actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > Thomas More Kempen > Onderwijs
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 19th January 2011, 15:07
ines.van.hove ines.van.hove is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2009
Locatie: Nijlen
Posts: 70
Meer jonge leraars verlaten snel het onderwijs

(Belga) Meer dan een derde van de jonge leraars in het kleuter- en lager onderwijs stapt binnen de vijf jaar uit het onderwijs. Dat is een stijging, blijkt uit cijfers van het kabinet Onderwijs. In het middelbaar blijft het cijfer stabiel. De grote werkonzekerheid lijkt de belangrijkste oorzaak, meldt de VRT-nieuwsredactie woensdag.

In 2008 gaf nog een op de vier jonge onderwijzers er binnen de vijf jaar de brui aan. In 2010 is dat al meer dan een derde. Zesendertig procent van de jonge leerkrachten verlaat het kleuter- of het basisonderwijs binnen de vijf jaar. Volgens Ann Martin, coördinator van School of Education, een samenwerkingsverband van verschillende lerarenopleidingen, speelt vooral de werkonzekerheid mee. "De leerkrachten tuimelen van de ene interim-baan in de andere. Er wordt bijzonder veel flexibiliteit van hen gevraagd, terwijl de kans dat ze vastbenoemd worden, klein is." Maar dat is niet alles: "De leerkrachten worden misschien wel onvoldoende voorbereid op het vele administratieve werk, op het gebrek aan discipline, het vele contact met de ouders." Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) is alvast van plan om samen te zitten met de vakbonden en met de scholen. "Al denk ik niet dat er geraakt moet worden aan het systeem van de vaste benoemingen. We gaan nu in de eerste plaats voort onderzoeken waarom er zo veel mensen vroegtijdig het onderwijs verlaten", zegt de minister. (LEE)

Bron: Knack

Mening: In 2008 verlieten 1/4 jonge leraren (wat ik toch ook al een behoorlijk aantal vind) binnen de eerste 5 jaar het kleuter -en lageronderwijs. Vandaag verlaat 1/3 (=36%) van de jonge leraren binnen de 5 eerste jaar het kleuter -en lageronderwijs. De werkonzekerheid is voor de leraren de belangrijkste oorzaak om er een punt achter te zetten. Ze gaan van de éne interim-baan naar de andere maar vastbenoemd geraken zit er niet in. Natuurlijk is het wel zo dat men niet van de éne dag op de andere dag vastbenoemd raakt, dit vergt enige tijd (blijkbaar soms langer dan 5 jaar). Ik snap wel dat het frustrerend voor deze jonge kleuter -en lageronderwijzers moet zijn om je telkens in te zetten voor een klas en een school, in de hoop er te mogen blijven, en dan toch weer te horen krijgen niet vast aangenomen te worden. Blijven volhouden is de boodschap, volgens mij.
Geruststellend is dat het cijfer van de leerkrachten in het middelbaar stabiel blijft, jammer dat er geen getal op geplakt wordt in het artikel.
Met citaat antwoorden
  #2  
Oud 19th January 2011, 18:19
Anneleen.Roziers Anneleen.Roziers is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Sep 2009
Locatie: Olen
Posts: 70
Toen ik dit vanmorgen hoorde op de radio had ik een dubbel gevoel. Ik wist al dat er een aantal mensen zijn die in het beroep van leraar stappen en er na een tijdje ook weer uitstappen, maar dat het er zo veel waren.. daar schrok ik toch van!

