actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > ACTUALITEITSFORUM > MILIEU / GEZONDHEID / MENSENRECHTEN > Overige 'milieubijdragen'
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 7th December 2007, 12:30
Lieve De Wachter Lieve De Wachter is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Sep 2006
Locatie: Geel
Posts: 78
Onze natuur wordt uniform

Onze natuur wordt uniform

Vlaanderen staat onder sterke druk van de mens. Dat heeft effecten op de rest van het leven: soorten die de mens verdragen doen het goed, andere verdwijnen.

Dat de Vlaming een sterke druk legt op zijn dichtbevolkte leefomgeving is al lang geen nieuws meer. Dat het, ondanks voorlichting en inspanningen, almaar erger wordt ook niet. Toch blijven natuurbehoudorganisaties rapporten spuien en blijven ze hameren op de dwingende noodzaak tot beterschap: we moeten meer respect hebben voor onze natuur. Zo liet het Wereldnatuurfonds (WWF) twee weken geleden weten dat, ondanks technologische vooruitgang, de druk op de Europese natuur sterker is gegroeid dan de Europese bevolking zelf. Er lijkt dus in de verste verte nog geen sprake van duurzame ontwikkeling, vooral omdat milieukosten zelden meegerekend worden in economische beslissingen.

Ons land is een uitermate slechte leerling. Dat blijkt uit de evolutie van onze ecologische voetafdruk. Die is een maatstaf voor de druk die elk individu op zijn omgeving legt. Hij meet de totale oppervlakte land die nodig is om een individu in leven te houden door, bijvoorbeeld, genoeg voedsel en energie te verschaffen. In 1963 was dat voor de gemiddelde Belg 3,4 hectare, in 2003 al 5,6 hectare. De beschikbare grond nam in dezelfde periode af van 1,6 naar 1,2 hectare per persoon. We verbruiken dus steeds meer, terwijl er steeds minder land beschikbaar is om dat te dragen. De druk op onze leefomgeving wordt steeds groter. Bijgevolg groeit onze 'ecologische schuld'.

Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) van de Vlaamse Gemeenschap publiceert deze week zijn nieuwste Natuurrapport - het vijfde in de reeks. Het maakt een evaluatie van de gezondheid van onze natuur. En het ziet er weer niet goed uit. Ons landschap wordt steeds meer door de mens ingepalmd, en blijft steeds meer versnipperen. Tussen 1994 en 2006 kwam er 38.500 hectare bebouwde oppervlakte bij. Omdat wij met veel op een kleine oppervlakte samenleven, is onze landbouw noodgedwongen héél productief, zodat onze velden en weilanden tot de meest natuurarme van Europa behoren. Natuurgebieden raken als eilandjes geïsoleerd. Pogingen om via een Vlaams Ecologisch Netwerk die eilandjes zoveel mogelijk met elkaar te verbinden, lopen spaak: momenteel is amper 0,7 procent afgebakend van de zogenaamde verwevingsgebieden die de verbindingen moeten realiseren.

40.000 SOORTEN

Het hoeft dus niet te verbazen dat het met de biodiversiteit niet de goede kant uitgaat. Er zouden in Vlaanderen naar schatting 40.000 soorten planten en dieren leven. Van 9 procent (vooral de opvallendste en grootste soorten) is de situatie onderzocht. Minder dan de helft daarvan (42 procent) is momenteel niet in zijn voortbestaan bedreigd. De rest verkeert in min of meer groot gevaar.

Voor 7 procent is het te laat: de korhaan, de wilde kat, de geelbuikvuurpad en de kievitsbloem lijken definitief uit Vlaanderen verdwenen. Voor 28 procent staat het alarm op: als er niet snel afdoende maatregelen komen, zullen ook soorten zoals de huiszwaluw, de hamster, de adder en de bruine vuurvlinder verdwijnen.

Het is evident dat een aantal soorten het goed doet. De merel, de eekhoorn, de snoek en de pinksterbloem zijn voorbeelden van soorten die vooruitgaan. De algemene trend, zegt het Natuurrapport, is dat zogenaamde generalisten (soorten die zich gemakkelijk aanpassen aan de mens en aan veranderingen in hun leefmilieu) het goed doen, terwijl specialisten, die een specifiek biotoop nodig hebben, erop achteruitgaan. Onze natuur verliest dus veelzijdigheid, wordt een stuk uniformer: overal dezelfde dieren en planten naast de mens.

