|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Zorgsector zoekt uitwegen voor groeiend personeelstekort
Het Planbureau schat dat er in de social profit tegen 2022 ruim 50.000 jobs zullen bijkomen. Een gigantische en wellicht onmogelijke uitdaging. Het goede nieuws is dat de zorg wel steeds meer antwoorden vindt om met de toenemende personeelstekorten om te gaan. En nee, zorgverleners moeten niet in een robotje veranderen. Integendeel.
We komen handen tekort. Het is een zinnetje dat de ziekenhuizen en andere zorgorganisaties in ons land maar blijven herhalen. Sinds de jaren negentig al staan zorg- en welzijnsjobs systematisch in het lijstje knelpuntberoepen van de VDAB. De analyse die de Vlaamse arbeidsbemiddelaar toen maakte, is vandaag nog steeds dezelfde: ‘De zoektocht naar verpleegkundig personeel is de voorbije jaren steeds problematischer geworden. In het begin van de jaren negentig werden enkel tekorten gesignaleerd bij de ziekenhuisverpleegkundigen, ondertussen is de problematiek uitgedeind tot een ruime waaier medische en paramedische beroepen.’ Kwaliteit, niet kwantiteit De knelpunten in de zorg zijn intussen zo hardnekkig dat je je afvraagt of we ze ooit nog zullen kunnen wegwerken. Ook zorgambassadeur Lon Holtzer doet dat: “Natuurlijk moeten we alles in het werk stellen om de juiste mensen in de zorg te krijgen, maar het is een illusie te denken dat je alleen via de instroom alle tekorten zult kunnen invullen.” Paul Van Aken, directeur patiëntenzorg van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, formuleert het zo: “Qua aantallen stoten we op de grenzen van wat mogelijk is. Ik denk dat de sleutel eerder bij de kwaliteit dan bij de kwantiteit zal liggen.” Voor dat laatste vindt Van Aken steun bij de wetenschap. Internationaal onderzoek, waar onder meer KU Leuven-professor Walter Sermeus aan meewerkte, leert dat wanneer het aandeel hooggeschoolde verpleegkundigen in een ziekenhuis toeneemt ook de resultaten bij de patiënten verbeteren. Concreter: hoe meer bachelors en masters onder het verpleegkundig personeel, hoe lager de mortaliteitscijfers, hoe tevredener de patiënten en hoe beter de uitkomst van de ingreep. Het is dus niet zozeer het aantal zorgverleners maar wel hun professionaliteit die de kwaliteit van de zorg bepaalt. Holtzer kan zich in die analyse vinden. “In de zorg heb je mensen nodig die voldoende sterk in hun schoenen staan, die klinisch kunnen redeneren en routines kunnen en durven doorbreken. Daarom ook ben ik zo tevreden dat de opleiding verpleegkunde vier jaar is geworden. Vooral de sterkere studenten zullen zich daardoor aangetrokken voelen. Tegelijk geeft het de scholen extra tijd om hen te vormen.” Jobdifferentiatie ‘Interdisciplinaire samenwerking’ is een andere formule waar de zorgexperten hard in geloven. Een voorbeeld: patiënten met slikproblemen hebben bij elke maaltijd hulp nodig van een verpleegkundige. Om die veelbevraagde groep minder te belasten, kan je bijvoorbeeld aan de logopedist vragen om de therapie over de middag te laten doorgaan. De sliktechnieken kan hij zo meteen vanuit de praktijk aanleren. “En het gaat verder dan dat. Want ook de samenwerking met de buitenwereld zou nog intenser kunnen”, stelt Filip Van Laecke, sectorverantwoordelijke Social Profit bij SD Worx. “Wat kunnen thuisverpleegkundigen en verzorgenden uit de gezins- en bejaardenhulp bijvoorbeeld voor de woonzorgcentra betekenen? De wet bepaalt vandaag heel strikt wie wat mag doen en wie waar mag werken. Haal die schotten weg en de pool aan zorgverleners wordt automatisch groter.” Dat zorgorganisaties zich tegenwoordig in netwerken (moeten) groeperen, noemt Van Laecke een stap in de goede richting. “Het biedt de mogelijkheid om medewerkers uit te wisselen, waardoor bepaalde specialisaties beschikbaar blijven.” Daarbij aansluitend raden de drie experts aan meer aan jobdifferentiatie te doen. “Zolang huisartsen op huisbezoek blijven gaan louter en alleen om de bloeddruk te meten, heb je geen argument om te zeggen dat je artsen tekort hebt”, redeneert Holtzer. Hetzelfde kan je zeggen over de verpleegkundigen. Zij zijn er niet om patiënten te wassen en op het toilet te zetten. “Je moet medewerkers zoveel mogelijk op hun sterktes inzetten. De juiste taken aan de juiste mensen toevertrouwen.” Gevonden op 24 november 2017 https://www.demorgen.be/economie/zo...ekort-b42a806b/ Eigen mening: ik heb zelf nog een jaar voor verpleegkunde gestudeerd (bachelor) en een aantal dingen die in dit artikel terugkomen kan ik inderdaad beamen. In het artikel wordt er aangehaald dat men iedereen op z'n sterktes moet inzetten. Ik kan vanuit mijn stage-ervaring zeggen dat dit niet het geval is. Vooral de ochtendshift is heel chaotisch. Iedereen doet zijn uiterste best om de zorgen die in de ochtend uitgevoerd moeten worden, zo snel mogelijk uitgevoerd zijn. Op dat moment wordt er niet gekeken naar diploma's of sterktes. Naar mijn mening zou dit veel productiever kunnen verlopen. Er is ook een fragment in het artikel waar ik het absoluut niet mee eens ben. In het artikel staat dat de kwaliteit van de zorg afhangt van de studies van de verpleegkundigen (HBO5, bachelor of master). Ik vind dit ten eerste een zeer gevaarlijke uitspraak. Net afgestudeerde HBO5-verpleegkundigen hebben veel meer praktijkervaring dan bachelors en masters. Het verschil zit in de leerinhouden. Bij bachelors wordt er ook verwacht dat ze papers schrijven en iets van wetenschappelijk onderzoek kennen. Tijdens de masterjaren wordt hier nog verder op ingegaan. Maar om nu te zeggen dat deze theoretische kennis beter is dan praktijkkennins... daar ben ik toch niet zo zeker van. Laatst aangepast door Cendrine.T*uwen : 24th November 2017 om 09:34. |