In dit artikel wordt de schuld enerzijds afgeschoven op de vele interim-banen waarmee een beginnende leerkracht te maken krijgt. Dat kan ik heel goed begrijpen. Als je afstudeert hoop je zo snel mogelijk werk te vinden en hoop je ook nog eens om daar vast te mogen blijven. Toch is dat heel weinig pas-afgestudeerden gegund. Anderzijds worden leraren in opleiding blijkbaar onvoldoende voorbereid op het vele administratieve werk, op het gebrek aan discipline en het vele contact met de ouders. Met dat administratieve werk waar niet goed op voorbereid wordt ben ik het niet helemaal eens. We moeten bij ons op school toch ook zorgen voor de juiste papieren, voor allerlei taken, voor stagemappen die in orde moeten zijn, ... . Ik denk dat de meeste beginnende leerkrachten dus wel een beetje administratief aangelegd zullen zijn. Het gebrek aan discipline verschilt dan weer van persoon tot persoon. Het is aan de persoon zelf om vol te houden en om verder te gaan, ook al is dat een, twee of zelfs drie jaar door steeds weer interims te doen in verschillende scholen. Het contact met ouders daarentegen is wel iets waarmee we in de opleiding nooit te maken krijgen. Ik kan heel goed begrijpen dat daar moeilijkheden zitten. Je bent pas afgestudeerd en komt ineens in contact met ouders die het beste voor hun kind willen, maar die soms al eens hun kritiek moeten kunnen uiten op de leerkrachten.
Met citaat antwoorden
  #3  
Oud 20th January 2011, 12:06
Eva Thijs Eva Thijs is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Sep 2009
Locatie: Gierle
Posts: 423
Als er zoveel jonge leerkrachten stoppen omwille van de werkonzekerheid, vraag ik me af waarom er dan vaak gezegd word dat er meer leerkrachten nodig zijn. Als de administratie zoveel werk is, dan moet er in de lerarenopleiding aandacht aan besteed worden. Je moet goed opgeleid worden en buiten lesgeven heeft een leerkracht nog meer taken, daarop moet hij ook voorbereid worden.
Het is wel jammer dat er zoveel jonge leerkrachten vroegtijdig stoppen. Al die jaren studeren zijn dan een beetje verloren tijd en ook een droom kan stukgaan.
Met citaat antwoorden
  #4  
Oud 20th January 2011, 16:11
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post De lijdensweg van de jonge leerkracht

De lijdensweg van de jonge leerkracht


BRUSSEL - Ze hebben het niet onder de markt, de leerkrachten van vandaag. Sociale, administratieve en creatieve duizendpoten moeten het zijn. Enthousiast en gedreven, diplomatisch en stressbestendig, soepel en geduldig. Dat is duidelijk te veel gevraagd. Meer dan een derde geeft er binnen de vijf jaar al de brui aan in het kleuter- en basisonderwijs, zo blijkt uit cijfers van het departement Onderwijs.



Voor het aanzien hoef je het niet meer te doen: de tijd dat ‘de meester' of ‘de juffrouw' op een voetstuk werd gezet, ligt ver achter ons. Al moet dat statusverlies ook niet overdreven worden. Bijna twee decennia geleden verscheen de studie Geen trede meer om op te staan van het Christelijk Onderwijzersverbond, over de evolutie van de maatschappelijke positie van de onderwijzer. Klachten over het zich onderbetaald en ondergewaardeerd voelen, blijken van alle tijden te zijn.

In 1884 trokken ongelukkige onderwijzers al aan de bel om het prestigeverlies van hun beroep aan te klagen. Dat ze in 1907 door de directeur van de rijksnormaalschool van Lier bejubeld werden als ‘de voedstervaders der beschaving, de scheppers van het volksgeluk', vonden veel onderwijzers een aanfluiting. ‘Prent de kinderen in de klas maar alle maatschappelijke deugden in, wanneer gij zelf door de maatschappij als haar uitschot wordt behandeld,' zo schreef een van hen in 1911 zijn frustratie van zich af.

Maar goed, naar ‘de meester' werd indertijd wél geluisterd. Door de leerlingen, en door de ouders. Dat blijkt vandaag net iets anders te zijn. Bovendien werden meester en juffrouw als jonge broekjes neergepoot in een school waar ze nog heel lang zouden blijven. Rustig wortel schieten, wennen en groeien tot de job als een tweede huid aanvoelt, is er vandaag niet meer bij.

Zou het daardoor zijn dat ze steeds sneller afhaken, de jonge leerkrachten uit het kleuter- en basisonderwijs? Een derde geeft er na vijf jaar voor de klas al de brui aan, in 2008 was dat nog maar een op de vier. De vele interims, de praktijkschok, het gebrek aan discipline, het administratief werk, de vele contacten met de ouders: ze worden allemaal genoemd als mogelijke oorzaken. Dat hij het zal onderzoeken, liet Vlaams Minister van Onderwijs Pascal Smet weten.


