|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Het Vlaams-nationalisme blijft een product van de collaboratie.
‘Het Vlaams-nationalisme blijft een product van de collaboratie'
Lode Wils (83), monument van de Vlaamse geschiedschrijving Hij is de invloedrijkste geschiedschrijver van de Vlaamse Beweging. Dat zeggen wij niet, dat schreef Bruno De Wever twee jaar geleden. En Lode Wils blijft, ook op zijn 83ste, een scherp observator. ‘Natuurlijk wil Bart De Wever Brussel opgeven om tot de Vlaamse staat te komen.' ‘Wat een dwaze vraag!' Lode Wils staat op, halverwege het gesprek. ‘Ik denk dat we koffie nodig hebben.' Hij beent de kamer uit. De historicus is 83, maar blijft ook achttien jaar na zijn emeritaat een échte professor. Hij is welbespraakt, heeft een schijnbaar onuitputtelijk geheugen en is dus, als het nodig is, streng. We zitten in het bureautje van Wils, bij hem thuis in Heverlee, omringd door zijn indrukwekkende oeuvre. Dat schreef Bruno De Wever, historicus en broer-van, twee jaar geleden óók: dat Wils ongetwijfeld de productiefste geschiedschrijver is van de Vlaamse Beweging. Hij schreef over de Meetingpartij, over de oorsprong van de christendemocratie, en vooral over zowat iedereen die iets betekend heeft in of voor de Vlaamse Beweging — van Clovis over Jan Frans Willems en Joris Van Severen tot Elio Di Rupo. En Wils was, met zijn uitgesproken standpunten, ook altijd omstreden. ‘De persoonlijke houding van Wils tegenover de Vlaamse Beweging was steeds die van de katholieke cultuurflamingant', heet het in de ‘Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging'. En: ‘Het Vlaams-nationalisme was hem nooit genegen, een gebrek aan genegenheid dat al snel wederzijds werd'. De historicus BDW Dat lemma werd geschreven door de jonge Bart De Wever. Wils vertelt dat die bij hem thuis ook ooit op interview kwam. ‘Voor de historicus Bart De Wever heb ik grote waardering. Ik heb zijn licentiaatsthesis gelezen, een uitstekend werk. En ik lees zijn columns in De Standaard ook graag. Spijtig genoeg heeft hij zijn doctoraat nooit afgewerkt. Hopelijk doet hij het nog eens.' Wils bewijst alvast dat het daar niet snel te laat voor is. Na zijn pensioen heeft hij, onder meer, een vijfdelige biografie over Frans Van Cauwelaert neergepend, samen goed voor zo'n twaalfhonderd bladzijden. En begin deze week gaf hij in Antwerpen nog een lezing over de man die precies tweehonderd jaar na zijn geboorte in het midden van een politiek stormpje belandde: Hendrik Conscience. Een aantal schrijvers stelt voor om een Antwerps plein naar de in 1997 overleden dichter Herman de Coninck te noemen. En dat moest dan precies het De Coninckplein zijn, genoemd naar Pieter De Coninck, een van de protagonisten uit Consciences Leeuw van Vlaanderen. Bart De Wever beet fel van zich af: ‘Het meest idiote voorstel dat ik ooit heb gehoord uit de culturele wereld'. Lode Wils schrok niet van de clash. ‘Het is een oud zeer. De beweging die vocht voor het gebruik van de eigen volkstaal, werd van bij haar ontstaan vooral door de conservatieven en de klerikalen gesteund. Dat was niet alleen in Vlaanderen het geval, maar ook bij de Basken, de Bretoenen, de Finnen of de Slovenen.' ‘En daartegenover stonden altijd de liberalen, de intellectuelen. Zij vonden het zinvoller om te kiezen voor een grote cultuurtaal: voor het Zweeds in Finland, voor het Duits in Slovenië, voor het Frans in Vlaanderen. Oude volkstalen in leven