|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Wanneer ademen niet veilig meer is
Wanneer ademen niet veilig meer is
Ontbijten we binnen of buiten? Dat is geen banale vraag meer, ontdekte Robert Reich, nu zowel de pandemie als de klimaatcrisis ons in de greep heeft. Zaterdagochtend had ik in een restaurant in de buurt afgesproken met een vriend om samen te ontbijten. We wisten niet goed of we buiten moesten plaatsnemen, omdat de deltavariant zich steeds meer verspreidt, of binnen, omdat de prikkende rook van de bosbranden die noordelijk en westelijk Californië in de as leggen, nu ook naar de Bay Area waait. Ons dilemma vormt een microkosmos van wat veel Amerikanen nu doormaken. De combinatie van een groeiend aantal coronavarianten en de toenemende schade aan het milieu maakt dat het gevaarlijk wordt om lucht in te ademen, zowel binnen als buiten. Schone lucht is het ultieme publieke goed. Ze zou gratis, overvloedig en veilig moeten zijn. Slechts weinigen die vandaag leven, hebben zich ooit zorgen moeten maken om microscopische deeltjes die infecties veroorzaken of die dodelijke brokjes koolstof bevatten. Revolutie Toch is de lucht die we ademen niet langer veilig, voornamelijk omdat we haar als vanzelfsprekend hebben beschouwd en om die reden als samenleving niet genoeg aandacht hebben besteed aan de volksgezondheid of het aftakelende milieu. Nu moeten we een beroep doen op maskers en luchtfilters om onze longen te beschermen. En het is niet duidelijk hoelang dat nog zal duren, of er ooit een einde aan komt en hoe dat dan zal gebeuren. Het is niet dat we niet gewaarschuwd waren. Alleen hadden we als maatschappij bizar veel moeite om onze aandacht te focussen op die behoeften, de meeste elementaire van allemaal. Ik voel me verleid om de Republikeinen, het kapitalisme, de hebzucht en de oligarchie met de vinger te wijzen. Maar dat voelt aan als een uitvlucht zoeken. We hebben met z’n allen de neiging om te wachten tot grote problemen catastrofaal worden voor we ze aanpakken. Meestal schenken we er liever geen aandacht aan. We vinden het al lastig genoeg om onze boterham te verdienen, onze kinderen goed op te voeden, een beetje geld opzij te zetten voor ons pensioen en onderweg hopelijk wat plezier te maken. We gaan ervan uit dat anderen zich wel over de grootste bedreigingen zullen ontfermen. Of we houden onszelf voor dat we er niets meer aan kunnen doen. We proberen spaarzaam te leven, te recycleren en zuinig te zijn met energie, maskers te dragen en ons volledig te laten vaccineren. Misschien schrijven we zelfs enkele e-mails naar politici om te pleiten voor schonere lucht en sterkere maatregelen ten voordele van de volksgezondheid. Maar verder dan dat kan het hopeloos lijken. Ik ben verdorie in het kantoor van een president geweest. Ik ken tientallen leden van het Congres persoonlijk. Ik heb een grote megafoon. Maar als het op deze gelijktijdige pandemie en milieucrisis aankomt, voel ook ik me soms wanhopig. Amerikanen hebben het graag over ‘revolutie’. Onze natie is tenslotte de vrucht van revolutie. Maar waar we het niet genoeg over hebben, is een revolutie op het vlak van onze mentaliteit en ons gedrag – beseffen dat we niet boven of buiten de natuurlijke wereld staan, maar dat we er deel van uitmaken, dat we niet kunnen blijven uitbuiten en plunderen uit winstbejag, dat er zoiets bestaat als het algemeen welzijn, iets wat zelfopoffering vereist, en dat degenen onder ons die er beter aan toe zijn een morele plicht hebben om het meest in de schaal te leggen. Wachten tot laatste moment Toch ben ik oud genoeg om me te herinneren dat Californië dagen van smog heeft gekend, toen de lucht vies was en oranje kleurde, toen oudere en ziekere mensen zich niet de deur uit durfden te wagen en kinderen niet buiten mochten spelen. Ik ben ook oud genoeg om me te herinneren dat Groot-Brittannië schadelijke lucht had, een mist van opgestookte steenkool die als een deken over de steden hing, de longen verbrandde en soms duizenden mensen het leven eiste. De vorige pandemie herinner ik me niet, maar wel de tijd dat polio door het land woedde en angst en verlamming zaaide. Toen ik zes was, zijn twee van mijn vrienden erdoor in een ijzeren long beland. In al die gevallen hebben we actie ondernomen, als volk, als samenleving. We hebben de smog uit de lucht gefilterd. Groot-Brittannië werd ook schoner. En we stonden plichtsgetrouw op school in de rij om een polioprik te krijgen (zonder het gejoel van gouverneurs of antivaxers). We hebben polio uitgeroeid. Om het anders te stellen: ook al hebben we de neiging om te wachten tot het laatste moment, om opgeslorpt te worden door onze persoonlijke noden en behoeften en om ons overweldigd te voelen als we voor gigantische problemen staan, toch lukt het ons soms om het algemeen belang te verwezenlijken. Dat mogen we vooral niet uit het oog verliezen. Uiteindelijk beslisten mijn vriend en ik om buiten te ontbijten. Ik weet niet zeker of we de juiste keuze hebben gemaakt. Hoewel we minder risico hebben gelopen om besmet te raken met covid, prikte de rook in onze ogen en heeft hij waarschijnlijk meer schade aangericht in onze longen. Maar ik weet wel zeker dat het niet de enige keuze is die we kunnen maken voor de toekomst. Robert Reich, voormalig minister van Arbeid in de regering-Clinton; doceert overheidsbeleid aan de Universiteit van Californië in Berkeley. DS, 26-08-2021 - © The Guardian Laatst aangepast door bijlinda : 30th August 2021 om 04:18. |