|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Smartphone in zak van acht op tien 12-jarigen
Bijna helft jongeren kiest voor een iPhone.
De smartphone behoort tot de standaarduitrusting van jongeren: op 12- à 13-jarige leeftijd heeft meer dan 80 procent er eentje, en dat gaat voor de oudere tieners naar 90 procent en meer. De periode van de stap naar het secundair onderwijs is het kantelpunt. Bij de 10- en 11-jarigen heeft nog niet de helft een smartphone. Dat blijkt uit de enquête die Wikifin liet uitvoeren in het kader van de Week van het Geld, die loopt in samenwerking met De Tijd en Radio 1. De cijfers worden bevestigd door recent onderzoek van iMinds-MICT-UGent waarin De Tijd al inzage kreeg. Daar blijkt ook dat zes op de tien jongeren de smartphone hebben gekregen, en dat slechts een minderheid hem helemaal zelf betaalde. Bij bijna de helft van de jonge smartphonebezitters gaat het om een iPhone, weliswaar vaak een ouder afdragertje. Ook de verbruikskosten hoeven zowat acht op de tien jongeren niet zelf te betalen. Die cijfers liggen hoger dan een tiental jaar geleden, toen meer jongeren zelf hun gsm betaalden. De smartphone is in die relatief korte tijd verschoven van de categorie van luxeproducten naar die van producten die aan basisbehoeften voldoen. Dat verklaart mede waarom ouders meer de kosten dragen. De meerderheid van de jongeren gebruikt slechts een handvol apps, met als topper Facebook, gevolgd door Snapchat. Apps om te bankieren komen veeleer vanaf 18 jaar in beeld. De smartphone is voor jongeren de draaischijf van hun sociale leven. De meeste ouders hebben zich bij die realiteit neergelegd. ‘Hen dat ontzeggen maakt jongeren zelfs kwetsbaar’, stelt Pedro De Bruyckere, pedagoog en onderzoeker van jongerencultuur. ‘Maar dat betekent niet dat je geen afspraken moet maken om het evenwicht te bewaren. Eén verbod zou ik zeker instellen: geen smartphone mee naar bed.’ Mening: Over de inburgering van de smartphone en de modernisering van de maatschappij is er al veel geschreven, dat heeft ieder van ons ongetwijfeld al gemerkt. Dat ging dan meestal over het gebruik van smartphones op school, dat de jeugd verslaafd is aan zijn telefoon of dat er altijd maar nieuwe en snellere modellen verkrijgbaar zijn. Over het feit dat het publiek van de smartphone almaar jonger wordt heb ik tot nu toe weinig gelezen. Dit is niet bepaald iets dat onopgemerkt voorbij kan sluipen. 80% van de 12- tot 13-jarigen zijn in het bezit van een smartphone en ik heb eerlijk gezegd een dubbel gevoel over dit gegeven. Het is onmogelijk om deze hebbedingetjes uit hun handen te houden aangezien elke (oudere) persoon die hun wegen kruist er één op zak heeft. Papa, mama, grote broer of zus en misschien zelfs opa en oma hebben een smartphone. Deze generatie wordt ook wel de generatie van de 'digital natives' genoemd en zijn bij wijze van spreke behendiger in het gebruiken van een smartphone dan het strikken van hun veters. Buiten het feit dat een smartphone leuk en handig is door het rijke aanbod aan apps (spelletjes en wat nog) zal bij onze 'digi-kids' ook de factor 'cool' een belangrijke rol meespelen. 18/03/2016 De Tijd http://netto.tijd.be/dossier/wvhg20...5 325-8343.art |
#2
|
|||
|
|||
Kinderen met smartphones
Mijn mening komt overeen met de mening van Elias. Als ik rondom mij kijk, moet ik constateren dat jongeren en kinderen op een steeds jongere leeftijd een smartphone bezitten. Zelfs als ik naar mijn familie kijk, moet ik toegeven dat zelfs familieleden onder de 10 jaar in het bezit zijn van zo'n toestel. Niet omdat ze het echt nodig hebben, maar omdat anderen uit hun klas het ook hebben. Ze willen niet achterblijven en moeten er ook eentje hebben. Ik hou mijn hart vast voor de komende generaties. Zullen de komende generaties nog kunnen leven zonder de multimedia die ze leren kennen? Ik denk dat velen het erg moeilijk zullen hebben wanneer hun digitale 'speeltjes/hebbedingetjes' opeens niet meer zouden werken en ze een dag zonder zouden moeten. Persoonlijk zou ik daar geen probleem mee hebben, maar ik ben er zeker van dat velen dat wel zouden hebben.
Ook voor school hebben kinderen en jongeren steeds vroeger internet nodig. Ik ken iemand van het derde leerjaar dat een spreekbeurt moet geven met een PowerPoint-presentatie. Ik kan mij voorstellen dat ik dit voor het eerst in het zesde leerjaar moest kunnen. De digitalisering van de wereld is zich in een recordtempo aan het verspreiden bij alle leeftijden. |