005
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 01:20.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.