|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
We hebben op het verkeerde knopje gedrukt
We hebben op het verkeerde knopje gedrukt
De burgers zullen het klimaatprobleem niet oplossen. Maar ook het bedrijfsleven, het middenveld, de klimaatbeweging en de staat komen nergens in hun eentje. Alleen een samenwerking tussen ‘for-profit’ en ‘non-profit’ kan onze wereld redden. Enkele maanden nadat mijn dochter geboren werd, zat ik te luisteren naar iemand die over successieplanning sprak. Die dag boorden twee vliegtuigen zich in de WTC-torens. En ik dacht: op welke wereld heb ik mijn kind gezet? Vijf jaar later, in 2006, zat ik in de bioscoop, aan mijn stoel genageld bij An inconvenient truth. Ook al was de boodschap niet vrolijk, voor mij was het een moment van hoop. Eindelijk was het nieuwe millennium aangebroken. Eindelijk begonnen we in te zien dat we anders moesten gaan leven. Maar twee jaar later was dat sprankeltje hoop verdwenen. Vrijwel iedereen – van links tot rechts, van vakbonden tot bedrijfsleiders – pleitte voor dezelfde oude recepten om de economie aan te zwengelen: meer groei, meer produceren, meer consumeren … Alsof het klimaat maar een luxeprobleem is voor wie er warmpjes bij zit. Ik hoorde dat we ecorealist moeten zijn. Bullshit. Het gaat niet over een keuze tussen bomen en mensen. Het gaat alleen over mensen. Over kinderen en kleinkinderen. Wij zijn het klimaat. Nog eens vijf jaar later, eind 2013, nodigde Ignace Schops me uit voor een avond bij Koen Van Mechelen. De Nederlandse advocaat Roger Cox kwam er spreken over de Urgenda-case (de Nederlandse organisatie voor innovatie en duurzaamheid won in 2015 een rechtszaak tegen de Nederlandse staat. De rechter droeg de staat op om meer actie te ondernemen tegen klimaatverandering, red.). In één uur tijd overtuigde Cox ons allemaal. Een dergelijke rechtszaak moesten en zouden we ook in België opstarten. Elf enthousiaste BV’s, bezorgde Vlamingen, kondigden op 1 december 2014 de Belgische Klimaatzaak aan. Er was weer hoop. Er was weer ijdele hoop. Vier jaar lang hebben we gediscussieerd met vier overheden over de taal waarin het proces gevoerd moest worden. Vorig jaar gaf de rechter ons voor de laatste keer gelijk en in 2019 kunnen we eindelijk beginnen over de grond van de zaak. In het Frans, comme il faut. We hebben vijf jaar verloren. Ons enige huis Het huis staat in brand en we weten allemaal dat we er niet komen door van aan de rand wat harder te blazen, als luie brandweerlui, warm en koud tegelijk, te veel enerzijds of anderzijds, te veel Frans of Nederlands. We hebben échte brandweerlui nodig én professioneel materiaal én snel. En niet om hier en daar een brandje te blussen, maar omdat in dit huis, ons enige huis, onze kinderen wonen. Laat ons eindelijk beter materieel halen en terugkomen na de verkiezingen. Mét een klimaatwet, mét een plan, mét een onafhankelijke wetenschappelijke commissie die het regeringsbeleid monitort. Klimaatzaak wil de politici helpen bij het nemen van moeilijke maar broodnodige maatregelen. Ook al is het een rechtszaak uit liefde, een proces tegen de staat zal door een meerderheid altijd als negatief gepercipieerd worden. Willen we verandering in een democratie, dan moeten we uiteindelijk wel die meerderheid meekrijgen. En om politici helemaal mee te krijgen, moeten we ook de bedrijven meekrijgen. En dan is een positieve campagne als Sign for my future, breed gedragen door burgers, jongeren, milieubewegingen, vakbonden én bedrijven, een zinvolle strategie. Het is niet alleen een initiatief van bedrijven. Maar dat zoveel bedrijven vragen om een sterkere overheid is geen greenwashing maar een unieke kans. Grijp ze. Meer en meer raak ik ervan overtuigd dat we er alleen zullen komen als we de grenzen tussen for-profit en non-profit overstijgen om samen te werken, tegen de polarisatie in. Burgers alleen zullen het probleem niet oplossen. Politici alleen staan machteloos. Milieuorganisaties alleen zullen het tij niet keren. Bedrijven alleen zullen niet spontaan filantropisch worden. We hebben alles en iedereen nodig. We hebben jullie allemaal nodig. We hebben dus ook ondernemingen nodig. Niet business as usual, maar unusual business. Investeren met impact Traditionele businessmensen kijken argwanend naar mijn verhaal over sociaal ondernemerschap. Wij creëren toch jobs en welvaart? Elke ondernemer is zo toch sociaal? Nee, sociaal ondernemen is meer dan de economie doen draaien, jobs creëren en geld verdienen. Sociaal onder*nemers vertrekken vanuit een verontwaardiging over een maatschappelijk probleem én steken hun nek uit om er zelf iets aan te doen. Om oplossingen te bedenken in het algemeen belang, punt. Onafhankelijk van het statuut – vzw, cvba of nv. Ze zoeken naar de organisatievorm die de meeste positieve impact kan hebben. Dat kán een actiegroep, burgerbeweging, vzw of coöperatieve zijn. Maar het kan ook een bedrijf zijn. Het is vooral die laatste groep, de 20 procent van de sociale ondernemers die een for-profitmodel