Inactiviteit stijgt nog bij Walen en Brusselaars


BRUSSEL - In Vlaanderen is het aantal niet-beroepsactieven tussen 25 en 65 jaar in de voorbije tien jaar met 115.000 gedaald. In Wallonië en Brussel is die groep blijven aangroeien, met 15.000.


Terwijl in Vlaanderen het aantal niet-beroepsactieven tussen 25 en 65 in de voorbije tien jaar daalde, werd die groep in Wallonië en Brussel steeds groter. Dat blijkt uit de zogenaamde Vlaamse Arbeidsrekening. Die bevat cijfers uit allerlei databanken over werkenden en niet-werkenden in Vlaanderen, en vergelijkende gegevens over de andere regio's in België en over de andere Europese landen. De verwerking van de gegevens gebeurde door het Steunpunt WSE, een arbeidsmarktonderzoeksinstelling uit Leuven.

Wat leren de cijfers?

In 1996 telde Vlaanderen in totaal 929.000 niet-beroepsactieve mannen en vrouwen in de leeftijdsgroep tussen 25 en 65 jaar. Het grootste deel van de studenten (jonger dan 25 jaar) valt buiten die leeftijdsgroep, net als de meerderheid van de gepensioneerden (ouder dan 65 jaar). Bovendien vallen ook de werklozen buiten de definitie van niet-beroepsactieven. Werklozen hebben weliswaar geen baan, maar ze zijn er wel naar op zoek.

In die groep van 929.000 Vlamingen gaat het dus voornamelijk om arbeidsongeschikten, jonge gepensioneerden en huisvrouwen.

Voor Vlaanderen is er sprake van een gestage en duidelijke afname van het aantal inactieven. In 2006 waren er nog 814.000 niet-beroepsactieven, of een daling met 115.000 (of 12procent) tegenover tien jaar eerder.

Die daling is vooral toe te schrijven aan de leeftijdsgroep tot 50jaar (min 69.000) én aan de 50- tot 65-jarigen (min 46.000). De afname van de inactiviteit is uitsluitend een zaak van de Vlaamse vrouwen (min 127.000); bij de mannen kwamen er twaalfduizend niet-actieven bij tussen 1996 en 2006.

Die goede cijfers voor de vrouwen hebben alles te maken met de hogere arbeidsparticipatie van de jongere generatie en met het geleidelijk optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd voor vrouwen van 60 naar 65 jaar.

Toch blijkt uit de analyse door het Steunpunt WSE dat er in Vlaanderen 275.000 gepensioneerden wonen die jonger zijn dan 65 jaar.

In de twee andere regio's van het land valt er minder goed nieuws te rapen. Wallonië telde in 1996 zo'n 521.000 niet-beroepsactieven. Tien jaar later, in 2006, waren er dat 524.000, of een hele kleine stijging, met drieduizend. Tegenover een daling van het aantal inactieven met vijftienduizend bij de Waalse vrouwen staat een toename met bijna negentienduizend bij de Waalse mannen. Eind 2006 telde Wallonië bovendien ook nog 242.000 werklozen (tegen 195.000 in Vlaanderen).

Eenzelfde trend geldt voor Brussel. Daar steeg het aantal niet-beroepsactieven tussen 1996 en 2006 van 143.000 naar 155.000. Daarnaast telde Brussel destijds 93.000 werklozen.

In Vlaanderen behoort 10,6procent van alle 25- tot 50-jarigen tot de groep van de niet-beroepsactieven. Bij de 50-plussers is dat liefst 51,3procent. In Wallonië gaat het om respectievelijk 16,2 en 52,9procent, in Brussel om 19,5 en 48,4procent.

Ter vergelijking: het gemiddelde voor onze drie grote buurlanden (Nederland, Frankrijk en Duitsland) bedraagt 12procent niet-actieven tussen 25 en 50 jaar en 38,1procent boven 50 jaar.


DS, 22-05-2008 (Johan Rasking)

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB