#1
|
||||
|
||||
Vruchtbaarheidsindustrie
Vruchtbaarheidsindustrie
Nele Van Den Broeck London Underground. Ik loop de tweehonderd ondergrondse meter van de Victoria Line naar de Jubilee Line, wanneer een affiche de aandacht uit mijn hoofd trekt. Een A2 in wit glanspapier. In het midden ligt een baby vredig te slapen, ondanks de schreeuwerige letters vlak boven zijn hoofdje. ‘Great fertility show’, staat er te lezen. De poster afficheert een beurs waar je langs standjes kan flaneren met verschillende opties om je vruchtbaarheid te verhogen. Een beetje zoals een kerstmarkt, maar dan met hormonen in plaats van glühwein. Ik parkeer de poster ergens in een bocht van mijn hersenen en stap de metro in, op weg naar huis. Het is negen uur ’s avonds, het spitsuur is net voorbij, en de trein is een herfstlandschap van op de grond gevallen gratis krantjes. Ik pik er eentje op en blader wat. Meghan en Harry sieren al voor de derde dag op rij de voorpagina, een lange draad van uitgesponnen geluk, uitgemolken melkwitte tanden. Als ze echt zo gelukkig zijn als op de foto’s, dan behoren ze toch tot een andere diersoort dan ik. Ik kan mij niet herinneren ooit zo euforisch geweest te zijn over welke man dan ook. Een paar pagina’s verder kom ik de vruchtbaarheidsindustrie weer tegen. Een subtielere advertentie deze keer. Een vriendelijke tekenstijl toont een koppel in bed, met spitse neus en hoog voorhoofd. Tussen hen in ligt een langwerpige baby. Man en kind slapen, de vrouw zit wakker rechtop met een gelukzalig streepje als mond. In een ballonnetje zien we haar gedachten: ik had nooit durven te dromen dat ik nog zwanger zou raken. Onder het bed, in donkerblauwe letters, staat een adres waar je terecht kan voor een vrijblijvende consultatie over vruchtbaarheid na je veertigste. Ik vouw het krantje dicht en ga erop zitten. Bij twijfel wint dit argument: het is nog altijd beter te betreuren dat je geen kinderen hebt, dan te betreuren dat je er wél hebt. Over taboes gesproken Een paar pendelaars met overuren komen de trein op bij Canary Wharf. Een troep geslaagde dertigers, de mannen in maatpak, de vrouwen in een deux-pièces met torenhoge hakken. Ze gaan nog wat drinken om na het werk wat over het werk te praten. Niemand schijnt zich zorgen te maken over de babysitter, naar ik vermoed omdat er geen baby’s zijn om op te sitten. London loopt vol met dit soort paradepaardjes van de prestatiemaatschappij. Onafhankelijke vrouwen, ambitieus, hardwerkend, en veelal kinderloos. Vrouwen zoals Meghan Markle, als ik de kranten mag geloven. Een ideale afzetmarkt voor de vruchtbaarheidsindustrie. Vrouwen zoals ik? Meghan Markle zal op de rand van de veertig nog snel wat prinsjes baren. Bij mij zal dat niet het geval zijn. Daar, ik heb het gezegd, het taboe is eruit: ik wil geen kinderen. Ik heb nooit de drang gevoeld iemands moeder te zijn. Langs alle kanten, op posters en in kranten, krijg ik te horen dat ik nog wel van mening zal veranderen. Maar ik ben 32 intussen, ik heb vele dromen, 99 problemen, en een kind is er daar geen van. Op een mislukte date vertelde een man van 39 mij dat hij net weg was bij zijn vriendin. Ze had op haar veertigste besloten dat ze een kind wou, en daar kon hij zich niet in vinden. Toen ik zei dat ik geen kinderwens had – ideaal gespreksonderwerp voor een eerste date – lachte hij schamper, en zei dat dat kwam omdat ik te jong was. Vroeg of laat wil iedere vrouw een kind, meende hij. Hij had al zo veel vrouwen ontmoet die op tram vier ‘ineens’ ontdekten dat ze ‘het altijd al wouden’. Zoals ik al zei, een erg geslaagde date was het niet. Wat een eikel zeg. Zal ik op een dag spijt hebben dat ik geen kind heb? Zal ik samen met mijn eigenste prins Harry hormonenstandjes afschuimen of vruchtbaarheidsbeurzen? Ik weet het niet, en ik kan onmogelijk nu weten wat ik binnen tien jaar zal denken. Maar bij twijfel is het dit argument dat wint: het is nog altijd beter te betreuren dat je geen kinderen hebt, dan te betreuren dat je er wél hebt. Over taboes gesproken. Mijn trein komt aan in North Greenwich, ik stap uit, bliep mijn Oyster Card, en wandel naar huis. Ik ben zo blij dat er geen huilend hummeltje op mij ligt te wachten. Ik ben zo al moe genoeg. DS, 05-12-2017 (Nele Van den Broeck)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |