Amnesty International vraagt de Iraakse autoriteiten om foltering en buitengerechtelijke executies van gevangengenomen dorpelingen door 'strijders met politie-uniformen' onmiddellijk te onderzoeken.

De vraag naar een onderzoek komt er nadat Amnesty International zelf op onderzoek trok in dorpen ten zuiden van Mosoel waar het aanwijzingen vond dat op 21 oktober zes mannen zijn terechtgesteld. "In sommige gevallen werden bewoners gemarteld alvorens ze doodgeschoten werden", aldus Amnesty. De mannen zouden ervan verdacht zijn banden te hebben met Islamitische Staat.

In het gebied vonden gevechten plaats tussen Islamitische Staat en Iraakse milities, waarbij aan de kant van het Iraaks leger ten minste één dode viel.

Het leger en de milities gingen ervan uit dat alle bewoners gevlucht waren. Op 21 oktober gaven volgens informatie van Amnesty een 16-jarige jongen en plusminus 10 mannen zich over aan mannen in federaal politie-uniform. Ze zwaaiden met een witte vlag en toonden hun blote buik om te bewijzen dat ze geen bomgordels droegen.

Baard in brand

Volgens Lynn Malouf, onderzoeker voor Amnesty in Beiroet, namen de mannen in politie-uniform het groepje gevangenen mee naar de woestijn. Tijdens de voettocht werden ze geslagen en bij de baard getrokken. De baard van één van de gevangenen werd in brand gestoken.

Uiteindelijk moesten de gevangenen op hun buik gaan liggen. De agenten vuurden tussen hun benen en beledigden de gevangenen, beschuldigden hen van IS-lidmaatschap. Drie van de gevangenen werden gescheiden van de groep, zwaar geslagen en vervolgens doodgeschoten, aldus Amnesty. Hun stoffelijke resten werden vijf dagen later teruggevonden. Bij een van hen was het hoofd gescheiden van de rest van het lichaam.

Een vierde bewoner werd geboeid weggevoerd, geslagen met geweerkolven. Hij werd een week later dood teruggevonden.

Amnesty heeft gegevens over nog twee bewoners die werden doodgeschoten.

Alle zes werden ze begraven zonder dat er een onderzoek had plaatsgevonden.

'Beloftes inlossen'

"Toen het militair offensief tegen Mosoel startte, maakte de Iraakse premier Haider al-Abadi duidelijk dat schendingen van mensenrechten door het Iraaks leger en haar bondgenoten niet zouden gedoogd worden", aldus Malouf. "Nu moet hij dat bewijzen".

"Het opzettelijk doden van gevangenen en andere weerloze individuen is in strijd met het internationaal humanitair recht en is een oorlogsmisdaad", aldus Amnesty in een persmededeling. "De Iraakse autoriteiten moeten deze misdaden onmiddellijk grondig en onpartijdig onderzoeken en de verantwoordelijken berechten. Als er niet krachtdadig opgetreden wordt, riskeert men een voortdurende herhaling van deze oorlogsmisdaden in andere Iraakse dorpen tijdens het Mosoel-offensief".

Bron: Knack 10/11/2016
http://www.knack.be/nieuws/wereld/a...mal-775043.html

Eigen mening: Net zoals Amnesty International ben ik van mening dat de Iraakse autoriteiten snel in actie moeten schieten om de misdaden gepast te berechten. De gruwelijke oorlogsdaden tegen onschuldige burgers moeten gedaan zijn! Dit is natuurlijk wel makkelijker gezegd dan gedaan, maar toch moet men zijn best doen om verandering te brengen in de huidige situatie. De Iraakse premier moet dan ook zijn beloftes hierover nakomen. Daarnaast is het echt verschrikkelijk dat de mensenrechten van de slachtoffers werden geschonden en dat ze gefolterd werden. Verder zouden de daders mannen in federaal politie-uniform zijn. Dit moet grondig onderzocht worden, want er mag geen misbruik gemaakt worden van het uniform.