#1
|
|||
|
|||
Bewegende kinderen leren beter
Bewegende kinderen leren beter
Beweging op school is vaak geen prioriteit omdat het zogezegd niets oplevert voor de schoolse prestaties van onze kinderen. Maar niets is minder waar. Beweging bevordert de intellectuele ontwikkeling. En daar draait het toch om. Niet? Terwijl het bedrijfslevens steeds meer overtuigd raakt van het belang van fysieke activiteit voor het welzijn en de gezondheid van de medewerkers, brengen kinderen een groot stuk van hun leven vastgespijkerd op de schoolbanken door. Leerkrachten lichamelijke opvoeding moeten vechten voor het behoud van hun uren, terwijl het net omgekeerd zou moeten zijn. Meer beweging op school heeft bijna uitsluitend positieve effecten op alles wat de leerprestaties van kinderen bevordert (1-4). Bewijs van een nadelig effect is erg zeldzaam. Beter breinwerk De opsomming van de positieve effecten is best indrukwekkend. Fysiek actieve kinderen scoren beter op allerhande tests en hun hersenen zijn actiever tijdens de proeven. Ze werken hun taken sneller en accurater af, gebruiken meer woorden tijdens de tests en presteren vaak boven het groepsgemiddelde van hun leeftijdsgroep. Ze onthouden meer en blijven langer geconcentreerd, zelfs wanneer ze van taak moeten wisselen. Er is zelfs sprake van een betere ontwikkeling van hun hersenen en van de manier waarop ze werken. Dat alles geldt zowel voor sterke als voor zwakke jongeren en zowel voor meisjes als voor jongens. Het effect is onmiddellijk merkbaar. Laat de kinderen bewegen, test ze en je ziet onmiddellijk een verschil met de resultaten van kinderen die niet bewogen hebben. Scholen die meer beweging willen voorzien, plannen dat voor een optimaal effect dus het best vroeg tot midden in hun dagschema. Maar de kinderen ertoe aanzetten meer te voet of met de fiets naar school te komen, is eveneens een goed idee. Het blijft bovendien niet bij eenmalige, korte effecten. De extra beweging levert ook over lange tijd voordeel op. Zo zag men de resultaten over 3 jaar met 6 procent toenemen bij kinderen met meer fysieke activiteit op school. Het gevolg is dat kinderen tot 20 procent meer kans hebben om een hogere graad te halen. De termen beweging en fysieke activiteit vatten we het best zo breed mogelijk op, en scholen die zich willen engageren doen er goed aan vormen te kiezen waarbij zoveel mogelijk kinderen zo ruim mogelijk actief zijn. Kinderen in een rij laten wachten om een korte oefening uit te voeren, zoals nog te vaak gebeurt in lessen lichamelijke opvoeding, is een karikatuur van wat prikkelen tot meer beweging op school hoort te zijn. Het betekent evenmin langer rondhangen op een speelplaats met een massa kinderen op een hoopje. De grootste effecten ziet men bij kinderen die stevig kunnen bewegen. Dubbele winst Een wat onverwachte vaststelling: de leerkrachten profiteren mee. De kinderen zijn rustiger en meer geconcentreerd op hun werk, zodat leerkrachten minder tijd verliezen aan probleemgedrag, rumoer of erger. Daardoor komt er veel tijd vrij voor verdere ondersteuning van hun leerlingen. Dubbele winst dus. Daarnaast gaat ook de gezondheid van de kinderen erop vooruit. Bovendien bestaat de hoop dat kinderen die op jonge leeftijd een fysiek actieve levensstijl ontwikkelen die op latere leeftijd trouw blijven. Met alle gezondheidsvoordelen van dien die ieder afzonderlijk en de hele maatschappij daarvan plukken. Bron: Bodytalk (Knack), september 2016, auteur: Jan Etienne Eigen mening: Je kan er niet onderuit dat beweging goed is voor de leerprestaties van de leerlingen. Het is een taak van de leraren om kinderen te laten inzien dat genoeg bewegen erg belangrijk is. Ik vind echter dat dit artikel niet veel nieuws zegt. De theorie dat bewegen tussen de lessen de concentratie bij de leerlingen bevorderd bestaat al langer. En is al veel verschenen in tijdschriften en kranten. Voorbeelden van hoe je dat als leraar of als school praktisch kan toepassen zijn echter nog niet in de actualiteit gekomen. Erover praten is goed maar je krijgt pas echt resultaten bij de uitvoering. |