actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Sociaal-wetenschappelijke achtergronden
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

 
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 2nd July 2016, 03:24
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Lightbulb Wachten op de volgende Zwarte Zondag

Wachten op de volgende Zwarte Zondag


In een halve eeuw tijd zijn CD&V, SP.A en Open VLD, bijna de helft van hun kiezers kwijtgespeeld. Toch krioelen hun tentakels nog volop in de bovenlagen van dit land. Dat zal zich vroeg of laat wreken, vreest Luc Huyse.



Over de politieke partijen in ons land geraakt de pers niet vlug uitgepraat. Onlangs ging het over hun portemonnee, over het geld dat zij van u en mij krijgen. Is het niet veel te veel, hoorde je vragen.

Of de partijen met andermans geld boven hun stand leven, is zeker het bekijken waard. Maar die kwestie verbergt een veel gewichtiger vraag: zijn hun vele privileges, waaronder hun dotatie, vanuit democratisch opzicht nog gerechtvaardigd? Ik heb bij sommige zo mijn twijfels.

Van alle partijen die in België actief zijn, staan er enkele al een eeuw als dirigenten op het veld: de christendemocratische, de socialistische en de liberale. Daarom zijn zij het tot wie die vraag vooral gericht moet zijn. Hoe groot hun democratische meerwaarde is, hangt onder meer af van het aantal mensen dat zij bereiken, van hun sociaal kapitaal in de bevolking. Hun gezamenlijke score bij verkiezingen wijst ons de weg.

Die is in de loop der jaren fel afgenomen. In 1961, bij de Kamerverkiezingen, verzamelden zij samen net geen 80 procent van de ingeschreven kiezers. In 1999 was dat gezakt tot 54,2 procent. En het cijfer daalde in 2014 tot 49,1 procent. Meer dan de helft van de kiesgerechtigde bevolking heeft zich van hen afgekeerd. Er is een verklaring gezocht in de verkruimeling van de ‘grote politieke verhalen’. Hun ideologisch erfgoed, wordt gezegd, sluit al geruime tijd niet meer naadloos aan bij de metamorfoses die de samenleving heeft ondergaan. Bovendien maakte partijtrouw vroeger deel uit van een veel bredere verbondenheid met gelijkgestemde medemensen: ‘wij socialisten, wij christendemocraten’. Daar was de nu verdampte geest van de verzuiling verantwoordelijk voor. Eertijds was ook het stemadvies van bevriende organisaties, zoals vakbonden en ziekenfondsen, van goudwaarde. Nu nog nauwelijks.


J’y suis, j’y reste

Tot in de vroege jaren 80 gaf hun dominante positie deze partijen een feitelijk alleenrecht op regeringsdeelname, op royaal bemande kabinetten, op politieke benoemingen in de publieke sector, op geprivilegieerde aandacht in de media. Je zou verwachten dat zij door het ondertussen opgelopen stemmenverlies een flink deel van hun monopolie kwijt zijn geraakt. Toch is dat niet gebeurd. Tussen 1961 en 2014 zitten slechts acht jaren waarin andere spelers in een nationale regering toegelaten werden. De klassieke drie hebben een halve eeuw lang in wisselende coalities alleen baas gespeeld. Vooral de christendemocraten hebben, aan beide kanten van de taalgrens, van overleven een kunst gemaakt. In 1961 wisten zij bij de Kamerverkiezingen 36,4 procent van de ingeschreven kiezers aan zich te binden. In 1999 was dat cijfer gehalveerd (16,8 procent). Sinds 2014 is het nog slechts 14,1 procent. Bijna twee derde van hun aanvankelijke aanhang is verdwenen. Toch maakten zij ondertussen deel uit van de overgrote meerderheid (85 procent) van de Belgische regeringen. En in 23 van die 26 kabinetten leverden zij de premier. Al die cijfers roepen ongemakkelijke vragen op. Hoe komt het dat electoraal gewichtsverlies niet of nauwelijks tot machtsverlies leidt? Wat zegt dat over de invloed van de kiezer? Ligt daar de bron van het nu ruim verspreide wantrouwen in de bevolking? Straks meer daarover.

Het is het oude verhaal van j’y suis, j’y reste. Alle politieke partijen zijn heel erg op zelfbehoud bedacht. Zij waarover het hier gaat, zijn geen uitzondering. Met een rist handigheden en wat geluk hebben zij de kiezer buitenspel gezet en zo hun machtsposities gevrijwaard. Ik bespreek er drie.

1. Deze partijen zijn geïnfiltreerd in de periferie van de politiek: intercommunales, energiebedrijven, deels geprivatiseerde overheidsbedrijven en zelfs het zakenleven. De Optima-zaak heeft de discussie daarover weer verhevigd. Dat brengt ons op een eerste spoor. Het is opvallend hoe de betrokken partijen in zulke dossiers elkaar sparen. Marc Hooghe spreekt zelfs van een omerta (DS 27 juni). Zo blijft hun aanwezigheid in al die zones verzekerd. Ook elders slaan deze partijen de handen in elkaar om samen de markt van de macht bezet te houden. De hardnekkigheid waarmee het systeem van de partijpolitieke benoemingen in tal van sectoren overeind blijft, vindt daar haar oorsprong. Al jaren is geweten dat die bemoeizucht nefast is voor de goede gang van zaken. Het gesukkel in de NMBS is daarvan een overtuigende demonstratie. Toch verschijnen bij elke regeringsvorming weer lijstjes van de onder elkaar afgesproken benoemingen. Het brengt blijkbaar op. Het signaal is: investeer in onze partij, het zal lonen. Een geparachuteerde partijman of -vrouw produceert bovendien, als vooruitgeschoven luisterpost, vitale informatie. Daarmee blijft de kennisvoorsprong op de partijen van de tweede rang en op groepen van lastige burgers ongeschonden.

