Het Zwitserse World Economic Forum heeft haar Global Gender Gap Report geactualiseerd. België komt op vlak van gelijkheid tussen man en vrouw mondiaal op plaats 31 te staan. Dat is opnieuw slechter dan vorig jaar, toen België nog op de 24e plaats stond.

Voor het tweede jaar op rij daalt België op de Global Gender Gap Index, of de index die gendergelijkheid meet. In 2015 mocht ons land in de ranglijst van 144 landen nog de 19e plaats bekleden, vandaag is dat slechts de 31e. Die daling is vooral te wijten aan minder gelijke kansen en participatie op de arbeidsmarkt en in de politiek.

Zo ligt het gemiddelde jaarinkomen van een vrouw (31.447 euro) nog steeds een pak lager dan dat van een man (48.517 euro) en zijn er beduidend minder vrouwelijke managers of leidinggevenden dan mannelijke. Dat kan te wijten zijn aan het feit dat vrouwen nog steeds meer onbetaald werk (zoals het huishouden of zorgtaken) uitvoeren en dat ze veel vaker part-time werken.

Wereldwijde evolutie

Ook op politiek vlak is België nog steeds gebuisd. Slechts 38 procent van de parlementsleden is een vrouw, net als 23 procent van de ministers. Tegenover vijftig jaar met een man aan het hoofd van de staat staat nul jaar onder vrouwelijk bewind.

Toch hoort er een voetnoot bij de ranking, want een blik op de cijfers van 2006 leert wel dat de gendergelijkheid in ons land op verschillende gebieden hogere scores haalt. Aangezien het onderwerp echter ook in andere landen aan interesse wint, wordt de competitie in een ranglijst als deze sterker. Daarbij scoort België ook ruim boven de wereldwijd gemiddelde gender gap. België haalt dus wel hogere scores ten opzichte van tien jaar geleden, toch zijn ze niet hoog genoeg om de evoluties in andere landen bij te houden.

Traditionele koplopers en hekkensluiters

Aanvoerders van de wereldwijde ranglijst zijn traditiegetrouw de Scandinavische landen Ijsland (1), Noorwegen (2), Finland (3) en Zweden (5). Toch duiken er ook een aantal minder evidente landen op in de top 10: Rwanda verhoogt haar positie van plaats vijf naar vier, Nicaragua stijgt van plaats tien naar zes. Ook op de Filippijnen (10) worden mannen en vrouwen gelijker behandeld dan heel wat andere landen.

Eveneens opmerkelijk zijn de posities van landen als Italië (82), de Verenigde Staten (49) en Nederland (32), voor het eerst met een lagere score dan België. Helemaal onderaan bungelen Syrië (142), Pakistan (143) en Yemen (144).

Bron:
02/11/17, de knack, https://weekend.knack.be/lifestyle/...mal-920525.html.

Mening:
Voor deze cijfers zijn er natuurlijk verschillende redenen die voor de hand liggen. Vrouwen willen zich veel meer over de kinderen ontfermen dan mannen. Dit beïnvloed de keuze van het beroep, waardoor vrouwen hier misschien meer rekening mee proberen te houden. Langs de andere kant is dit zeker niet slecht. Ondanks dat ik zelf een vrouw ben, denk ik dat mannen veel dominanter zijn en minder snel met zich laten spelen. Om een bedrijf te kunnen leiden moet u hard en kordaat kunnen handelen. Zo zijn er ook beroepen die meer passend zijn voor de liefelijke vrouw. Ik vind het echt geen probleem dat elk beroep aan één van de geslachten wordt gekoppeld. Wat ik wel heel belangrijk vind, is dat er tijdens een sollicitatie geen discriminerend gedrag wordt gebruikt. Als een vrouw een hogere functie wilt beoefenen, moeten zij ook de kans krijgen om haar te kunnen bewijzen. Er lopen ook vrouwen rond die even veel potentieel in zich hebben of misschien nog meer dan verscheidene mannen.