houden, daarin waren ze niet geïnteresseerd. Ze vonden dat de Vlaamse Beweging de mensen bekrompen en achterlijk hield. Terwijl het hén te doen was om intellectuele en politieke vooruitgang.' ‘Wel, die botsing tussen die twee werelden zag je nu weer terugkeren. De Wever begrijpt niet waarom net de herinnering aan Pieter De Coninck moet verdwijnen. Terwijl al die auteurs, die vlot schrijven en dus worden geacht over alles een mening te hebben, blijkens hun stukken in de krant toch vooral anti-Vlaams-nationalisten schijnen te zijn.' De patriot Conscience Begrijpt u dat Pieter De Coninck voor Bart De Wever belangrijk is? De Vlaamse strijd van Conscience, in de negentiende eeuw, was toch absoluut geen anti-Belgische strijd? ‘Natuurlijk niet.' Terwijl Vlaams zijn voor veel mensen nu lijkt te betekenen dat je automatisch ook tegen België bent. ‘Omdat dat er voortdurend wordt ingehamerd, onder meer door journalisten. Onlangs publiceerden jullie een fictief interview met Conscience: leuk gedaan, niet eens al te dwaas. Maar daarin liet de auteur Conscience wel vertellen dat België ‘in zijn jeugd', dus voor 1830, niet bestond. Onzin. Er bestond voordien al een Belgisch gevoel. Maar dat lepelen jullie de mensen dus in.' Terwijl? ‘Terwijl het de taak is van een historicus, en van een journalist, om unzeitgemäss te zijn – om Nietzsche te citeren. Je moet ingaan tegen de mythes die voortdurend worden verspreid en herhaald. Anders raakt iedereen ervan overtuigd. Vandaar: de Vlaamse strijd van Conscience was ultrapatriottistisch. Vlaanderen en België waren voor hem twee woorden voor hetzelfde ding.' ‘De Vlaamse Beweging is ontstaan uit enthousiasme over de Belgische omwenteling. Toen ontstonden er tijdschriften en werden er congressen georganiseerd. Er heerste een gunstige sfeer voor de opleving van één nationale literatuur, in beide landstalen, zich afzettend tegen de literaire dominantie van Frankrijk. Onze volkstaal werd al vanaf de zeventiende eeuw beschouwd als de nationale taal van België, van de Habsburgse Nederlanden. Het was ‘onze Belgische sprake', of ‘la langue belge', zoals we dat in oude teksten terugvinden.' ‘Daarom was de schrijver Gerard Walschap na de Eerste Wereldoorlog zo met verstomming geslagen toen Vlaanderen, ten gevolge van het activisme (de samenwerking met de Duitse bezetter, red.), plots tegenover België kwam te staan. Dat waren voor hem immers ‘twee vaderlanden voor ons identiek'.' Het begin van het einde Daar hebt u veel over geschreven: tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam het tot een breuk tussen dat Vlaams gevoel en het Belgisch patriottisme. ‘De mensen die al jaren streden voor het gebruik van de volkstaal, hadden in 1914 nog maar weinig vooruitgang geboekt. En toen kwam de Duitse bezetter. Hij zag in de Vlaamse Beweging een manier om België te ontwrichten en zijn macht te vestigen. Nog voor het Vlaamse land bezet was, gaf de Duitse kanselier vanuit Berlijn aan de gouverneur-generaal in Brussel de opdracht om de Vlaamse Beweging op een zo zichtbaar mogelijke wijze te ondersteunen. Dat was de Flamenpolitik.' ‘Dat zorgde ervoor dat Vlaanderen en België na de oorlog twee onverzoenlijke vijanden werden. Er is toen een anti-Belgische tak van de Vlaamse Beweging gecreëerd, dóór de Duitsers. Het was het begin van het Vlaams-nationalisme.' Bestonden er voor WOI dan geen anti-Belgische sentimenten? ‘Die sentimenten bestonden wel, bij individuele mensen. Maar een