Het is niet anders in de kwestie van de volumineuze en bedilzieke kabinetten. Altijd weer is er de roep om afschaffing, want zij lopen de topambtenaren in de weg en injecteren de partijpolitiek in een gebied dat er vrij dient van te zijn: de openbare diensten. Maar voor partijen aan de macht zijn zij nuttige, door de gemeenschap betaalde, privéstudiediensten. En zij zijn bij uitstek visvijvers voor partijpolitieke benoemingen. Jawel, er wordt geregeld beterschap beloofd, minder en kleinere hofhoudingen, maar meer dan lippendienst is het niet. Ook daarin is er wederzijdse rugdekking.

2. Vele jaren lang waren de groten uit het middenveld en de klassieke partijen als het ware met elkaar getrouwd. Het was een huwelijk met een hoog rendement. Organisaties zoals de vakbonden waren leveranciers van loyale kiezers, van medewerkers voor de ministeriële kabinetten, van steun in delicate dossiers. In ruil mochten zij rekenen op toegang tot de politieke achterkamers. Daar zit nu de mot in. De arbeidersbewegingen, bijvoorbeeld, zijn niet meer in zo’n goede doen. En veel van hun leden zijn electorale heen-en-weer-lopers – niet langer beschikbaar als ruilmiddel. Toch is de vervlechting nog deels intact. In de kabinetten zijn ook vandaag experts uit het middenveld te vinden. Het helpt de partijen om boven hun gewicht te boksen.

3. Die partijen hebben ook gretig geprofiteerd van het optisch bedrog waarvoor sommige politieke redacties zorgen. In de berichtgeving ontstaat soms een wanverhouding tussen de belichting die deze partijen krijgen en hun fel gedaald gewicht in het kiezerskorps. Een tweet van Gwendolyn Rutten, een sneer van Bruno Tobback, een uitglijder van Kris Peeters: die krijgen volop krantenpapier en zendtijd. Dat zet de partijen gratis op de scène en houdt zo de fictie in leven dat het om reuzen gaat.


En de andere partijen?

In Vlaanderen hebben Vlaams Belang en Groen niet de kans gekregen om te bewijzen dat zij het anders zouden doen. De N-VA wel. Sinds 2004 bestuurt de partij al mee in de Vlaamse regering. En ze maakt ook al enige tijd deel uit van de federale bestuursploeg. Gelet op haar hang naar verandering was te verwachten dat zij de huiscultuur van haar coalitiegenoten de rug zou toekeren. Dat lijkt niet te gebeuren. Inzake politieke benoemingen claimt zij luidop het recht op een inhaaloperatie. Dat is goed voelbaar in de NMBS waar, euh, een benoemingstrein op het spoor is gezet. Ook haar ministeriële kabinetten zijn lijvig en dienen nu al als tussenstap voor trouwe dienaren op de weg naar een topjob in de brede omgeving van de politiek.

De partijen die België al decennialang besturen, hebben ervaren dat een dramatisch verlies aan kiezers hun machtspositie niet of nauwelijks heeft aangetast. Daar zijn twee risico’s aan verbonden. Het heeft hen verhinderd om ideologisch en programmatisch weer aansluiting te zoeken bij wat ondertussen in de samenleving is veranderd. En hun legitimiteit in de bevolking is wel degelijk ernstig verzwakt. (Trouwens, een verdere vermarkting van de verkiezingen, via meer campagnegeld en radiospotjes, zal dat nog aanwakkeren.) Elders in Europa hebben populisten een gelijkaardige ontwikkeling op een grimmige manier aan de oppervlakte gebracht. Geert Wilders in Nederland, Marine Le Pen in Frankrijk, Beppe Grillo in Italië en waar nog al niet. België zal ook op dat vlak geen eiland blijven. Het is wachten op een volgende Zwarte Zondag. Het minste wat de betrokken partijen kunnen doen, in afwachting van de aanmaak van een nieuw en pakkend ‘groot verhaal’, is komaf maken met wat hun machtspositie kunstmatig beschermt: de partijpolitieke benoemingen, de kabinetten als infuus, de kolonisering van sectoren in de buurt van de politiek. Zij zijn de vrucht van automatismen, van oude gewoonten, van het niet kunnen laten, van de angst dat wie er mee ophoudt, verdoemd zal zijn en van het niet willen inzien dat het systeem uiteindelijk zelfvernietigend werkt. Waarom die praktijken nog langer in stand houden?


DS, 02-07-2016 (Luc Huyse)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
 


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 22:50.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.