Pessimisme over wetenschapsstudenten


BRUSSEL - Het aantal studenten wiskunde, technologie en wetenschappen is de voorbije jaren gedaald.


De voorbije acht jaar is het aantal studenten wetenschappen, toegepaste wetenschappen en biomedische wetenschappen met 5,1 procent gedaald. In de professionele bachelors industriële wetenschappen, technologie en informatica bedraagt de daling in die periode 1,3 procent. De academische opleidingen van de hogescholen, ten slotte, hebben hun studentenaantal industriële wetenschappen en technologie met een kwart zien dalen.

Dat blijkt uit een berekening die de onderwijskundigen Jef Verhoeven en Kurt De Wit hebben gemaakt, en die in het jongste nummer van het onderwijstijdschrift Delta staat.

De daling steekt af tegen de stijging van het totale aantal studenten in het Vlaamse hoger onderwijs. De voorbije jaren gaan steeds meer mensen naar een hogeschool of universiteit (zie grafiek). Maar die stijging is er vooral dankzij boomende opleidingen als psychologie en lerarenopleiding.

De daling van de 'harde' studierichtingen is alarmerend omdat de Europese Commissie in haar Lissabonstrategie vraagt dat het aantal afgestudeerden in precies wetenschappen, wiskunde en technologie tussen 2000 en 2010 met vijftien procent zou stijgen.

Een andere opvallende vaststelling in de berekening van Verhoeven en De Wit is dat zestig procent van de universiteitsstudenten in maar zes van de 21 studiegebieden is ingeschreven. Die concentratie is de voorbije jaren ook niet zoveel veranderd. Rechten en aanverwante wetenschappen staan op nummer één, (toegepaste) economische wetenschappen op twee en psychologie op drie.

In de hogescholen hebben handelswetenschappen en bedrijfskunde altijd op de eerste plaats gestaan. De tweede plaats was traditioneel voor industriële wetenschappen, maar in de loop van de voorbije jaren heeft de lerarenopleiding die plaats ingenomen.

Op dit moment zijn de vrouwelijke studenten zowel aan de hogescholen als aan de universiteiten in de meerderheid (54,5 en 55,1 procent). Meisjes hebben hun meerderheid aan de hogescholen al in 1985 veroverd. Aan de universiteiten heeft het tot 1996 geduurd vooraleer de vrouwen in de meerderheid waren.

www.vlir.be

www.vlhora.be


DS, 18-09-2008 (pl)

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB

Ik denk dat de daling te wijten is aan het ruimere aanbod van studiemogelijkheden.
Meer en meer studenten zijn volgens mij meer geïnteresseerd in het menselijk leven en zijn doen en denken en kiezen dan voor psychologie.
Aangezien er meer vrouwen gaan verder studeren, die waarschijnlijk ook wel denken aan een gezin later, wordt er ook sneller gekozen voor een lerarenopleidindg, omdat ze dan later thuis zijn wanneer hun kinderen thuis zijn.
Hierdoor komt het volgens mij dat er minder studenten geïnteresseerd zijn in de wetenschappelijke vakken. Ook omdat deze niet onmiddellijk de gemakkelijkste zijn, het is niet iedereen gegeven om zulk een hoge studie aan te gaan. Vooral omdat de hoeveelheid wiskunde en het nodige wetenschappelijk inzicht niet te onderschatten zijn. Hiermee wil ik niet bedoelen dat andere richtingen wel gemakkelijk zijn, zeker niet, maar ik denk dat deze meer toegankelijk zijn voor studenten.
En dat de vrouwen de meerderheid hebben, vind ik op zich een heel goed punt. De onafhankelijkheid van de vrouw wordt hiermee nog eens verduidelijkt