anti-Belgische beweging, met een eigen tijdschrift of maandblad, bestond er niet. Dat hebben de Duitsers veranderd. Ze begonnen flaminganten te lijmen. Ze beloofden dat ze de universiteit van Gent zouden vernederlandsen, ze beloofden nog tal van andere dingen. ‘Wat je van België niet gekregen hebt, krijg je nu van ons.' De grote meerderheid van de Vlaamsgezinden wees dat aanbod af, maar…' Een deel ging er wél op in. ‘Inderdaad, en dat had verstrekkende gevolgen. Die activistische minderheid was na de oorlog gecompromitteerd, het waren verraders. De vader van Hendrik Elias — de historicus en in de Tweede Wereldoorlog de leider van het collaborerende VNV — was een van die ambtenaren die zich had laten lijmen. Hij had promotie gekregen van de Duitse bezetter. In zijn boek 25 jaar Vlaamse Beweging schrijft Elias: ‘Op het einde van 1918 werd het activisme uitgespuwd door de overgrote meerderheid van de bevolking'. En zo werden die mensen anti-Belgisch.' Zou je kunnen zeggen dat toen de kiemen zijn gelegd voor de splitsing van België die nu niet meer onmogelijk lijkt? ‘Zeker. Alle flaminganten bleven na de Eerste Wereldoorlog immers in de kou staan. De socialisten waren tijdens de oorlog bereid geweest om België te verdedigen, op voorwaarde dat er na de oorlog wel algemeen enkelvoudig stemrecht werd ingevoerd. En dat kwam er ook. En de katholieken waren bereid geweest om België te verdedigen, op voorwaarde dat hun scholen na de oorlog mee betaald zouden worden door de overheid. Dat kregen ze voor mekaar.' ‘Maar de flaminganten werden afgewezen. Koning Albert I was een grote tegenstander van de Vlaamse Beweging, die hij door een liberale, vrijzinnige bril bekeek. Het was in zijn ogen een beweging die het land verdeelde en Vlaanderen achterlijk hield. Er werden dus nauwelijks toegevingen gedaan aan de flaminganten. Dát heeft de breuk veroorzaakt in de Vlaamse Beweging.' ‘Er gebeurden twee dingen: het Vlaams-nationalisme brak door in het klerikale volksdeel én er ontstond een radicale haat tegenover België. De haat zat vooral bij de gewezen activisten die hun job waren kwijtgeraakt, of die in de gevangenis waren beland. De weigering om in te gaan op de Vlaamse eisen werkt tot op vandaag door.' Tranen bij de Brabançonne Voor uzelf was er nochtans nooit een tegenstelling tussen de strijd voor Vlaamse ontvoogding en de overtuiging dat dat binnen België kon. Waar komt uw Belgisch gevoel vandaan? ‘Ik ben een product van de opleving van het Belgisch patriottisme in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de Duitse bezetting was het verboden om de Belgische driekleur te gebruiken, of een Belgisch lintje te dragen. Het was ook verboden om de Brabançonne te laten horen. Er waren twee uitzonderingen: op de nationale feestdag en op de dag van de dynastie mocht in de kerk, na de mis, op het orgel de Brabançonne worden gespeeld. De tekst was verboden, maar de melodie was tweemaal per jaar toegelaten. Op die dagen zaten de kerken vol, niet zozeer met vrome gelovigen maar met mensen die het volkslied wilden horen. Toen ik aan het eind van de oorlog, na vier jaar Duitse bezetting, de Brabançonne hoorde, rolden de tranen uit mijn ogen.' ‘Ik vind uw vraag op zich al bizar. Waarom zou je als overtuigde Vlaming alleen maar tegen België kunnen zijn? Vraagt u ook feministen waarom ze niet tegen België zijn, terwijl vrouwen in dit land toch al een eeuwigheid onderdrukt worden?' Wils staat op. Uit een mapje diept hij