|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
‘We zijn eigenlijk niet zo goed bezig’
‘We zijn eigenlijk niet zo goed bezig’
Ondanks de grote mate van herverdeling, is België nog geen sociaal paradijs, zo merken de economen Paul De Grauwe en Ive Marx op. Er is te veel armoede en er zijn te weinig kansen voor laaggeschoolden op de arbeidsmarkt. Iets waar de centrumrechtse regering wat kan aan doen? ‘Ik vrees dat we miljarden gaan spenderen aan een lastenverlaging die niets gaat opleveren.’ Na de reeks ‘De Kloof – Hoe ongelijk is België?’, die afgelopen week in deze krant verscheen, is ook hier het ongelijkheidsdebat weer actueel geworden. De inkomensongelijkheid groeit, maar progressieve belastingen en socialezekerheidstransfers vlakken de verschillen grotendeels uit. Ons onderwijssysteem daarentegen houdt de ongelijkheid dan weer in stand, en ook bij ons groeit de loonspanning binnen bedrijven. Wat leert ons dat over de stand van het land en wat kunnen de nieuwe regeringen er van leren? Als slotaflevering van de reeks laten twee vooraanstaande academici hun licht schijnen over de problematiek. Ive Marx van de Universiteit Antwerpen is de Belgische ongelijkheidsspecialist bij uitstek. Paul De Grauwe van de London School of Economics publiceert regelmatig columns en artikelen over het onderwerp. België is een van de meest gelijke landen ter wereld. Reden voor tevredenheid, of niet? Marx: ‘Dat hangt af van je politieke voorkeuren. De moeilijkheid is dat België weliswaar een zeer gelijke samenleving is, maar dat we met armoedecijfers behoorlijk slecht scoren. Er leeft hier een verkeerde perceptie, namelijk dat ons sociaal systeem tot de beste ter wereld behoort. Dat is absoluut niet waar. Ondanks een egalitair maatschappijmodel en een hoog overheidsbeslag behoren we qua armoedebestrijding tot de minder goed functionerende landen in Noord-Europa. Bij degenen die alleen van een uitkering leven, lopen de armoedepercentages in sommige gevallen op tot 60 of 70 procent. Hallucinant.’ Hoe kan het beter? Marx: ‘Ik heb het al eerder gezegd. We geven te veel mensen een uitkering, waardoor die uitkering vaak onvoldoende hoog is om er mee rond te komen. De spoeling is te dun. De boodschap aan de regering is: we zijn eigenlijk niet zo goed bezig. Om ongelijkheid te meten, kijken we vooral naar de Gini-coëfficiënt (die aangeeft in welke mate de beschikbare middelen evenredig over de hele bevolking verdeeld zijn, red.). Maar dat cijfer zegt niet alles. We moeten dus niet aan herverdeling om de herverdeling doen, zoals de Britse onderzoeker Richard Wilkinson betoogt.’ ‘Wat we wel moeten doen, is de minima omhoog krijgen en het aantal uitkeringstrekkers naar beneden. En de regelingen voor loopbaanonderbreking en vooral vervroegde uittreding moeten we heel kritisch bekijken. Op 52 of 55 met brugpensioen gaan, zoals bij Ford Genk, is niet houdbaar. De bal ligt nu ook in het kamp van de Vlaamse overheid. De plannen voor een hervorming van de kinderbijslag zijn niet slecht, maar er is een window of opportunity om veel verder te gaan.’ Lastenverlaging Federaal wordt er naast een sanering waarschijnlijk vooral ingezet op een lastenverlaging. Kan dat meer mensen van de werkloosheid naar de arbeidsmarkt helpen? Marx: ‘Alle empirische evidentie wijst erop dat lastenverlagingen als manier om tewerkstelling te stimuleren ongelooflijk inefficiënt en duur zijn. De nettokosten per additionele job zijn veel te hoog, de overheid loopt een pak inkomsten mis die toch weer elders moeten worden gevonden. Als je de lastenverlaging specifiek op bepaalde doelgroepen richt, zoals langdurig werklozen, is het nog eventueel verdedigbaar. Maar een lineaire lastenverlaging is geen goed idee. Ik vrees dat we daar enorm gaan op inzetten waardoor er miljarden worden weggezogen die veel beter kunnen worden ingezet.’ De Grauwe: ‘Volledig mee akkoord. Er is geen band tussen de hoogte van de patronale bijdrage (die de werkgever bovenop het brutoloon betaalt, red.) en de brutoloonkosten. Het komt er meestal op neer dat je als overheid verplicht bent andere belastingen te heffen om het verlies aan inkomsten te compenseren. Werknemers moeten bijvoorbeeld meer btw gaan afdragen. Dat leidt ertoe dat de nettolonen omhoog moeten om het verlies aan koopkracht te compenseren, zodat het brutoloon alsnog stijgt. Kijk naar Denemarken. Daar zijn de sociale bijdragen bijna nul, maar de brutoloonkosten zijn er nog iets hoger dan in België. Dat je door een verlaging van de patronale lasten de brutoloonkosten duurzaam naar beneden krijgt, is een totale illusie. Er zal nauwelijks iets van overschieten.’ Marx: ‘In veel landen is men er ook alweer vanaf gestapt. In Nederland bleek uit een evaluatie dat de zogenaamde specifieke afdrachtskorting (spak, een loonlastenverlaging op lage lonen, red.) een zeer klein effect had op de werkgelegenheid. België is met zijn collectieve geloof in de effecten van een lastenverlaging echt een buitenbeentje.’ De Grauwe: ‘Inderdaad, heel bizar vind ik dat.’ Maar kan het toch onze concurrentiekracht niet verbeteren? De Grauwe: ‘Er is geen land ter wereld waar de bedrijfsleiders niet klagen over hoge loonlasten. Ik ben net terug uit China. Wel, daar klagen ze ook over te hoge lonen. Wat bedrijfsleiders, hier en ginder, dan eigenlijk zeggen is: we willen meer winst maken. Het klopt dat België de afgelopen tien jaar een achterstand heeft opgelopen in vergelijking met de buurlanden, maar die blijft beperkt en is bovendien vrij cyclisch. Het is geen langetermijntrend. In de jaren 70 is het verschil met de buurlanden sterk gestegen, daarna weer wat gezakt en nu zitten we weer met een stijging, maar die blijft relatief klein.’ Marx: ‘De lage loonongelijkheid in België is wel relatief uitzonderlijk. Ik bedoel dan dat de laagste loonschalen tamelijk hoog liggen. België is ook het land met het laagste aandeel van laagbetaalde werknemers, mensen dus die minder dan twee derde van het mediaanloon (het loon waarbij de helft meer verdient en de andere helft minder, red.) verdienen. Hier is dat zo’n 5 procent, in Duitsland wel 23 procent. Er is hier nauwelijks laagbetaald werk, althans in de officiële statistieken, terwijl er bij de laaggeschoolden en migranten wel een heel lage tewerkstellingsgraad is. Daarover valt een legitiem debat te voeren. Een laaggeschoolde aanwerven is misschien te duur geworden. Daar betalen we als maatschappij een prijs voor.’ Pleit u nu voor mini-jobs? Of voor een afschaffing van het minimumloon? Marx: ‘Dat is een politieke keuze. We hoeven niet zover te gaan als Duitsland of de Verenigde Staten, maar er kan wel over gediscussieerd worden. Er is allicht een zekere trade-off tussen de hoogte van de laagste lonen en de tewerkstellingsgraad van sommige groepen. We weten allemaal dat er een segment ontbreekt in de officiële cijfers. In de horeca en de bouw wordt veel zwart en grijs gewerkt. Ook heel veel illegalen zijn actief in het informele circuit. Uit een studie over de regularisaties van 1999 blijkt dat bijna alle kandidaten op die manier actief waren’. Tea Party Te veel ongelijkheid is niet goed, maar te weinig ook niet. Waar ligt het ideale niveau? De Grauwe: ‘Dat kan je moeilijk vastleggen, denk ik.’ Marx: ‘Het is vooral belangrijk om ongelijkheid op de juiste manier te bekijken. Vroeger keken we om vooral naar de armoede, daarna concentreerden we ons op de Gini-coëfficiënt, maar nu kijken we vooral naar de rijkdom, naar wat er aan de top gebeurt. Dat is de verdienste van de Franse econoom Thomas Piketty. Als de top alle inkomensgroei naar zich toehaalt, dan weet je dat er iets verkeerd zit. Het vreemde is dat men zich daar in de VS nog altijd niet van bewust is. Heel wat mensen die niet tot de top behoren, stemmen toch Republikeins, zijn fan van de Tea Party en stimuleren zo een nog extremere ongelijkheid’. De Grauwe: ‘Ongelooflijk.’ Dat heeft misschien te maken met het geloof in sociale mobiliteit. De Grauwe: ‘Maar die mobiliteit is heel laag, vooral in de VS. Het is een mythe die in stand wordt gehouden.’ De inkomensongelijkheid verbleekt overal bij de vermogensongelijkheid. Moet die worden aangepakt? Marx: ‘Dat je vermogensinkomsten gaat belasten, lijkt me gestoeld op een legitiem argument. Dat een werknemer 50 procent van zijn inkomsten moet afdragen en een rentenier veel minder, dat is moeilijk te verdedigen. En dat een ceo honderd of tweehonderd keer zo veel verdient als zijn laagst betaalde werknemer evenmin. Maar de vraag is opnieuw: wat ga je met het geld doen? Als herverdelen enkel leidt tot een hogere belastingdruk, zou ik daar toch nog eens goed naar kijken.’ De Grauwe: ‘Daar ben ik het niet volledig mee eens. Belastingen worden vaak geheven om maatschappelijke doelen te realiseren, onafhankelijk van wat we met de opbrengst doen. Maatschappelijk is het moeilijk aanvaardbaar dat mensen met zeer hoge vermogens weinig belastingen betalen. Neem Marc Coucke. Die wordt nu miljardair. Hij kan zijn bedrijf (Omega Pharma, red.) met een grote meerwaarde verkopen doordat er opeens hogere prijzen betaald worden bij overnames. Daar heeft hij eigenlijk niets moeten voor doen.’ Behalve dan eigenhandig zijn bedrijf opbouwen vanuit het niets. De Grauwe: ‘Als zijn bedrijf door marktomstandigheden plots 2 in plaats van 1 miljard euro waard is, heeft hij daar zelf weinig verdienste aan. Je kunt hem gerust dat tweede miljard afnemen. Zo’n heffing op die meerwaarde zou hem waarschijnlijk niet afremmen in zijn ondernemerschap.’ Wat met erfenissen? Die geven rijkdom door van de ene generatie naar de andere. Zo houd je de ongelijkheid in stand. De Grauwe: ‘Ik beschouw mezelf als een aanhanger van de idee dat iedere generatie dezelfde kansen moet krijgen en met dezelfde middelen aan de start moet verschijnen. Een erfenisbelasting van 100 procent lijkt dan aangewezen. Aan de andere kant ben ik ook een vader die iets aan zijn kinderen wil geven, en in die hoedanigheid denk ik er toch anders over. Het zijn twee principes die met elkaar botsen. Voorlopig zie ik niet goed hoe ik het kan oplossen.’ Marx: ‘Je vat het perfect samen, Paul.’ De Grauwe: ‘Laten we afkloppen bij een sterke progressiviteit in de erfenisbelasting. Een middenstander die zijn leven lang hard heeft gewerkt en zijn spaargeld wil doorgeven aan zijn kinderen, dat is toch iets anders dan een elite die buitengewoon veel rijkdom heeft vergaard en die van generatie op generatie in stand houdt. Zullen we zeggen dat we alles boven de tien miljoen euro volledig afromen?’ (luide lach) DS, 13-09-2014 (Jan-Frederik Abbeloos, Ruben Mooijman)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB Laatst aangepast door Barst : 13th September 2014 om 17:52. |