#1
|
||||
|
||||
De nachtmerries van de Britten
De nachtmerries van de Britten
De jongste dertig jaar werd in het VK nooit zoveel gestaakt als nu, zegt Ruud Goossens. Als zelfs de verplegers het beu zijn, dan loopt een model op zijn einde. Mythisch was Margaret Thatcher nog niet op 16 april 1979, maar speechen kon ze al als de besten. In de City Hall van Cardiff haalde ze er, in volle kiescampagne, de profeten uit het Oude Testament bij. Die zeiden niet: ‘Brothers, ik wil een consensus.’ Die gingen, aldus Thatcher, wel voluit voor de eigen visie. Die zeiden: ‘Hier geloof ik passioneel in.’ Enkele weken later beukte Thatcher de deur van Downing Street 10 open voor de Conservatieven. Maar ze gaf vooral de doodsteek aan de naoorlogse consensus in het Verenigd Koninkrijk. Ze dereguleerde de financiële sector. Ze privatiseerde. En ze bond de strijd aan met de vakbonden. Omdat Thatcher dat allemaal met zoveel durf en overtuiging deed, lijkt het soms alsof ze die revolutie in haar dooie eentje voor mekaar kreeg. Dat klopt natuurlijk niet. De Britse economie zat al jaren in zwaar weer. De inflatie piekte. Het gevoel was wijdverspreid dat syndicale leiders te machtig waren geworden. Het land was klaar voor een ommezwaai. De massale stakingen in 1978 en 1979, tijdens de zogenoemde winter of discontent, gaven het finale zetje. Doordat ook de begrafenisondernemers het werk neerlegden, raakten niet alle doden meer begraven. De afgelopen maanden viel er in Britse kranten en tijdschriften niet te ontkomen aan vergelijkingen met die donkere maanden in de jaren 70. Ook deze keer is er een krachtmeting gaande tussen regering en vakbonden. Er zijn veel verschillen met veertig jaar geleden. Zo zijn de syndicaten, precies omdat Thatcher haar slag thuishaalde, een stuk minder machtig. Maar er is ook een belangrijke gelijkenis. Er gaat ook nu een maatschappelijke consensus onderuit. Er voltrekt zich, zouden de Duitsers zeggen, een Zeitenwende. Dalende koopkracht Op veel plekken in Europa, om België maar eens niet te noemen, leggen werknemers momenteel het werk neer. Maar nergens gaat het zo hard als bij de Britten. Net voor de zomer blies de belangrijkste transportbond de esbattementen op gang. Hun leider, Mick Lynch, is inmiddels een cultfiguur. Ondertussen staken ook de postbodes, de wegenwerkers, de grenspolitie en de leerkrachten. In december gaan meer dan 1,3 miljoen werkdagen ‘verloren’. Dat was al van juli 1989 geleden. Nog dramatischer is dat deze week ook de grootste bond van de verpleegkundigen het werk neerlegde. Voor het eerst in 106 jaar. De ‘nurses’ vragen een loonsverhoging van 19 procent, of 5 procent bovenop de inflatie. Dat is een stevig openingsbod. Hun acties hebben bovendien erg reële gevolgen. Tal van behandelingen moeten worden uitgesteld. En toch kunnen de verpleegkundigen voorlopig rekenen op veel steun bij de bevolking. Die is niet vergeten hoe ze tijdens de coronacrisis de ziekenhuizen draaiende hielden. Maar de Britten hebben vooral begrip voor hun penibele financiële situatie. De afgelopen tien jaar zagen de verpleegkundigen hun koopkracht stevig dalen. Meer dan 60 procent moet, volgens een onderzoek, kiezen tussen voedsel of verwarming. Tal van ziekenhuizen hebben daarom eigen voedselbanken in het leven geroepen. Bovendien moet er steeds harder gewerkt worden. Er raken ondertussen al 47.000 vacatures niet meer ingevuld. De afgelopen tien jaar kozen nooit zoveel verpleegkundigen voor een ander beroep als nu. Antistakingswet Vaak trekken ze naar de privésector, omdat de koopkrachtcrisis daar net iets minder nijpend is. Volgens het Office for National Statistics zagen private werknemers hun reële lonen de afgelopen twaalf jaar nog een beetje stijgen, met 4,3 procent om precies te zijn. Maar wie in overheidsdienst werkt, verloor gemiddeld 5,6 procent. Dat is een gevolg van de bevriezing van de lonen die de regering van de Conservatief David Cameron daar, bij haar aantreden in 2010, afkondigde. Daardoor waren de financiële buffers, toen de energieprijzen dit jaar explodeerden en de inflatie de hoogte in schoot, al lang op. Temeer omdat het VK ook vóór 2022 al ontzettend veel ongelijkheid kende. De rijkste 10 procent bezit er meer dan de helft van het vermogen. Maar vooral op inkomensvlak nam de kloof tussen arm en rijk de afgelopen veertig jaar spectaculair