hanteren én voor een duurzame business gaan, die mij als impact-investeerder interesseerden. Je kunt vandaag rendabel investeren in duurzame sociale woningen, in windmolens, in zonnepanelen, in energiebesparende maatregelen, in vleesvervangers, in bomen ... Waarom doet niet iedereen dat? Als ik hetzelfde verhaal over sociaal ondernemen bij de non-profitsector breng, zitten ze ook met hun armen gekruist, argwanend. Een ‘Colruyt’ die komt vertellen over sociaal ondernemen, dat zal wel weer greenwashing of windowdressing zijn. Voor de ene is sociaal ondernemen blijkbaar een contradictio in terminis, voor de andere een tautologie. De term ‘sociaal ondernemen’ is misschien een probleem, maar ik zie net de oplossing in die combinatie van ‘sociaal’ en ‘ondernemen’. Bang, zeurend en verzuurd Als er één ding is wat de gele hesjes ons duidelijk gemaakt hebben, is het dat deze transitie naar een CO2-arme samenleving alleen een kans op slagen heeft als ze inclusief is. Je kunt alleen een algemene CO2-taks invoeren als je maakt dat ook de mensen in armoede hun energierekening op het einde van de maand kunnen betalen. Dat kán door de btw op groene energie te verlagen of door hun woningen energieneutraal te maken of door sociale compensaties voor wie het nodig heeft. Onze maatschappij is rijk genoeg om die transitie te maken. En het is niet alleen minder en minder. Het zijn niet louter kosten, het zijn investeringen die op termijn meer opbrengen dan ze kosten. Ja, we moeten allemaal ons gedrag aanpassen. Ja, we zullen allemaal minder moeten vliegen en minder vlees eten. Maar het is ook een gigantische opportuniteit om van België een voorloper te maken, in plaats van steeds bang, zeurend en verzuurd achter de feiten aan te hollen. De huidige opwarming van 1 graad is het *gevolg van de CO2-uitstoot van 30 à 40 jaar geleden. Het zijn niet de Indiërs en de Afrikanen die toen de CO2 in de lucht bliezen. Maar zij ondervinden er wel de grootste hinder van. Wij kunnen niet langer onze kop in het zand steken en hopen dat de woestijn straks niet tot hier reikt. Wij moeten onze verantwoordelijkheid nemen. Waarom sponsoren we in België nog massaal bedrijfswagens? Waarom wordt vliegen nauwelijks belast? Waarom promoot onze overheid vleesconsumptie? Waarom is er geen CO2-taks? Waarom geldt voor vervuilende kolen een btw-tarief van 12 procent? Waarom heffen we niet 6 procent op groene stroom en 21 procent op grijze? Waarom wordt wonen in de stad niet fiscaal aantrekkelijker? Waarom wordt een deel van de energierekening van de huurders niet doorgeschoven naar de verhuurders? Waarom liggen er geen zonnepanelen op alle openbare gebouwen? Waarom investeren grote publieke pensioenfondsen nog altijd ongestraft in olie en gas? Lehman Sisters Mijn dochter en Anuna De Wever zijn even oud, geboren in 2001. Ook prinses Elisabeth werd in dat jaar geboren. Ze zijn allemaal, zoals onze koning opmerkte, ‘vrouwtjes’. Dat vrouwen nu een voortrekkersrol spelen, is niet toevallig. In 2009, net na de bankencrisis, las ik een interview met Christian De Duve, een Belgische bioloog en Nobelprijswinnaar. Als wetenschapper beschreef hij hoe de mensheid jarenlang veel voordeel had aan de mannelijke variant van ‘zorgen voor’. Als oermens ging de man op jacht, de naburige stammen waren de vijand. Het model van de man was ‘competitie’: het leven is een strijd en wie niet bereid is om te doden, wordt onvermijdelijk zelf opgegeten. Terwijl, aldus De Duve, er ook altijd een vrouwelijke vorm van ‘zorgen voor’ bestaan heeft. Moeders die achterbleven in het dorp moesten samen sterk zijn en elkaar helpen in de zorg voor hun kinderen. Het model van de vrouw was ‘samenwerking’. Terwijl het competitieve model ons fantastische technologische vooruitgang heeft bezorgd, hebben we de aarde uitgeput, onze lucht verziekt, ons klimaat verstoord, onze maatschappij verzuurd. Wat ons eeuwenlang meer en meer materiële welvaart heeft bezorgd, heeft – althans in het rijke Westen – een punt bereikt waarop meer welvaart niet tot meer welzijn leidt. Integendeel. Ook al zit onze welvaart nog in de lift, we hebben op het verkeerde knopje gedrukt. Christian De Duve besloot in dat interview: we hadden nooit een financiële crisis beleefd als de bewuste bank de naam ‘Lehman Sisters’ gedragen had. Terwijl Adam Smith sprak van een onzichtbare hand die het algemene belang diende als iedereen voor zijn eigenbelang opkwam, denk ik dat we in dit millennium op een keerpunt gekomen zijn. Vandaag is het in ons eigen belang om wat meer aan het algemene belang te denken. We hebben niet Adam Smith nodig, maar Eva Smith, Greta, Kyra of Anuna. Jullie leggen de vinger op de wonde. Bedankt dat jullie het klimaat bovenaan op de agenda gezet hebben. Het is ónze verdomde plicht om daar nu iets mee te doen. Dit is een ingekorte versie van de speech die Piet Colruyt uitsprak bij de boekvoorstelling van ‘Wij zijn het klimaat’ van Anuna De Wever en Kyra Gantois (uitg. De Bezige Bij). DS, 30-03-2019 (Piet Colruyt) |