De vaste benoeming voor leerkrachten moet verdwijnen. Tot die conclusie komt een forse meerderheid van de door de onderwijskoepel van steden en gemeenten (OVSG) ondervraagde schooldirecteurs. Zij willen hun leraren liever een gewoon contract voorschotelen.

Hoe moet de loopbaan van de leerkracht eruit zien? OVSG, dat zo'n 160.000 leerlingen in het basis- en 21.000 leerlingen in het secundair onderwijs telt, vroeg het aan zijn directeurs en schepenen van Onderwijs. De koepel kreeg 450 reacties op de enquête, die deze krant kon inkijken. Wat vooral opvalt, is de eensgezindheid. Zo wil nauwelijks 21,8 procent van de ondervraagden vasthouden aan de vaste benoeming voor leerkrachten. Alle andere directeurs willen hen een doorsneecontract geven.

Het rigide systeem zorgt voor veel zekerheid, maar is vaak lange tijd onbereikbaar voor nieuwe leerkrachten. Zij zijn genoodzaakt om jarenlang tijdelijke opdrachten te combineren, waardoor ze sneller uit het beroep stappen. "Ik ging er daarom van uit dat het wel bij jonge leraren zou leven, maar niet in deze mate bij onze directeurs", zegt OVSG-directeur Patriek Delbaere. "Zij worstelen duidelijk met de benoeming. Waarschijnlijk vooral omdat zij er nauwelijks een einde aan kunnen maken, zelfs na negatieve ervaringen met een leerkracht."

De directeurs, die ook meer ondersteuning wensen voor henzelf en meer begeleiding willen voor jonge leraren, zijn wel consequent. Hoewel ze zelf in verreweg de meeste gevallen vastbenoemd zijn, geven zij voor zichzelf de voorkeur aan een mandaat of een contract van onbepaalde duur. Nauwelijks een derde van de ondervraagden staat achter de vaste benoeming voor de directie.

Eerder dit jaar spraken ook leerkrachten zich al uit tegen de vaste benoeming (DM 20/1). Uit een niet-gevalideerde rondvraag van Vlaams Parlementslid Ann Brusseel (Open Vld) bleek bijna de helft van de ondervraagden een contract van onbepaalde duur te verkiezen. 'Slechts' een op de drie wilde vasthouden aan de benoeming.

Deur op kier

Katholiek Onderwijs Vlaanderen en het Gemeenschapsonderwijs (GO!) stelden toen dat ze de deur op een kier wilden zetten voor wijzigingen, al gaven zij tegelijkertijd aan dat het geen prioriteit was. OVSG sluit zich daar nu bij aan. "Misschien moeten we tijdens de huidige besprekingen uitkomen op het herbekijken van de vaste benoeming", zegt Delbaere. "Het zou wellicht meer impact hebben op het welbevinden van de leraren en het imago van het beroep."

Delbaere verwijst naar de onderhandelingen over het loopbaanpact, dat het beroep aantrekkelijker moet maken. Maar de vaste benoeming ligt daar niet op tafel, omdat dit te gevoelig zou liggen voor de vakbonden. Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) geeft aan dat ze voor het einde van dit schooljaar een akkoord wil bereiken.

Bron: De Morgen 15/03/2016
(http://www.demorgen.be/binnenland/s...eming-ba633ca4/)

Mijn mening:
Het blijkt uit het werkveld dat veel jonge leerkrachten vaak snel de brui geven aan het beroep van onderwijzer omdat ze meer zekerheid willen. Wanneer leerkrachten aan hun loopbaan beginnen zijn het jonge twintigers. Op die jonge leeftijd staan mensen voor de grootste kosten uit hun leven. Ze willen allemaal wel een grond, een huis, een tuin, wat later kinderen,... En uiteraard willen banken geen geld uitlenen aan mensen die geen zekerheid hebben in het leven. Als jonge toekomstige leerkracht ben ik uiteraard voorstander van het afschaffen van de benoeming. Bovendien ben ik er van overtuigd dat de huidige directeurs hun benoemde leerkrachten ook niet plots op straat gaan zetten moest de vaste benoeming wegvallen. Die leerkrachten geven al lang les op de school en kennen de school beter dan de nieuwe, jonge leerkrachten. Ze kunnen de jonge leerkrachten enkel beter maken!

Het is inderdaad wel frappant dat de meeste directeurs af willen van het systeem van vaste benoemingen, hoewel ze meestal zelf vastbenoemd zijn. Waarschijnlijk heeft dit te maken met negatieve ervaringen die ze meegemaakt hebben met vastbenoemde leerkrachten. Deze laatsten kan men moeilijk uit hun functie ontheffen als zij niet meer gemotiveerd zijn, slecht les geven, veelvuldig afwezig zijn, ... Sommigen roesten inderdaad vast. Iemand ontslaan omdat deze persoon niet voldoet, gaat gemakkelijker bij iemand met een contract van onbepaalde duur. Ditzelfde fenomeen ziet men ook bij openbare besturen waar dikwijls alleen nog de leidinggevenden een vaste benoeming krijgen. Het systeem van vaste benoemingen is voor jonge leerkrachten dikwijls onbereikbaar en zij moeten knokken en zich steeds opnieuw bewijzen en verscheidene tijdelijke jobs combineren. Een contract van onbepaalde duur voor alle leerkrachten zorgt voor gelijkheid binnen de sector, maakt het beroep deels aantrekkelijker en zou inderdaad meer impact hebben op het imago van het beroep.