Minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) wil bedrijfsstages verplicht maken in het secundair technisch- en beroepsonderwijs. Dat verklaarde hij in de bevoegde commissie van het Vlaams parlement. Voor het ASO is Smet geen voorstander van een verplichte stage.

Het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) pleitte er eind oktober voor om een bedrijfsstage van een maand verplicht te maken in alle richtingen van het secundair onderwijs. Uit een onderzoek van het Syndicaat bleek immers dat pas afgestudeerden geen realistische kijk hebben op de taakomschrijving van een job, het te verwachten loon en de extralegale voordelen.

Irina De Knop (Open Vld) en Goedele Vermeiren (N-VA) wilden weten of de onderwijsminister zich achter het voorstel van het NSZ schaart. "Ik wil inderdaad een verplichte bedrijfsstage invoeren in het TSO en het BSO", verklaarde Smet. "De invulling daarvan mag worden bepaald door de scholen, die ook zelf moeten instaan voor het vinden van de stageplaatsen. Er komt geen centrale databank."

De stageverplichting wordt onderdeel van het onderwijsdecreet 23, dat in het voorjaar door het parlement wordt behandeld. In het schooljaar 2013-2014 kan het decreet van kracht worden. Irina De Knop vond donderdag dat ook in het ASO het zogenaamde werkplekleren verplicht moet worden gemaakt. "Het vasthouden aan de schoolbanken is niet meer van deze tijd", opperde ze. Smet wees echter op de praktische bezwaren: "Denkt u dat de bedrijven in staat zijn een stage voor alle leerlingen in Vlaanderen te organiseren?", vroeg hij.

Goedele Vermeiren toonde zich tevreden met de aanpak van de minister.

Bron: De Morgen
Datum: 08/11/12, 16u30

Eigen mening:

Ik vind het super goed dat stages verplicht worden. Ik vind het persoonlijk ook heel belangrijk dat leerlingen zelf inspraak hebben in het bedrijf waarin ze hun stage willen doen, zo kunnen ze zich een beter beeld vormen van wat hen misschien te wachten staat. Ik heb het gevoel dat veel leerlingen tegenwoordig gewoon in de beroepswereld gesmeten worden zonder dat ze weten wat hen te wachten staat. Daarom zou ik bovendien ook de leerlingen van ASO beter begeleiden en de inhoud van verschillende jobs duidelijk maken. Ik heb het gevoel dat er nog vaak een ondoordachte keuze wordt gemaakt i.v.m het hoger onderwijs omdat ze niet weten wat de studierichting of de job precies inhoudt.

ASO-leerlingen ook nog eens een verplichte bedrijfsstage is geen goed idee. Ten eerste omwille van wat Pascal Smet zegt; Vlaanderen kan niet voor élke student een plaats geven in een bedrijf. Ten tweede is het zo dat ASO-leerlingen worden voorbereid op voortgezet onderwijs. In dat voortgezet onderwijs krijgen deze leerlingen de kans om een stage te doen.

Persoonlijk ben ik ook voorstander van verplichte stages. Op die manier kunnen de jongeren kennismaken maken met het bedrijfsleven. Tijdens die maand, komen ze in een bedrijf zonder onmiddellijk onder contract te staan. Sommige gaan, volgens mij, tijdens die maand de keuze maken of dit hun einddoel is en/of ze verder willen studeren. Leerlingen uit het ASO gaan logischerwijs na het secundair onderwijs vaker doorstromen naar het hoger onderwijs aangezien ze theoretischer en algemener geschoold zijn, ook is de keuze naar een specifiek bedrijf minder afgelijnd, bij een BSO of TSO richting is er al een zekere filter gemaakt (vb. houtbewerking, fotografie) waardoor duidelijker is in welk bedrijf ze het beste stage zouden kunnen lopen. Uiteraard zijn er leerlingen uit het BSO of TSO richting die verder studeren, waardoor de bedrijfsstage ook voor hen minder relevant zou zijn. Misschien de keuze om een maand bedrijfsstage en/of een maand bepaalde lessen in het hoger onderwijs bijwonen ?

Ook ik ben een voorstander van bedrijfsstages. De leerlingen kunnen hier namelijk zichzelf ontwikkelen in een realistische context. Volgens mij zorgt dit voor de meeste leerling naast een enorme groei in de lesgebonden competenties ook voor de nodige motivatie voor de leerlingen. De leerlingen merken hier namelijk waarom zij bepaalde zaken leren en begrijpen dus het nut van de leerstof. De leerlingen zijn in een bedrijfsstage ook verplicht om op een goede manier te functioneren en zullen dan ook heel wat specifieke zaken bijleren die in mindere maten in de lessen of in een simulatiebedrijf aan bot komt. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de sociale omgang met collega's, het correct aanspreken van bazen, ...
Kortom kunnen we dus wel stellen dat stages voor ieder een goede zaak zullen zijn. Ik ben ook van mening dat het ook voor Aso-leerlingen eens interessant kan zijn om mee te draaien in een bedrijf gedurende een kortere periode. Hier kunnen ze dan met eigen ogen de praktische toepassing van de theoretische kennis in de les zien. Spijtig genoeg zal het organisatorisch niet haalbaar zijn om leerlingen in alle richtingen naar bedrijven te laten trekken. Omdat leerlingen vanuit een Aso richting vaker doorstromen lijkt de selectie Aso en Tso mij het nuttigste.