#1
|
|||
|
|||
Uit jaarverslag Nationale Bank
Krachtigste groei in zes jaar
DE Belgische economie groeide in het afgelopen jaar met 3 procent, tweemaal zoveel als in 2005 en iets meer dan het eurogebied. Het was tevens de hoogste groei van de afgelopen zes jaar. Alle bedrijfstakken, ook de industrie, droegen daartoe bij. De bouwactiviteit nam toe met 8 procent. Onze economie profiteerde van de krachtige buitenlandse vraag, maar ook de binnenlandse vraag verstevigde. Ondanks nieuwe verliezen van marktaandelen versnelde de uitvoer van goederen en diensten in de loop van het jaar. De invoer nam nog iets meer toe, maar dankzij de verbetering van de ruilvoet - de verhouding tussen export- en importprijzen - verslechterde de lopende rekening van de betalingsbalans niet. De ondernemingen verhoogden hun investeringen met 4,4 procent. In de twee voorgaande jaren gebeurde dat vooral in de dienstensector, maar nu breidde de beweging zich uit tot de industrie, waar de bezetting van de productiecapaciteit sterk is toegenomen. De investeringen werden ondersteund door de gunstige vraagvooruitzichten, de verdere winststijging van de bedrijven, de daling van hun schulden en de verbetering van hun liquiditeit. Ook de gunstige financieringsvoorwaarden (blijvend lage rente, sterk stijgende beurskoersen) en de aantrekkelijke fiscale voorwaarden voor de financiering via eigen vermogen speelden een rol. Het reëel beschikbare inkomen van de particulieren nam, na vier jaar lang weinig te zijn veranderd, met 2,7 procent toe. Dat steunde op de groei van de werkgelegenheid, de gunstige weerslag van de conjunctuuropleving op de inkomens van de zelfstandigen, de stijgende inkomens uit interesten en dividenden, en de laatste fase in de uitvoering van de belastinghervorming. De particuliere consumptie steeg met 2,4 procent, iets minder dus dan de inkomensstijging. De gezinnen konden meer sparen, maar wegens de verbetering van het vertrouwen in de economische vooruitzichten en de arbeidsmarkt waren ze daar niet erg toe geneigd. Wonen Een groot gedeelte van dat sparen werd opnieuw aangewend voor de bouw en renovatie van woningen. De Belgische gezinnen reageerden trouwens sterker op de ontwikkelingen van de vastgoedprijzen dan men het in andere landen van het eurogebied deed. De stijging van de hypotheekrente, vanaf het lage niveau van 3,6 procent in september 2005 tot 4,4 procent in november 2006, remde echter zowel de vraag naar kredieten als de prijsstijging op de vastgoedmarkt reeds af. De inflatie nam af van 2,6 procent in het begin tot 1,9 procent op het einde van het jaar, wat vooral te maken had met de evolutie van de energieprijzen. De zogenaamde onderliggende inflatie (zonder prijzen van energie en voeding) nam echter licht toe van 1,3 procent in 2005 tot 1,6 procent, wellicht door de weerslag van de hogere kostprijs van de grondstoffen in de prijzen van bepaalde industriële producten. Daartegenover oefende de invoer van fabrikaten uit de lagekostenlanden opnieuw een neerwaartse invloed uit op de prijzen. De toenemende internationale concurrentie zette opnieuw een rem op de loonstijgingen. Als gevolg van een aanhoudend strengere loonmatiging in Duitsland stegen de uurloonkosten echter voor het derde opeenvolgende jaar sterker dan in de drie belangrijkste buurlanden. De concurrentiepositie van de Belgische ondernemingen ten opzichte van de referentie-economieën verslechterde bijgevolg nog. Bron: www.standaard.be ; donderdag 15 februari 2007.
__________________
Wanneer de zon opkomt, totdat zij ondergaat!
|