Ruim de helft van onze kinderen heeft een eigen tablet. De snelheid waarmee onze jeugd ‘digitaliseert’ maakt ouders onzeker.

Ik vind de tablet veel leuker dan de computer omdat er veel spelletjes op staan.’ Kenneth (7) is een van de 4.000 kinderen en jongeren die deelnamen aan het ‘Apestaartjarenonderzoek’. Dat peilt naar welke media ze gebruiken, welke toestellen ze bezitten en hoe ze die gebruiken.

Kenneth is niet de enige die zwicht voor de spelletjes op z’n tablet. Had in 2016 nog maar 18 procent van de negen- tot twaalfjarigen een eigen toestel, dan is dat vandaag al 56 procent. Een op de vijf kinderen jonger dan acht heeft bovendien al een eigen smartphone. Een opvallende stijger in de vrijetijdsbesteding zijn niet toevallig smartphonegames. Speelde in 2016 de helft van de jongeren (12 tot 18 jaar) af en toe op zijn smartphone, dan is dat vandaag al acht op de tien jongeren. 48% doet het elke dag.

Swipen

Het Apestaartjarenonderzoek werd intussen voor de zevende keer uitgevoerd in Vlaanderen, maar het is de eerste keer dat ook kinderen (6 tot 12 jaar) bevraagd werden. Het valt op hoezeer de jongsten gericht zijn op spelletjes spelen, vooral met de tablet. Tieners daarentegen zijn al een pak socialer en richten zich meer op chatten of privéberichten sturen naar hun vrienden. Daarnaast kijken ze allemaal graag filmpjes of luisteren ze naar muziek.

‘We hopen in de toekomst ook de allerkleinsten te bevragen’, zegt Elke Boudry van Mediawijs, het ‘Vlaamse Kenniscentrum voor Digitale en Mediawijsheid’ van de Vlaamse overheid. Want ook bij kleine kinderen is dezelfde fascinatie aanwezig: het zijn geen uitzonderingen, de kinderen die sneller kunnen swipen dan praten.

De rode draad doorheen het onderzoek is dat zowel kinderen als jongeren vandaag bijzonder vlot hun weg vinden in de digitale wereld. Dat maakt ouders onzeker, merken ze bij Mediawijs. ‘Zij denken bijvoorbeeld snel dat hun kind schermverslaafd is’ zegt Elke Boudry. ‘Terwijl het eerder een kwestie is van overmatig schermgebruik. Bij verslaving moeten studieresultaten, hobby’s en vrienden er al sterk onder lijden.’

Ouders hebben vandaag minder zicht op het sociale medialeven van hun kinderen. Kinderen en jongeren zijn vooral fan van toestellen die ze makkelijker overal mee kunnen nemen. Tablet, laptop, gsm of smartphone en zelfs de smartwatch zijn populair. De computer daarentegen verliest terrein: had 69 procent van de 9- tot 12-jarigen in 2016 nog een computer, dan is dat vandaag nog maar 27 procent.

‘Ouders zitten met veel vragen’, zegt Boudry van Mediawijs. ‘We proberen hen niet op te zadelen met al te veel richtlijnen of minimumleeftijden, maar vooral aan te moedigen om interesse te tonen en betrokken te zijn in het digitale leven van hun kinderen. Welke apps of spelletjes gebruiken de kinderen? En waarover chatten ze zoal? Als er open over gepraat kan worden, zullen ze minder geremd zijn om het te melden wanneer er iets ongebruikelijks gebeurt.’

Twintig procent van de jongeren in het Apestaartjarenonderzoek geeft aan soms onrust te voelen door de smartphone: ze slagen er bijvoorbeeld niet in om er minder mee bezig te zijn. Boudry: ‘Dan hoop je als ouder dat ze dit met jou bespreken. Als je niet oordeelt, maar een open gesprek aangaat, ligt de drempel al een pak lager.’

Bron: 16/05/2018, via http://www.standaard.be/cnt/dmf20180516_03515951

Mening:
Vroeger waren de kinderen blij met een speelautootje of hadden ze hun behoeften gevonden bij LEGO/Playmobil. Dit is verleden tijd. We gaan meer digitaliseren en dit begint bij de kindertijd. Ik vind het logisch dat ouders onzeker worden om deze verandering. De media is voldoende groot om de fout in te gaan. Tenzij dat je ervan bewust bent. Onze maatschappij digitaliseert kan een voordeel zijn, maar ook een nadeel. De taak van de ouders is om de kinderen ervan bewust te maken dat ze er voorzichtig mee moeten omspringen. Bovendien is het technologisch materiaal onmisbaar geworden. Alle scholen en bedrijven hebben al wel eens geproefd van dit materiaal.