#1
|
|||
|
|||
Jongeren kennen talenten niet
“Als je tijdens sollicitatiegesprekken aan afgestudeerde jongeren vraagt wat hun talenten zijn, kunnen ze daar amper op antwoorden. Maar in de war on talent willen bedrijven vooral te weten komen waarin sollicitanten het verschil kunnen maken.” Dat zegt zegt Luc Vandenhoeck, coördinator van het project Go4talent. Hij ondersteunt scholen in hun zoektocht naar talent.
Van ‘Belgium’s Got Talent’ tot ‘So You Think You Can Dance’: iedereen lijkt wel op zoek naar talent. Luc Vandenhoeck: “Klopt, maar talent roept ook weerstand op. Als je Susan Boyle hoort zingen, denk je: ik heb geen talent, ik kan helemaal niets bijzonders. We zien talent vaak als een uitzonderlijke prestatie. Maar talent kan je ook benoemen als ‘sterkte’. Iedereen heeft sterke punten. Onze schoolbanken zitten vol talent. Toch helpen we leerlingen die te weinig ontdekken. Nochtans zijn leerlingen gemotiveerder als ze hun talenten kunnen ontdekken en vooral inzetten op school. Ze leren sneller. En ze zijn beter in staat om een betrouwbare studiekeuze te maken.” Jongeren kennen hun talenten toch zelf al? Luc Vandenhoeck: “Als je tijdens sollicitatiegesprekken aan afgestudeerde jongeren vraagt wat hun sterke punten zijn, kunnen ze daar amper op antwoorden. Ze verbergen zich achter hun diploma. Dat diploma geeft bedrijven wel een zicht op het niveau en de inhoud van de opleiding en de competenties van de sollicitant. Maar in de war on talent willen bedrijven vooral te weten komen waarin sollicitanten het verschil kunnen maken. Ze vragen competente jongeren die bezieling, passie en engagement tonen voor hun job. Dat is niet af te lezen van een diploma. Daarom moeten jongeren zich op school al bewust worden van hun talenten. Daar hebben ze twaalf jaar om hun te talenten te ontdekken én te benoemen.” Komt talent niet vanzelf bovendrijven? Luc Vandenhoeck: “Neuropsychiater Christophe Lafosse stelt dat we met een veelvoud aan talenten worden geboren. We kunnen ze niet allemaal ontwikkelen. Voor elk talent is er een neurobaan in onze hersenen. De banen die we niet gebruiken, sterven af. Use it or lose it. Als je aanleg hebt voor pianospelen, maar je hebt nooit een piano van dichtbij gezien, dan kan je niks met je talent doen. Talent is nooit ‘af’. Het onderwijs moet daarom veel verschillende contexten en werkvormen aanbieden waardoor zo veel mogelijk neurobanen intact blijven en leerlingen een zo breed mogelijk palet aan talenten kunnen ontwikkelen. Zo kunnen ze ontdekken of ze een goede organisator zijn, in structuren denken of creatief zijn, zorgzaam … Scholen hebben dus een grote verantwoordelijkheid.” Ik heb al werk genoeg om mijn leerplannen te volgen. Wanneer vind ik tijd om het talent van mijn leerlingen te ontdekken? Luc Vandenhoeck: “Talentgericht werken heeft niet alleen met tijd te maken. Iedere leerling zou van zijn leraar geregeld moeten horen waar hij goed in is. Uit onderzoek blijkt dat waardering gewoon nodig is voor de ontwikkeling van onze hersenen: iemand een compliment geven, een positieve commentaar op een rapport. Kennis speelt zich niet enkel af tussen de oren, maar ook tussen de neuzen. Je moet als leraar als het ware het talent van je leerlingen ‘ruiken’. Talenten zijn immers relationeel: ze worden ontdekt door anderen. Een talentgerichte aanpak op school houdt in dat je de talenten van je leerlingen erkent én inzet in de les. Dat doe je bijvoorbeeld ook door de voetbaluitslagen te gebruiken voor je les statistiek. Zo’n stimulerende context kan je pas realiseren in een waarderend schoolklimaat, waar leraren, directie en leerlingen elkaar vertrouwen en waarderen. Dat maakt leerlingen ook weerbaarder om om te gaan met de lastige taken.” Moeten leerlingen zich dan altijd goed voelen op school? Luc Vandenhoeck: “Die discussie hoor je vaker in lerarenkamers. ‘Wat is het belangrijkste: dat leerlingen zich thuis voelen of dat ze veel kennis en vaardigheden opdoen?’ Aandacht besteden aan talenten betekent niet dat je afstapt van de inhoud, de competenties die je aan leerlingen meegeeft. Waarderend onderwijs is een en-en-verhaal. Je moet werken aan leercompetenties of leerprestaties én ervoor zorgen dat je een waarderend klimaat creëert waar je leerlingen zich goed voelen en hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen.” Bron: http://www.klasse.be/leraren/29189/...-talenten-niet/ op 12/10/2012 Mening: Ik ben er zeker van dat wij als leerkrachten jongeren moeten helpen hun talenten te ontdekken. Want het is inderdaad zo als je vraag aan leerlingen wat ze goed kunnen, krijg je vaak geen antwoord of 'ik weet het niet'. Het komt er op aan, denk ik, dat we leerlingen leren naar zichzelf te kijken. De woorden die wij na onze opleiding meer dan goed zullen onthouden zijn 'reflectie' en 'zelfevaluatie'. Het zijn ook deze twee zaken die volgens mij van cruciaal belang zijn in het begeleiden van jongeren in de zoektocht naar hun talenten. Want het is niet zo dat wij moeten zeggen wat zij goed kunnen, maar dat ze hier zelf ook naar op zoek gaan. Natuurlijk is het ook belangrijk dat wij leerlingen positief blijven stimuleren en enkel werkpunten en minder goede kanten van hen naar boeven halen. Succeservaringen zorgen er ook voor dat je, zoals in het artikel werd aangehaald, je talenten leert kennen. Bij deze succeservaringen horen dan ook goede/ positieve commentaren van mentoren, leerkrachten, ouders, directie, ... Geeft het ons als leerkrachten nu extra werk? Daar ben ik het niet mee eens. Het zal in het begin een aanpassing zijn, maar je moet er een gewoonte van maken om jongeren positief te bekrachtigen. Op deze manier ontdek je samen met hen hun talenten. |
#2
|
|||
|
|||
Een 'talent hebben' is iets moeilijks om te definiëren. Betekent het 'iets waar je zelf goed in bent' of betekent het 'iets waar je beter in bent dan anderen'? Ik denk dat de meeste leerlingen talent zien in de tweede betekenis. Dan is het inderdaad moeilijk om je eigen talenten op te sommen. Er zal altijd wel iemand zijn die nog beter is in datgene wat jij eigenlijk goed kan.
We vergelijken de leerlingen op school te veel met elkaar, in plaats van elke persoon op zichzelf te waarderen. 'ASO is beter dan TSO', '80% is beter dan 60%', 'ik kan sneller lopen dan hem', 'zij kan sneller lezen dan mij', ... Het is niet omdat jouw buurjongen betere punten haalt op zijn test van wiskunde, dat hij ook beter is, of meer talent heeft. Een leerling die erg zijn best doet, maar toch steeds minder dan het gemiddelde haalt, heeft niet per se gefaald. Inzet en doorzettingsvermogen zijn ook talenten! Zoals Hanne ook al zei, moeten we elke leerling positief benaderen. Elke leerling heeft zijn sterkere en zwakkere kanten. Aan de zwakkere kanten moeten we natuurlijk in het onderwijs proberen te werken, maar de sterke kanten moeten ook telkens benadrukt worden. Dat geeft de leerlingen zelfvertrouwen en jongeren met zelfvertrouwen kunnen het verschil maken! |