actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Sociaal-wetenschappelijke achtergronden
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

 
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 20th June 2015, 23:50
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Juliet Schor, éminence grise van de deeleconomie

Juliet Schor, éminence grise van de deeleconomie


Maken autodelen, soep ruilen en Airbnb ons tot gelukkigere mensen op een gezondere planeet? De Amerikaanse sociologieprofessor Juliet Schor onderzoekt dit al jaren. ‘Deelplatformen kúnnen een manier zijn om duurzamer te leven. Maar vaak zijn ze dat helemaal niet.’



Delen is het nieuwe hebben. Dat klinkt heel utopisch, maar als je bekijkt welke initiatieven er in Vlaanderen, alleen al voor auto’s, als paddenstoelen uit de grond schieten, dan ga je het gelóven. Er zijn de Bolides: luxewagens die spic en span in je buurt staan te wachten tot je ze huurt. Er is Tapazz, een website waar iedereen volgens zijn eigen voorwaarden zijn auto te huur kan aanbieden. Er zijn standaardcontracten ontwikkeld voor buren die gezellig onderling een auto willen delen. Er is Avira, een organisatie die autodeelprojecten voor rolstoelvriendelijke wagens lanceert, en er zijn slimme gemeenten die hun wagenpark buiten de kantooruren delen met hun bewoners.

Er is een hele ochtend aan autodelen gewijd op de eerste ‘International Workshop on the Sharing Economy’, een congres aan de universiteit van Utrecht waar ik naartoe reis om de Amerikaanse sociologieprofessor Juliet Schor te ontmoeten. Zijn de deelplatformen die we ontwikkelen wel toegankelijk genoeg, of vergroten ze net de kloof tussen wie digitaal mee is en wie niet? Zijn we er juridisch wel op voorbereid om dure spullen te delen met mensen die we van haar noch pluim kennen? En wat zijn nu de meetbare effecten van al dat delen? Het zijn vragen die met passie besproken worden, in een gezelschap van vooral jonge onderzoekers. Schor, 59, is de éminence grise. In haar slotwoord lijkt ze voorzichtig om het enthousiasme niet te temperen. ‘Het woord “deeleconomie” is een heel grote tent geworden waarin de meest uiteenlopende organisaties nu een plaatsje willen, van soepdeelclubs tot Uber. Sommige hebben niets met delen te maken’, zegt ze.


Koelkasthonger

Later, als we in het station van Utrecht wachten op de trein naar Antwerpen – haar treinreis is het enige moment dat Schor nog vrij had voor een interview– is ze kritischer. ‘Sommige van mijn collega’s zijn er nu al van overtuigd dat autodelen onze ecologische voetafdruk verkleint. Maar ik twijfel aan hun onderzoeksmethode. Dergelijke gedragsveranderingen worden vaak te oppervlakkig bestudeerd. Een studie wijst bijvoorbeeld uit dat mensen hun eigen auto verkopen omdat ze kunnen autodelen. Hoera, iedereen blij. Maar je moet verder kijken en ook nagaan wat mensen dan doen met het geld dat ze voor hun auto krijgen. Als ze daarmee een vlucht naar Thailand boeken, dan kun je niet van veel vooruitgang spreken.’

‘Die keerzijde is voor autodeelplatformen bij mijn weten nog niet onderzocht. Tenzij je de taxiservice Uber ook als autodelen beschouwt. Uit onderzoek blijkt dat 33 procent van de gebruikers Uber neemt in plaats van het openbaar vervoer. Omdat het toch zo goedkoop is. Op die manier wordt het mobiliteitsprobleem natuurlijk pas echt een strop.’


Daartegenover staat dan toch dat toeristen die via Airbnb een verblijf boeken in iemands privé-woning, 63 procent minder energie verbruiken dan hotelgasten.

‘Ook die berekening is onvolledig. Want wat Airbnb er niet bij zegt, is dat het mensen meer doet reizen, omdat het zo goedkoop is. Uit mijn onderzoek blijkt dat heel duidelijk. Zo beschouwd is Airbnb ecologisch gezien een flinke stap achteruit.’