Naast de versnippering van het landschap blijft vervuiling een teer punt, vooral de hoge belasting van bodem en water door stikstof en fosfor (afkomstig van bemesting). Daarin behoort onze score tot de hoogste van Europa. In de plantenwereld is duidelijk te zien dat soorten van voedselarme milieus het zwaar krijgen. Het goede nieuws is dat zuivering het tij kan doen keren. De verbetering van de waterkwaliteit van de Zeeschelde heeft ertoe geleid dat er steeds meer wintertalingen en krakeenden te vinden zijn, vooral in de zone tussen de mondingen van de Rupel en de Durme.

Ook de zwakke luchtkwaliteit kan soorten hinderen. In Midden-Limburg komen hoge gehaltes ammoniak uit de veeteelt in de lucht terecht. Ze beïnvloeden de populaties van korstmossen op bomen: heel gevoelige soorten die snel reageren op veranderingen in hun leefomgeving. Er zijn nu totaal andere korstmossen dominant dan in 1960, en dat is geen goed nieuws. Gelukkig is er eindelijk een kentering op komst. Sinds kort wordt op een aantal plaatsen een daling van de emissies van stikstof gemeten.

Het Natuurrapport beklemtoont dat het Vlaamse natuurbeleid in sterke mate bepaald wordt door Europese regelgeving, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn, die kwetsbare soorten en gebieden prioritair bescherming bieden. Nuttige maatregelen, want zonder die regels zou er - om maar iets te zeggen - in het uitbreidingsgebied van de Antwerpse haven nog meer natuur verloren zijn gegaan. Nu kwamen er compensaties voor wat weggegraven werd. Met goed gevolg, want bijvoorbeeld zeldzame lepelaars en zilverreigers zijn in de regio algemene soorten aan het worden.

Eerder dit jaar vatte het INBO in een lijvig en prachtig geïllustreerd boek de Europees beschermde natuur in Vlaanderen samen. Het werk bundelde informatie over 205.000 hectare natuur (het Belgische deel van de Noordzee inbegrepen). De kernboodschap was dat Vlaanderen op het vlak van afbakenen en beschermen van belangrijke gebieden op twee na de slechtste leerling van de Europese klas is (hoewel we het minder slecht doen wanneer alleen economische topregio's in rekening worden gebracht). De meeste afgebakende gebieden bevinden zich bovendien in een 'ongunstige staat van instandhouding', op alle niveaus van het beleid: de ruimtelijke ordening, het aankoopbeleid en organisatie en beheer. Over zes jaar moet er een nieuw rapport voor Europa komen. Hopelijk is het dan beter.

LYNXEN IN DE VOERSTREEK

Uit de vakliteratuur over conservatie valt af en toe een positieve noot te puren. Zo zou een aantal opvallende soorten helemaal niet zo bang zijn van mensen als men graag doet uitschijnen. Toen België als land pas bestond, leefden er wolven aan de rand van Brussel, tot groot jolijt van onze eerste vorst, Leopold I, die er ging jagen. Roofdieren zoals de vos, de bruine beer en de havik blijken zich moeiteloos aan de aanwezigheid van de mens aan te passen, zolang ze weten dat ze niet geviseerd worden. En er zitten nu meer herten en reeën dan vroeger in onze bossen. Wat de recente waarnemingen van lynxen in de Voerstreek mee zou kunnen verklaren.

In het jongste Natuurrapport wordt echter ook op enkele nieuwe negatieve tendenzen gewezen, zoals de groeiende opmars van exotische soorten die met de mens de wereld rondreizen en die zich her en der nestelen, wat niet altijd gunstig is. Elk jaar worden er in Vlaanderen minstens 25 nieuwkomers geregistreerd. De muskusrat heeft bewezen welke schade nieuwkomers kunnen veroorzaken. De grote en lawaaierige stierkikker oefent op steeds meer plaatsen een nefaste invloed uit op populaties van inheemse kikkers.

Ook de klimaatopwarming laat sporen na, waarvan het effect op lange termijn moeilijk in te schatten valt. Sommige vlinders en libellen beginnen in de lente een paar weken vroeger te vliegen, wat hun succes verhoogt. Maar de winterslaap van de bruine pad raakt door de zachte winters ontregeld, wat zijn voortplantingssucces hindert. De bonte vliegenvanger, die in Afrika overwintert, komt nu in de lente te laat terug om optimaal van zijn voedselaanbod (rupsen en andere insecten) te kunnen genieten: de prooipopulaties zijn bij zijn aankomst al over hun piek heen.

De nieuwe bedreigingen kunnen zich volgens het Natuurrapport ook koppelen aan de oude: verstoring door klimaatopwarming of exoten zou erger zijn in gebieden die kampen met verloedering of vervuiling. Een ongeluk komt nooit alleen.



Bron:http://www.knack.be/nieuws/wetensch...ticle10024.html

Niets om fier over te zijn zou ik zeggen....
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 06:50.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.