toe. In 1980 verdiende de rijkste 1 procent ongeveer 6,8 procent van het totaal. Dat percentage is ondertussen, ook dankzij alle cadeaus aan de financiële sector, verdubbeld. Toch knippert de regering van Rishi Sunak niet met de ogen. Ze wil voorlopig niet onderhandelen. Ze lijkt eerder te mikken op een thatcheriaanse remake. Sunak kondigde al aan dat hij het stakingsrecht nog verder wil inperken. De hoop is dat de bevolking zich, als de acties nog wat duren, tegen de syndicale leiders zal keren. Dat is niet onmogelijk, maar verre van zeker. Op dit moment achten veel meer Britten de regering verantwoordelijk voor de chaos. Nauwelijks 9 procent van de bevolking gelooft nog dat de bonden over echte macht beschikken. Tegen de muur Het toont hoe diepgaand de consensus die eind jaren 70 ontstond, het land heeft veranderd. Via tal van maatregelen werd de syndicale macht ingeperkt. Thatcher zelf verbood ‘secundaire stakingen’, waarbij werknemers uit ándere bedrijven het werken onmogelijk werd gemaakt. De voormalige Labour-premier Tony Blair pochte in 1997 dat zijn regering de ‘meest restrictieve vakbondswetten uit de westerse wereld’ zou invoeren. En de Conservatieven besloten, met hun Trade Union Act uit 2016, om de lat voor acties nog wat hoger te leggen. Sinds dan mag er bijvoorbeeld niet meer via een onlinestemming over een staking worden beslist. Ook dat dreef het aantal vakbondsleden naar beneden. In de jaren 70 was de helft van de Britse werknemers nog gesyndiceerd. Ondertussen is dat alleen nog zo in overheidsdienst. In de private sector is nog maar iets meer één op de tien werknemers lid van een vakbond. Ook het aantal stakingen kelderde, zeker vanaf 1990. Maar ondanks al die drempels is het nu dus wel chaos. ‘Dat ligt niet zozeer aan de militante vakbonden’, schreef de Financial Times, nochtans geen syndicaal pamflet, deze week. ‘Maar wel aan werknemers die er genoeg van hebben.’ En het versterkt de indruk dat het VK volop tegen de muur aan het knallen is. Alle economische indicatoren, of het nu gaat over groei of productiviteit, staan op rood. In 2008 vreesde maar 12 procent van de Britten dat zijn nageslacht slechter af zou zijn, nu is dat al 42 procent. De gezondheidszorg NHS, ooit de nationale trots, ligt in de lappenmand. Zeven miljoen mensen wachten op een afspraak. Terwijl er om de haverklap een nieuwe minister ten tonele verschijnt. De neergang van de Conservatieve Partij vergroot het gevoel van crisis. Om van de Brexit nog te zwijgen. Dat nooit meer! Gelukkig baarde het VK in 2022, behalve veel ellende, ook een uiterst lucide boek. In The death of consensus vertelt BBC-documentairemaker Phil Tinline niet alleen de Britse politieke geschiedenis van de afgelopen honderd jaar. Hij schrijft ook dat een maatschappelijke consensus niet zozeer het gevolg is van een gedeelde kijk op heden of toekomst, maar wel van een gezamenlijke visie op het verleden, van een gedeelde ‘nachtmerrie’. Het trauma van de massawerkloosheid vóór de Tweede Wereldoorlog leidde tot het naoorlogse sociale model. Zoals de ellende van de jaren 70 het thatcherisme in gang zette. Zo’n nachtmerrie bepaalt de krijtlijnen van wat politici zich kunnen, of denken te kunnen, permitteren. Blair bezwoer zijn kiezers dat er met Labour ‘geen terugkeer naar de jaren 70’ zou plaatsvinden. Dat nooit meer, was de boodschap. Alleen verliezen nachtmerries na verloop van tijd hun impact. Omdat steeds minder mensen zich de ellende van vroeger herinneren, of omdat de wereld gewoon veranderd is. Dan ontstaat er ruimte voor wat nieuws. Dat is wat Tinline nu ziet gebeuren. Sinds de financiële crisis wankelen liberale zekerheden. De ongelijkheid zet de consensus onder druk. Staatsinterventie is, sinds covid, geen taboe meer. Maar het is nog niet duidelijk waar dat allemaal op uitdraait. Premier Sunak probeert de oude nachtmerrie weer op te roepen. Labour-leider Keir Starmer twijfelt. Hij verbood zijn frontbenchers om de stakingsacties te opzichtig te steunen. Maar hij pakte Sunak deze week wel hard aan. Mogelijk beseft Starmer dat er een nieuwe nachtmerrie aan het ontstaan is. Een nachtmerrie over een regering die er niet in slaagde om de publieke dienstverlening op peil te houden. Over een land dat zijn hardwerkende verpleegsters liet aanschuiven bij de voedselbank. DS, 16-12-2022 (Ruud Goossens) |