Steeds meer ouders kiezen voor voltijdse kinderopvang

De keuze voor voltijdse kinderopvang, en dan vooral in kinderdagverblijven, zit sinds 2009 in de lift. Dat blijkt uit een rondvraag uitgevoerd in het kader van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin voor Kind & Gezin.
Iets minder dan 70 procent van de kinderen tussen drie maanden en drie jaar wordt opgevangen in een kinderdagverblijf of door onthaalouders (formeel) of door familieleden (informeel). Dat cijfer blijft stabiel ten opzichte van 2009.

Maar de keuze voor de formele kinderopvang, en dan vooral de kinderdagverblijven, zit sinds 2009 in de lift.

Grootouders
Drieëntachtig procent van de ouders die voor kinderopvang kiezen, kiest voor de formele kinderopvang (76 procent in 2009). Deze stijging gaat ten koste van de informele opvang, want grootouders worden minder gekozen om de kleinkinderen op te vangen.
Dat de grootouders zelf nog werken, is de grootste reden volgens het onderzoek. De werkintensiteit van de moeders is ook weer gestegen. Dit is merkbaar aan de duur van de opvang in de kinderdagverblijven. Zo steeg het aantal voltijdse inschrijvingen van 26,6 procent in 2009 tot 31,7 procent nu.
Ouders gaven bovendien aan dat ze voor de kinderopvang kiezen omdat dit goed zou zijn voor de ontwikkeling van het kind. Toch blijft werk voor acht op de tien ouders de hoofdreden om opvang te voorzien.

Kansarme gezinnen
Volgens Kind & Gezin toont de toenemende populariteit van de formele kinderopvang aan dat de Vlaamse overheid meer moet investeren in kinderdagverblijven. Daarnaast bestaat er een grote socio-economische en culturele kloof. Zo kiest slechts 22,8 procent van ouders uit kansarme gezinnen voor kinderopvang, tegenover 68,3 procent bij ouders van niet-kansarme gezinnen.

Moeders van niet-Belgische origine zijn evenmin geneigd om hun kind naar de kinderopvang te sturen (34,3 procent tegenover 73 procent). Daarom moet de overheid er ook werk van maken om meer kinderen uit deze groepen naar de kinderopvang te krijgen, aldus Kind & Gezin.

Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20140401_01049990
Datum: 01/04/2014 om 9u16

Mening

Steeds meer ouders kiezen ervoor om hun kind naar een kinderopvang te sturen. Dit vind ik niet slecht. Kinderen worden op die manier socialer en door samen te leven met andere kinderen leren ze ook dat ze niet altijd hun zin kunnen krijgen omdat er rekening gehouden moet worden met anderen. Qua sociale vaardigheden is het daarom zeker goed om kinderen naar een kinderopvang te sturen. De kinderen zelf ervaren dit in de meeste gevallen ook als iets positiefs. Ze kunnen er spelen met hun vriendjes. En zeg nu eerlijk, er is geen enkel kind dat er niet van houdt om te spelen met zijn/haar vriendjes.

De redenen die in het artikel vermeld staan zijn dat ouders meer en intensiever werken, dat grootouders nog werken en dat ouders dit goed vinden voor de ontwikkeling van het kind. Dit is effectief zo. Mensen moeten meer en langer werken door de laatste veranderingen in de wetgeving. De familie heeft in sommige gevallen geen tijd voor het kind. Dit is erg voor het kind omdat kinderen veel aandacht nodig hebben. In zo’n gevallen is een kinderopvang een goede oplossing. Toch zijn er ouders die niet kiezen voor de kinderopvang. Redenen hiervoor kunnen zijn dat er geen geld voor is en/of het kind de taal niet spreekt die gebruikt wordt in de kinderopvang. In deze gevallen kan er beroep gedaan worden op een student die wil babysitten. Studenten zijn goedkoper dan een kinderopvang en België is een multicultureel land. De kans is groot dat er een student is die de desbetreffende taal spreekt en wil komen babysitten.