‘Maar het is logisch. Alles wat consumptie goedkoper maakt, drijft de consumptie op. En als de consumptie van één ding afneemt, dan komt er doorgaans gewoon andere consumptie in de plaats. Dus als je een ecologische samenleving wilt creëren, moet je het fundamenteler aanpakken. Dan moet je er eigenlijk voor zorgen dat de economische groei stopt. De vraag naar producten moet ingetoomd worden. Anders kun je je koelkasten nog zo energierationeel maken. Mensen zullen dan gewoon twee koelkasten kopen.’


Maar ik zie op de deelplatformen ook mensen die niet voltijds kunnen of willen werken, of die zich inzetten voor iets wat hen veel voldoening brengt, maar weinig geld. Ze reizen sowieso niet naar Thailand en hebben geen plaats voor twee koelkasten. Voor hen is de deeleconomie toch een zegen?

‘Dat klopt, en het zijn die mensen die mijn interesse wekten voor de deeleconomie. Mijn jongste boek, True wealth, gaat over hen. Ik had eerder The Overworked American geschreven, over hoe we steeds meer tijd besteden aan ons werk en wat dat met ons doet, en daarna The Overspent American, over overconsumptie. Ik had veel onderzoek gewijd aan het verband tussen klimaatimpact en het aantal uren in een werkweek. Daaruit kwam heel duidelijk naar voor dat landen met langere werkweken ook een zwaardere ecologische voetafdruk hebben. Omdat ze meer economische groei kennen, maar ook omdat mensen die te hard werken, hun huishouden niet duurzaam georganiseerd krijgen.’

‘Na dat allemaal te hebben vastgesteld, wou ik eindelijk eens over een oplossing schrijven. Het was 2008, de economie ging de dieperik in, de omvang van de klimaatcrisis werd steeds duidelijker. Mijn indruk was dat de regering er niet veel aan zou doen, dus vroeg ik me af: wat kunnen we als individuen ondernemen?’

‘De heilige graal van de economie is lang geweest: specialiseer jezelf in één ding, verdien er geld mee en besteed al de rest uit. Maar ik zag een tegenbeweging ontstaan: minder geld verdienen, minder kopen, meer zelf maken. Ik zag mensen die naast geld ook weer andere vormen van rijkdom gingen erkennen: tijd, sociale verbondenheid, creativiteit, natuurlijke rijkdommen. Ze begonnen hun eigen groenten te kweken, maar maakten evengoed gebruik van nieuwe technologie om meer zelfvoorzienend te zijn. Dankzij online deelplatformen – pakweg door een deel van hun huis te verhuren via Airbnb – konden ze hun belangen meer spreiden, hoefden ze niet meer volledig afhankelijk te zijn van de steeds slechtere en schaarsere jobs in de gevestigde economie. Het is een manier van leven die minder geld opbrengt, maar wel vaak meer voldoening. High satisfaction, small footprint.’


‘True wealth’ verscheen vijf jaar geleden. Is de ware rijkdom intussen dichter bij gekomen?

‘Ik geloof er alleszins nog in. Net omdat ons klassieke economische systeem steeds meer faalt. Maar je komt er niet als je alleen je eigen levensstijl aanpast. We moeten ook collectieve actie ondernemen voor een nieuw systeem. Kijk, de technologische vooruitgang brengt rijkdom, maar het aantal traditionele jobs daalt erdoor. Dus je kunt het gewoon laten gebeuren dat de rijkdom alleen naar de rijken gaat – zoals nu bij veel bedrijven in de zogenaamde deeleconomie toch weer het geval is. Of je kunt de rijkdom herverdelen. Bijvoorbeeld door deelplatformen te maken die coöperaties zijn, waarbij iedereen kan delen in de groei.’


De nieuwe American Dream

De trein heeft vertraging, we zullen ons in Antwerpen moeten haasten naar haar volgende lezing. Ze is moe, zegt ze. Het zal de zesde keer zijn deze week dat ze op een podium staat te vertellen. Heeft ze het dan zelf nog nooit geprobeerd, die ware rijkdom? Minder werken, lichter leven? ‘Ach, ik zou eigenlijk ook wel mijn eigen groenten willen kweken. Maar weet je, mijn job... Ik denk dat het momenteel misschien gewoon het zinvolst is dat ik mijn onderzoek uitdraag.’