een doodsbericht op dat op 6 november 2012 in De Standaard verscheen. Er wordt vermeld dat de overledene een Oostfrontstrijder was, maar ook dat hij later actief was in tal van Vlaamse verenigingen. ‘Wat leert u daaruit?', vraagt de professor. Twee priemende ogen. Dat die collaboratie voor sommigen in de Vlaamse Beweging nog altijd iets is om trots op te zijn? ‘In dit doodsbericht zie je dat de collaborateurs na de oorlog de hele Vlaamse Beweging in handen hebben proberen nemen. Het was juist wat Elias schreef: ze werden uitgespuwd door de overgrote meerderheid van de bevolking. En daardoor was er voor die mensen, als ze zich wilden rechtvaardigen tegenover zichzelf en tegenover hun kinderen, geen andere oplossing dan België te laten verdwijnen.' ‘Als dat lukt, zijn ze de bevrijders van het vaderland Vlaanderen. In plaats van de verraders van het vaderland België. Daarom wordt de tegenstelling tussen Vlaanderen en België tot vandaag onderhouden.' Een aantal oudstrijdersverenigingen liet onlangs weten dat ze niet naar vaderlandse plechtigheden zullen komen, als ook Bart De Wever daar aanwezig zal zijn. Begrijpt u dat? Dat dat trauma tot op heden doorwerkt? ‘Het is een evidentie dat het zo lang doorwerkt. Vier jaar geleden zat ik in een debat met collega-historicus (en N-VA'er) Eric Defoort. Hij was op dat moment voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging. Ik wees hem op mijn evidente vaststelling: dat het Vlaams-nationalisme een product is van de collaboratie in de twee wereldoorlogen. Wie dat niet wil zien, is gewoonweg blind. Maar Defoort antwoordde: ‘Waarom komt ge af met iets dat is gebeurd in de eerste helft van de vorige eeuw?' Ik heb toen gezegd: ‘Omdat de helft van de leden in de Vlaamse Volksbeweging erfgenaam is van de collaboratie of behoort tot een familie die zogenaamd getroffen was door de repressie'. Hij antwoordde: ‘Veel meer dan de helft!' ‘Wel, dat klopt. Die mensen hebben na de Tweede Wereldoorlog de Vlaamse Beweging zoveel mogelijk in handen genomen. Zij wilden tonen dat zij ‘strijdende flaminganten' waren. Zij wilden bewijzen dat ze geen fascisten waren, maar martelaars voor Vlaanderen.' Een jas vs. een verleden Heeft de N-VA zich voldoende losgemaakt van dat verleden? ‘Het Vlaams-nationalisme kán zich niet volledig losmaken van dat verleden. Zoals het liberalisme zich niet volledig kan losmaken van háár geschiedenis, van de Franse Revolutie en de bezetting van onze contreien door Napoleon. Als je kijkt naar het Vlaams Nationaal Zangfeest of naar de IJzerbedevaart, is dat toch evident? Het Vlaams-nationalisme wordt in belangrijke mate gedragen door de erfgenamen van de collaboratie.' ‘Wij kunnen ons verleden nu eenmaal niet afgooien. Daarom kan de Vlaamse Beweging haar klerikale bekrompenheid en achterlijkheid van vroeger ook niet zomaar afgooien. Dat is een erfenis die wij moeten meedragen, of wij dat nu leuk vinden of niet. Je kan een jas uittrekken, maar je kan je verleden niet uittrekken. Een volk, een beweging, een partij of een stroming kunnen dat evenmin.' ‘Dus heeft de N-VA zich daarvan losgemaakt? In grote mate wel, da's evident. Maar even evident: niet totaal, want dat is onmogelijk. De Vlaamse Beweging hééft gecollaboreerd, ze ís rechts en klerikaal geweest. Maar waarom stelt u die vragen? Dat is toch duidelijk? Waarom durven jullie dat als journalisten niet gewoon zelf schrijven? Waarom durft u zélf geen stelling nemen?' De pers is te weinig