Het team als vangnet

In de dorpsschool van Kester, een dorp in het Pajottenland, vallen ze een beetje uit de lucht bij het nieuws over de afhakende leerkrachten. ‘Hier merk ik daar in ieder geval niets van,' zegt directrice Gerda Jacobs. ‘We hebben een bijzonder aangenaam leerlingenpubliek, en de leerkrachten vormen een hecht en stabiel team. We hechten ook veel belang aan het opvangen en begeleiden van jonge leerkrachten. Ik denk dat dit cruciaal is.'

Een dorpsschooltje lijkt niet meteen relevant in dit verhaal, maar de kern van de boodschap weergalmt in alle gesprekken die zullen volgen: begeleiding. Ook bij Hans Téblick, directeur van basisschool De Kleine Jacob in hartje Antwerpen: ‘Voor jonge leerkrachten is niets evident. Er komt zoveel op je af, dat iemand die je af en toe eens vraagt “Gaat het nog wel?” een behoorlijk verschil kan maken. Het team kan een vangnet zijn. Daar proberen we hier voldoende oog voor te hebben. Ik wil jonge mensen goesting geven om in het onderwijs te stappen én te blijven. Ook wij zien weinig of geen afhakers.'


Liefde voor het vak

Gwen Volkaert studeerde in 2007 af als kleuteronderwijzeres. Ze had best zin in het onderwijs, heeft haar studies en stages met plezier gedaan. Maar de ontmoedigende zoektocht naar werk deed haar voorgoed afhaken. ‘Zolang je nog thuis woont, kun je afwachten en proberen en op elk aanbod voor interims, hoe bescheiden ook, ingaan. Maar ik woonde al samen met mijn vriend en de financiële onzekerheid was onhoudbaar. Ik heb dan maar gekozen voor een vaste job in de verkoop.'

Sarah Windels koos wel resoluut voor het onderwijs. Maar nog even thuis blijven wonen, heeft dat onder andere mee mogelijk gemaakt, zo geeft ze meteen toe. Ze is inmiddels aan het vierde schooljaar van haar carrière bezig, en werkt al op haar zesentwintigste school. Op dit moment combineert ze een halftijdse job in het Gentse stedelijk onderwijs met een halftijdse job op een katholieke school in Tielt.

‘Als je voortdurend op andere scholen moet lesgeven, slaag je er nauwelijks in een band met collega's op te bouwen. Elke school kent ook haar eigen gewoontes en regels. Het is telkens weer herbeginnen, telkens weer nieuwe dingen horen en leren. De berg papierwerk die op je afkomt is soms niet te overzien. En je moet natuurlijk geluk hebben met de sfeer op school. Op dit moment prijs ik me heel gelukkig, maar het is ooit anders geweest.'

‘Op sommige scholen staan de oudere en de jongere leerkrachten als rivaliserende groepen tegenover elkaar. Als de oudere generatie je behandelt alsof zij alles weten en jij niets, dan is dat weinig bemoedigend. Of als je met een directie te maken krijgt die geen oren heeft naar je problemen. Ik moet bekennen dat ik zwaar getwijfeld heb, het eerste jaar. De steun van mijn familie, mijn vrienden en een aantal zorgzame collega's hebben me doen besluiten om toch door te zetten. Dat ze me bleven zeggen: “We weten dat het begin erg moeilijk is, maar probeer vol te houden. Het wordt beter.” Hun steun heeft het gedaan.'

‘En mijn liefde voor het vak, natuurlijk. Ik heb altijd geweten dat ik met kinderen wilde werken. Je stopt er veel energie in, maar je krijgt zeer veel respect en dankbaarheid terug. En warmte. Dat zou ik in een ander vak heel erg missen. Ik ben een enthousiaste juf, jazeker.'


Schouderklopje

Kathy Leyssens, kleuteronderwijzeres met 27 jaar ervaring, erkent dat de job een stuk complexer geworden is. ‘We hebben de hoeveelheid werk, ook administratief, jaar na jaar zien toenemen. Ik til er niet zo aan, ik ben erin meegegroeid. Maar voor jonge mensen die alles ineens op hun brood krijgen, is het echt zwaar. Ik zie stagiairs ook wel eens schrikken van de confrontatie met de werkelijkheid. De klassen zijn erg groot geworden, de kinderen zijn een stuk drukker dan vroeger – velen zijn er niet meer aan gewend ‘neen' te horen, en de ouders leggen vandaag meer druk op de school dan vroeger.'

‘Ik mag natuurlijk niet veralgemenen: ook nu ken ik hoofdzakelijk fijne ouders, die heel redelijk zijn in hun verwachtingen. Maar er zijn er ook andere, die bijzonder veeleisend zijn. Ze worden boos als hun kind straf krijgt, bijvoorbeeld. Of ze wentelen hun opvoedingsproblemen op de school af. Dat was vijfentwintig jaar geleden veel minder het geval.'


Mentors

‘Is de minister verwonderd omdat er het afgelopen jaar zoveel jonge leerkrachten afgehaakt hebben?' reageert Vera de Hoog. ‘Misschien moet hij zich vragen stellen bij de afschaffing van het systeem van de mentoren voor jonge leerkrachten.'

Vera de Hoog is mentor voor leerkrachten lager onderwijs aan de Stad Gent, waar men het systeem nu op eigen houtje toepast.

De Hoog beaamt dat er een ongeziene flexibiliteit verwacht wordt van jonge leerkrachten.

Ze worden heen en weer geslingerd tussen Freinet, Dalton, Jenaplan en meervoudige intelligentiescholen. Ze moeten kunnen werken met anderstalige nieuwkomers, kinderen met ADHD en autismespectrumstoornissen, leerstoornissen allerhande, afspraken maken met ambulante of GOK-leerkrachten (Gelijke OnderwijsKansen), de schoolspecifieke regels en administratie beheersen.

En, jawel, ze moeten proberen te voldoen aan de hoge eisen van de ouders, die onervaren jonge mensen soms nauwelijks enig krediet gunnen.

‘Vaak gaat het over bijzonder enthousiaste leerkrachten, die geknipt zijn voor het onderwijs. Maar ze panikeren: “Hoe krijg ik dit ooit voor elkaar?” Een ervaren mentor, die hen ter plekke opzoekt, is een neutraal klankbord voor hun problemen. Een luisterend oor, praktisch advies, een beetje aanmoediging en een schouderklopje af en toe, kunnen het grote verschil uitmaken bij jonge leerkrachten die dreigen af te haken.'


DS, 20-01-2011 (Kathleen Vereecken)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
  #5  
Oud 28th January 2011, 21:49
Stéphanie.Verreydt Stéphanie.Verreydt is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Sep 2009
Locatie: Noorderwijk
Posts: 78
Meer jonge leraars verlaten snel het onderwijs

Ik denk dat het normaal is dat je als jonge leerkracht begint als interim. Als beginnende leerkracht moet je heel flexibel zijn en dit vraagt een grote inspanning. Ik denk dat de uitstap, die groter is in het kleuter- en basisonderwijs dan in het middelbaar onderwijs, te wijten is aan het zich weer aanpassen en inleven in de klas en de leerstof. Als leerkracht in het basisonderwijs moet je voor een interim-baan alle vakken (wiskunde, W.O., …) voorbereiden en je moet ook weten wat ze al hebben geleerd. In het middelbaar onderwijs denk ik dat het wat vlotter gaat, omdat je te maken hebt met 2 vakken (1ste en 2de graad). Ik vind niet dat leerkrachten onvoldoende worden voorbereid op het vele administratieve werk en dat er gebrek is aan discipline. Het vele contact met ‘echte’ ouders komt niet aan bod in de opleiding. Men kan wel leren hoe je in sommige situaties kan reageren op ouders, hoe je met hen in dialoog kan treden,… maar alle ouders en situaties zijn verschillend. Ervaringen in de praktijk leren je hier beter mee omgaan. Maar je hierop echt voorbereiden is heel moeilijk denk ik.
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 08:31.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.