Ze probeert wel iéts te doen, zegt ze bescheiden. Eet uitsluitend veganistisch, ‘om mijn ecologische voetafdruk wat binnen de perken te houden’. Richtte in haar vrije tijd het Center for a New American Dream mee op, ‘een organisatie die mensen en gemeenschappen wil stimuleren om hun levensstijl te veranderen. We verspreiden informatie over hoe je zonnepanelen kunt installeren, of hoe je een zadenbibliotheek opstart. Maar we hebben ook een website gelanceerd voor alternatieve huwelijks- en geboortelijsten, die ruimte laat voor geschenken die niet uit een winkel komen: muzieklessen, huisgemaakt eten, een museumabonnement of babysithulp.’

Tegenwoordig zit ze in het bestuur van het Better Future Project, een organisatie die in Massachusetts campagne voert voor klimaatactie. En ze steunt de divestment-beweging, die met gerichte campagnes universiteiten, gemeenten en pensioenfondsen onder druk zet om hun beleggingen in de fossiele-brandstoffenindustrie terug te trekken. Vaak met succes. ‘Economisch heeft dat voorlopig nog niet zo’n gigantische impact, maar het debat verandert er wel echt door. Als onze universiteiten besluiten dat ze niets meer te maken willen hebben met geldgewin uit fossiele brandstoffen, dán wordt het debat ernstig. Tot nu toe waren gesprekken over klimaatactie vaak volledig fake. Zoals mensen met overgewicht die beweren dat ze op dieet zijn, maar eigenlijk alleen maar een lightdrankje drinken om meer te kunnen snoepen.’


Airbnb-getto’s

’s Avonds spreekt Schor in een Antwerpse universiteitsaula op uitnodiging van Oikos, een denktank voor sociaal-ecologische verandering. Een doodserieus publiek, maar Schor lardeert haar scherpe analyse met veel tragikomische observaties.

‘Vaak hebben de mensen die we voor ons onderzoek interviewen, een mooie theorie over hun activiteit in de deeleconomie, maar blijken ze er in de praktijk veel minder idealistisch mee om te springen. Zo vertrouwde een vrouw me toe dat ze gaandeweg geobsedeerd raakte door de inkomsten die ze uit Airbnb kon halen. Dat haar schoonouders een tijdje kwamen logeren en dat ze toen constant het gevoel had dat ze geld aan hen verloor, omdat ze ruimte innamen die ze anders kon verhuren. Een andere vrouw vertelde hoe ze haast constant bij haar vriend of bij haar moeder logeerde, om haar eigen appartement te kunnen verhuren op Airbnb. Goed, dat tot daar. Al bij al is Airbnb heel populair bij zijn gebruikers. Maar de niet-gebruikers hebben er vaak een hekel aan. Ze zien de huurprijzen in hun buurt stijgen omdat eigenaars hun appartementen uit de gewone huurmarkt halen om ze op Airbnb te zetten, waar ze er tot vier keer meer aan kunnen verdienen. Ze zien hoe ze steeds minder echte buren hebben. Sommige buurten in New York of San Francisco worden intussen Airbnb-getto’s genoemd.’


Maar er zijn toch ook heel idealistische deelplatformen, waar mensen spullen of diensten uitwisselen zonder dat er geld in het spel is?

‘Maar ook die hebben hun valkuilen. Zo onderzochten we de Boston Time Trade Circle, een soort “urenbank”: als jij een uur met iemands hond gaat wandelen, houdt de bank dat bij, en kun je later iemand anders een uur iets voor jou laten doen. De basisfilosofie is heel egalitair: de tijd van een babysitter is evenveel waard als de tijd van een loodgieter. Dat sprak driekwart van de mensen aan, in theorie. In de praktijk blijken ze er moeite mee te hebben, en stoort het vooral de hooggeschoolden dat hun tijd niet hoger gewaardeerd wordt dan die van de laaggeschoolde deelnemers. Ook al bieden die hooggeschoolden vaak niet de klussen aan waarin ze hooggeschoold zijn, omdat ze in hun vrije tijd liever “iets met hun handen doen”. Dat is begrijpelijk, maar ook zonde. Het is waarschijnlijk een van de redenen waarom er heel veel diensten worden aangeboden, maar er in verhouding weinig transacties zijn. Daarnaast zit er ook vaak plat snobisme in de weg. Mensen die andere leden mijden “omdat ze niet eens een fatsoenlijke zin kunnen typen”.’