kritisch is voor de N-VA? ‘De pers is te weinig kritisch voor om het even wat. Journalisten verdienen hun kost door mensen te interviewen. Jullie zetten om het even welke uitspraak tegenover om het even welke andere uitspraak. Op die manier trekken jullie de meest evidente dingen in twijfel.' Vindt u dat de N-VA zich sterker van dat verleden moet distantiëren? ‘Ik zou dat wel willen. Ik vind niet dat ze die erfenis verder moeten uitdragen.' Bart De Wever zal zeggen: het is romantiek in de marge, niet de hoofdzaak. ‘Hij kán dat verleden niet in de marge duwen. Sterker nog: als we dat van hem vragen, vragen we het onmogelijke. Hij zal zich willen losmaken van een deel van dat verleden — hij wil immers een breder publiek aanspreken — maar het behoort wel tot de essentie van zijn partij en van het Vlaams-nationalisme. Dat is hun noodlot. En hij moet zich natuurlijk ook indekken langs de kant van het Vlaams Belang.' Bye bye Brussel Zal Vlaanderen erop vooruitgaan als het land gesplitst wordt? ‘Theoretisch zou dat kunnen. In het koninkrijk of de republiek Vlaanderen zullen we geen last meer hebben van de Walen, de PS of de FGTB. Alleen nog van Europa. Maar in de praktijk geloof ik er niet in. Volgens mij had Frans Van Cauwelaert het bij het rechte eind, toen hij in 1936 in zijn dagboek schreef dat de Vlamingen groot ongelijk hadden om federalisme te vragen. Want als de Vlamingen dat federalisme vroegen, zouden we het ofwel niet krijgen, ofwel op de condities van de ánderen. Dat hebben we toch gezien bij de splitsing van BHV?' ‘De Vlamingen, die per se willen dat België opgeblazen wordt, geven cadeaus aan de anderen. Want alles wat wij krijgen, zullen wij pas krijgen tegen zware betaling.' Hoe lang houdt België het nog vol? ‘Vijftien jaar geleden zei ik op een toespraak tegen assistenten: ‘België zal mijn tijd wel duren, maar ik ben niet zeker of het de uwe zal duren'. Een jaar of vijf geleden heb ik tegen een soortgelijk publiek gezegd: ‘België zal zeker uw tijd niet meer duren, en ik ben niet eens meer zeker of het mijn tijd nog zal duren'. Hoewel ik dus al 83 jaar oud ben. Ik denk dat België eraan kan gaan.' ‘Het gevolg is dat we dan Brussel zullen kwijt zijn, samen met de zes faciliteitengemeenten. En misschien nog wel wat meer. Dan ligt de grens van Frankrijk tegen Vilvoorde. Ach, De Wever zit in een partij die het slachtoffer is van zichzelf. Hendrik Borginon (voormalig VNV'er en grootvader van Fons Borginon, red.) zei in het begin van de jaren dertig al: desnoods doen we het zonder Brussel. Waarom? Omdat de Vlaams-nationalisten zichzelf hadden vastgepind op hun eis van ‘zelfbestuur'. Als je het hele partijprogramma daarop inzet, dan is het verlies van Brussel evident. Dat was dus de prijs die Borginon wilde betalen. En natuurlijk is dat ook de prijs die ook Bart De Wever wil betalen om tot de Vlaamse staat te komen. Helaas.' ‘Het is natuurlijk ook moeilijk om met de Franstaligen op voet van gelijkheid samen te leven. Zij vinden dat zij, waar zij ook in België neerstrijken, in hun taal bediend moeten worden. En als wij dat weigeren, zijn wij meteen semi-fascisten.' En zo zijn we gedoemd om uit mekaar te drijven. ‘Ik zal, als ik van Leuven naar Gent moet rijden, twee keer de grens over moeten. Eén keer om Brussel binnen te rijden en één keer om Brussel weer buiten te rijden. U begrijpt dat ik niet enthousiast word over zo'n verminkt Vlaanderen.' Bron: De Standaard Lode Wils op zijn best! |