Het Vlaams ABVV is bezorgd over plannen van Vlaams minister van Werk Philippe Muyters over hoe werklozen in de toekomst werkervaring zullen kunnen opdoen. “Werklozen dreigen te worden gedegradeerd tot goedkope werkkrachten”, waarschuwt Caroline Copers, topvrouw van het Vlaams ABVV. Het kabinet Muyters is het niet eens met de vakbond: “We willen zoveel mogelijke mensen aan het werk”.

Aanleiding van de ongerustheid zijn conceptnota’s van de minister die de vakbond onder ogen kreeg over nieuwe vormen van werkervaring voor werklozen en de voorstellen die in de VDAB voorliggen. Daarbij komt keer op keer terug, aldus de vakbond, dat werklozen zonder vergoeding aan de slag moeten.

Zo zou, aldus Copers, het bestaand systeem van beroepsverkennende stage worden uitgebreid van een week naar een maand, en dit onbezoldigd. Idem voor de opleidingsstages: die zouden worden verlengd van het huidige systeem van zes weken naar zes maanden, eveneens onbezoldigd. De werkgever zou wel een vergoeding krijgen. Nieuw is een zes maanden durende werkervaringsstage, met een voorziene vergoeding van 200 euro.

“Dit komt heel dicht bij een systeem om mensen tot 24 maanden lang gratis te laten werken”, aldus Copers. “Je degradeert mensen niet tot goedkope werkkrachten. En dat is waar men hier mee bezig is.”

Ook nog steeds op tafel, aldus de vakbond, is verplicht vrijwilligerswerk voor werklozen. “Vrijwilligerswerk is per definitie onbezoldigd, en kan voor ons dus nooit opgelegd worden”, argumenteert Copers.

De plannen van de minister gaan in tegen het door de sociale partners onderhandelde Banenpact, aldus nog het ABVV. Het sociaal overleg wordt genegeerd.

Het Vlaams ABVV verzet zich dan ook tegen de plannen om van gratis werken de norm te maken voor Vlaamse werklozen.

Bij het kabinet Muyters bevestigt men dat de systemen van werkervaring worden hervormd, inclusief de stages. “Individueel voor elke werkzoekende wordt nagegaan wat zijn competenties zijn, wat die nog nodig heeft, en hoe hij kan geholpen worden, via opleidingen of stages. Allemaal met het oog op meer kans op werk. We vinden het vreemd dat een vakbond daar niet achter kan staan.”

De werkloze krijgt tijdens die stages of opleidingen nog steeds zijn uitkering, en de uitkering daalt ook niet tijdens die periodes. Er wordt ook een verplaatsingsvergoeding en een vergoeding voor kinderopvang voorzien. “Uiteindelijk staat men beter gewapend op de arbeidsmarkt, met kans op duurzaam werk”, luidt het bij het kabinet.

Bron: DS 18/03/16
http://www.standaard.be/cnt/dmf20160318_02190482

Eigen mening: Het is heel moeilijk om hier de juiste uitspraak over te doen. Iedereen die deel uitmaakt van een samenleving moet zijn steentje bijdragen, ik denk dat dat wel duidelijk is. Natuurlijk zijn er die enkelen die arbeidsongeschikt zijn, dat is een uitzondering. Ik vind dat je werklozen zoveel mogelijk aan het werk moet proberen krijgen, maar of dit al dan niet betaald is, vind ik heel moeilijk. Ik begrijp dat stages niet betaald worden. Je moet ten slotte nog heel veel leren en je levert niet dezelfde arbeid als een echte werknemer. De kosten die je normaal gezien betaald voor een opleiding vallen in deze gevallen dus weg. Ik vind het wel geen goed idee om dit tot 6 maanden te verlengen zonder vergoeding. Ik geloof niet dat iemand een half jaar nodig heeft om een beroep uit te oefenen. Misschien is het inzetten van peters en meters dan beter. Na een bepaalde tijd kunnen werknemers hun eigen plan trekken en bij een kleine vraag kunnen ze zich tot die mensen richten. Het zou dan wel mogelijk zijn om de eerste maand niet te vergoeden.