‘Hetzelfde probleem bij de food swaps die we bestudeerden: lokale maandelijkse bijeenkomsten waar huisgemaakt eten wordt uitgewisseld, zoals koekjes, soep, brood of confituur. Over eten kunnen mensen ontzettend snobistisch doen. Maand na maand kwam er minder volk naar de swaps, omdat er altijd wel iemand commentaar had op het soort verpakking dat je had gebruikt, of een recept dat niet was wat het moest zijn.’

‘Het ergste dedain zagen we in de makerspace die we bestudeerden, een plek waar jonge ontwerpers en kunstenaars ateliers en materiaal delen. Het was een prachtig principe, maar het werd sterk gedomineerd door een groepje insiders – heel blank en heel mannelijk – dat behoorlijk neerkeek op alles wat ook maar enigszins gewoon was. Als gevolg vonden we er zowat niemand die functionele dingen maakte. Er werd gewerkt aan een “fiets die je maar één keer kon gebruiken” of een “tafel waar alles afvalt”. De stichter van de makerspace werkte aan een project van mythische proporties, waarvan niemand wist of het ooit wel af zou raken. Het moest een robot worden die in de straten over de auto’s zou lopen.’


Het absurde bij dat alles is dat delen in principe iets heel gewoons is. Mensen hebben het toch altijd gedaan?

‘Ja, en er bestonden vroeger ook al slimme systemen voor, zoals de gereedschapsbibiliotheek, waar mensen uit de buurt een hamer of een zaag konden lenen. De reden waarom delen nu als iets nieuws wordt voorgesteld, is dat de middenklasse het delen wat verleerd had en zich nu enthousiast op de nieuwe platformen stort. Maar in de armere bevolkingsgroepen is er veel langer gedeeld, en in de zwarte gemeenschap wordt er tot op vandaag meer gedeeld zonder dat daar nieuwe technologie voor nodig is.’

‘Wat wel nieuw is, is dat we nu leren delen met mensen die we niet kennen, die helemaal buiten ons netwerk staan. De reden waarom we dat nu zien zitten, is dat we elkaar online kunnen beoordelen met sterretjes en commentaren, zodat de gebruikers na ons meteen zien wat voor vlees ze in de kuip hebben.’


Van een hartelijk spullendeelplatform zoals Peerby tot de ongegeneerde exploitatie van Uber: het woord ‘deeleconomie’ omspant wel héél uiteenlopende activiteiten. Moeten we geen orde op zaken stellen, en de term alleen nog gebruiken voor organisaties die ons écht willen doen delen?

‘Ik zet de term vaak tussen aanhalingstekens, maar hij heeft zijn nut wel. Want al die bedrijven die zich deeleconomie noemen, beweren ongeveer hetzelfde over zichzelf: dat ze gewone mensen een kans geven om onafhankelijk te zijn, dat ze vermijden dat een tussenpersoon met de winst gaat lopen, dat ze onze ecologische voetafdruk verkleinen, dat ze de sociale verbondenheid vergroten. Vaak worden die claims niet ingelost, maar we kunnen ze wel gebruiken om de bedrijven ter verantwoording te roepen. Ze zijn een vertrekpunt voor een goede discussie.’

‘Uber is in dat alles een categorie apart. Het heeft alleen frauduleuze claims. Bijvoorbeeld dat een taxichauffeur er negentigduizend dollar in een jaar kan verdienen. De taxichauffeur die daarin geslaagd is, wordt nog altijd gezocht.’


DS, 20-06-2015 (Dorien Knockaert)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB

Laatst aangepast door bijlinda : 12th April 2020 om 04:27.
Met citaat antwoorden
 


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 00:40.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.