Sinds de Brusselse terreurcel een jaar geleden toesloeg op de luchthaven van Zaventem en in het metrostation Maalbeek hebben de Belgische speurders allicht een viertal nieuwe aanslagen verijdeld. Over die verijdelde aanslagen is het gerecht zeer karig met informatie.

In de dagen na de aanslagen van 22 maart schoot de politie aan een tramhalte in Schaarbeek een jihadi in het been. Mogelijk plande hij samen met een kompaan een aanslag tijdens Euro 2016. Tijdens dat voetbalkampioenschap werden in Brussel oom en neef Benhattal opgepakt omdat uit afgeluisterde telefoongesprekken bleek dat ze ‘ergens in Brussel’ een aanslag zouden hebben gepland. Mogelijk op een fandorp. Bewijzen zijn daar tot op vandaag niet van gevonden.

Over twee andere dossiers is de voorbije maanden niets in de pers verschenen. Maar volgens onze informatie werd in de ene zaak mogelijk een aanslag in Frankrijk verijdeld door een valse identiteitskaart, die in ons land werd gevonden. Bij het zesde en laatste dossier werden in Brussel in mei een reeks personen opgepakt die mogelijk een aanslag in de zin hadden.


Alleen is in terreurdossiers nooit helemaal duidelijk hoe ver de plannen van de terroristen zijn gevorderd en waar de grens tussen grootspraak en echte plannen ligt.

Wordt het dreigingsniveau binnenkort aangepast?

Ondertussen ligt het dreigingsniveau in ons land nog steeds op drie (van vier, red.). Niet de federale regering bepaalt dat niveau maar het Ocad, het zogenaamde Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging.

Het Ocad doet dat op basis van informatie die komt van binnenlandse diensten zoals lokale politie, het parket of de Staatsveiligheid, of van buitenlandse diensten. Die informatie brengt het Ocad er nu al geruime tijd toe om het dreigingsniveau op 3 te houden, waarbij een aanslag ‘mogelijk en waarschijnlijk is’.

Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) benadrukte tijdens een lunchlezing bij ondernemersorganisatie Voka vorige week dat het dreigingsniveau 3 ‘niet normaal is en ook nooit normaal mag worden’.

Bron: De Standaard, gevonden op 22/03/2017 (http://www.standaard.be/cnt/dmf20170322_02793641)
Mijn mening: Na de aanslagen in Parijs en Brussel zijn we overal in Europa veel voorzichtiger geworden. Er zijn al veel slachtoffers gevallen vanwege deze aanslagen en vele andere mensen leven in angst voor een volgende aanslag. Nu blijkt dat men al zeker vier mogelijke aanslagen heeft kunnen tegenhouden. Dit is uiteraard goed nieuws. Toch viel het me bij het lezen van dit artikel meteen op dat er toch nog zeer weinig geweten is over deze mogelijke aanslagen. De bevolking heeft het recht op de waarheid en informatie, maar langs de andere kant begrijp ik ook waarom men zeer zuinig is met geven van informatie over mogelijke aanslagen. Het zou voor nog meer angst kunnen zorgen onder de bevolking en dit moeten we zeker vermijden. Angst creëren bij de mensen is dan ook een doel van de terroristen. Hier mogen we uiteraard niet aan toegeven. De bevoegde instanties houden deze informatie dan ook achter met deze reden volgens mij. Soms is het dan ook goed om niet alle informatie uit de maatschappij, en zeker over 'mogelijke' aanslagen, te melden aan de bevolking. Het feit dat het Ocad beslist dat het dreigingsniveau op 3 blijft, geeft mensen ook al informatie zodat we toch allemaal op onze hoede blijven.