De afgelopen vijf jaar zijn er meer loontrekkenden van vreemde origine bij gekomen dan Vlaamse werknemers. Ook het aantal ondernemers met buitenlandse roots is sterk gestegen.

In Vlaanderen kwamen er de voorbije vijf jaar 66.700 loontrekkenden bij met vreemde roots. Het aantal autochtone Vlaamse werknemers daalde ondertussen met 42.700.

Het lijkt erop dat de jonge, groeiende populatie van buitenlandse origine stilletjes de vergrijzende Vlaamse werknemer begint te vervangen. De groei van het aantal loontrekkenden met buitenlandse roots speelt zich af in zowat alle sectoren. Ook het afkalven van het aantal autochtone Vlaamse loontrekkenden is algemeen. De cijfers komen uit de Herkomstmonitor, een arbeidsmarkrapport van het departement Werk en Sociale Economie.

In de Herkomstmonitor wordt verder gekeken dan nationaliteit. Door rekening te houden met de geboorteplaats van de ouders zitten ook genaturaliseerde Belgen en tweede-generatiemigranten in de cijfers.

Lichtpunten

Het departement ziet lichtpuntjes in de doorgaans troosteloze statistieken over migranten en werk. Het lijkt soms, zo schrijven de auteurs, alsof de bevolking met buitenlandse roots de weg naar werk maar niet vindt. "De werkelijkheid is anders. Cijfers en statistieken laten vooruitgang zien."

Nochtans blijft de werkzaamheidsgraad (het aantal niet-werkenden dat werk zoekt) een pak hoger bij autochtone Vlamingen (71,8 procent) dan bij Vlamingen van Europese (56,3 procent) en niet-Europese origine (46,8 procent), al is er verbetering voor de tweede generatie (51,4 procent). Ook de werkloosheid ligt onder Europese Vlamingen dubbel zo hoog als bij autochtone Vlamingen, en zelfs vijf keer zo hoog onder Vlamingen met wortels buiten Europa.

De aanwas van loontrekkenden is te klein om al een impact te hebben op deze cijfers. Maar omdat de Vlamingen van vreemde origine een sterk groeiende bevolkingsgroep zijn, wijst het rapport op hun enorme potentieel om de vergrijzing af te remmen. Vandaag heeft een op de vijf van de Vlaamse 18- tot 64-jarigen - zij die kunnen werken - wortels in migratie. Door de jonge bevolkingsstructuur van migranten, vooral onder Vlamingen van niet-Europese origine, komen daar de komende twintig jaar ruim 230.000 potentiële werknemers bij.

Een op de zeven ondernemers in Vlaanderen heeft vandaag vreemde roots, hun aantal is de afgelopen vijf jaar relatief sterk gestegen: voor zelfstandigen van Europese origine met 16,5 procent, voor ondernemers van niet-Europese herkomst zelfs met 33 procent. Het aantal autochtone ondernemers stagneerde.

Belwinkels

Terwijl de eerste generatie zich nog sterk richtte op het cateren van de eigen gemeenschap, met exotische supermarkten, halalsnacks en belwinkels, profileert de tweede generatie zich in financie¿n, verzekeringen en vastgoed.

Uit onderzoek aan de Universiteit Antwerpen blijkt dat de tweede-generatiemigranten ook anders ondernemen. "We vermoeden dat de tweede generatie een scherpere businessmentaliteit heeft", zegt onderzoeker Dries Lens. "Zij gaan bewust op zoek naar sectoren met meer zakelijke opportuniteiten dan de vrijwel verzadigde typische migrantenmarkt."


Bron: De Morgen, 8 mei 2015
http://www.demorgen.be/economie/mig...hoger-a2313747/


Mening
Dit is positief nieuws. Mensen hebben dikwijls vooroordelen over mensen van een andere herkomst. De cijfers bewijzen dat zij het goed doen in onze maatschappij. De tweede generatie doet het zelfs beter dan de eerste generatie. Dit wil zeggen dat deze mensen zich goed ingeburgerd hebben. Doordat de Vlamingen van vreemde origine met zoveel zijn, kunnen ze de vergrijzing mee afremmen. Dit komt onze economie ook ten goede.
Een andere opmerkelijk iets is dat de migranten niet bij de pakken blijven zitten. De eerste generatie werkte vooral in sectoren die betrekking hadden tot de eigen gemeenschap. Zo werkte zij vooral in exotische supermarkten, het verkopen van halalsnacks, ... De tweede generatie heeft echter een grote stap gezet. Zij hebben anders gaan ondernemen, meer bepaald in zakelijke sectoren.
Dit is allemaal zeer positief nieuws. De mensen voelen zich goed in onze maatschappij, dragen hun steentje bij en hebben zich aangepast aan onze economie.