|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Naomi Klein: de deadline van de klimaatverandering
'Ofwel redden we de aarde, ofwel het kapitalisme'
Naomi Klein, ‘No time. Verander nu voor het klimaat alles verandert’, De Geus, 638 blz. Een uitverkochte zaal gisteren in Amsterdam, vanavond idem in de Brusselse KVS. Als Naomi Klein spreekt, komt daar volk op af. Haar boodschap is er niet minder radicaal om. In haar nieuwe boek betoogt ze dat de wereld voor een beslissende keuze staat: ofwel de aarde redden, ofwel het kapitalisme, maar beide samen, nee, dat zal niet lukken. Voor de Canadese schrijfster en activiste Naomi Klein is het persoonlijke op een intieme manier politiek. Naar eigen zeggen voelde ze, zoals haast iedereen, al lang aan dat het de verkeerde kant uitging met de aarde en het klimaat. Daar hield ze vooral een onbestemde melancholie aan over. Tot ze een kind wilde en problemen had om zwanger te raken – ze vertelt het uitvoerig in haar nieuwe boek No time. Verander nu voor het klimaat alles verandert. Ze vond de oorzaak ervoor in de milieuverontreiniging, die dan weer alles te maken had met de afhankelijkheid van de economie van fossiele brandstoffen. Met als gevolg een almaar stijgende uitstoot van broeikasgassen, die verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde, die de poolkappen doet smelten, hier koudegolven en daar hittegolven in de hand werkt, stormen en overstromingen veroorzaakt op de ene plek en uitzonderlijke droogte elders. Zowel de wetenschap als de politiek neemt de zaak ernstig, maar een grootschalig actieplan blijft uit. Er zijn te veel directe belangen in het geding in wat dan het ‘evenwicht’ tussen ecologie en economie heet. Een opwarming met twee graden Celsius moet de aarde wel kunnen verdragen. Daar gaan alle internationale topbijeenkomsten en klimaatconferenties van uit. Maar, zo betoogt Naomi Klein, het probleem zit veel dieper. Het is niet technisch, maar cultureel en ideologisch. Dat probleem ligt in het hart van wat ze, vanuit het Noord-Amerikaanse perspectief, het neoliberalisme en het marktfundamentalisme noemt. Er valt nog te veel te verdienen aan de onontgonnen fossiele brandstoffen. Wat bijvoorbeeld aan de Noordpool gebeurt, geeft haar gelijk: doet de uitstoot van broeikasgassen er het ijs smelten, dan heeft dat alleen een rush veroorzaakt van meerdere landen die met elkaar strijden om daar als eerste naar petroleum te kunnen boren. Extractivisme Klein ziet er een ideologie in vorm krijgen: die van de permanente economische groei en wat ze met een neologisme het extractivisme noemt: het domineren van de aarde, om er de rijkdommen uit te halen voor eigen profijt. Daarom vindt ze het tijd voor een nieuwe wereldvisie, ‘een kijk die uitgaat van regeneratie en vernieuwing in plaats van overheersing en uitbuiting.’ Daarom moeten, om de aarde te redden, voor Klein het kapitalistische systeem, en vooral het denken waarop het steunt, op de schop. De ondertitel van de oorspronkelijke editie van haar boek stelt het met zoveel woorden: ‘het kapitalisme’ staat tegenover ‘het klimaat’. Met No time neemt Naomi Klein het dus niet alleen op tegen erg invloedrijke economische krachten en gevestigde politieke ideeën die van zichzelf stellen dat er voor hen ‘geen alternatief’ bestaat. Ze is ook weinig enthousiast over wat ze Big Green noemt, de milieuverenigingen die maar wat in de marge sleutelen zonder het bredere plaatje te zien, opportunistische ondernemers als Richard Branson, voor wie ecologische zorg vooral het eigen imago moet dienen, of wetenschappers die hopen dat de klimaatverandering met enige geo-engineering (genre: het zonlicht temperen) best te milderen valt. Het zijn soms (maar niet altijd) goedbedoelde ideeën, aldus Klein, maar ze gaan het echte probleem uit de weg. Is ze weinig concreet over de economische orde die ervoor in de plaats moet komen, zeker is dat ze daar een progressieve agenda aan koppelt, met meer overheidsregulering en respect voor ieders sociale en culturele rechten. Haar boek verscheen alvast op een strategisch moment, in september, net voor de jongste VN-klimaattop in New York. Had die top iets kunnen veranderen aan de teneur van uw boek? ‘De resultaten ervan helaas niet, nee. Wat me wel trof, was dat er toen 400.000 mensen deelnamen aan een mars in de stad en dat die – toch naar Noord-Amerikaanse normen – een heel divers beeld gaf van wie betrokken is bij het klimaatactivisme. Niet de klassieke militanten van de ngo’s zetten er de toon, wel vertegenwoordigers van de zeer diverse bevolking van de stad, die ik eerder maar zelden zag bij zulke gelegenheden – en geloof me, ik ben op nogal wat van die marsen aanwezig geweest. De mars gaf een beeld van wie allemaal de klimaatverandering moet ondergaan. Er waren duizenden vakbondsleden, honderden gezondheidswerkers en bewoners van de South Bronx bijvoorbeeld, een wijk waar astma bij kinderen erg hoog ligt. ‘Ja, zij hadden stof kunnen bieden voor nog een paar extra bladzijden. Zo had ik het boek waardig en hoopvol kunnen afsluiten.’ Waar heeft voor u de klassieke milieubeweging gefaald? ‘Voor Big Green is de klimaatverandering maar een probleem tussen de vele andere. Het moet soms concurreren met andere problemen om aandacht te krijgen. De groenen kunnen proberen de mensen nog wat meer angst voor de toekomst aan te jagen, maar dan nog zal het klimaat altijd verliezen. Europa weet dat maar al te goed: ecologie was heel trendy tot de crisis van 2008, en toen was het voorbij. Het klimaat zal nooit winnen van de economie. Het interessante aan dit project van klimaatgerechtigheid is dat het mensen niet vraagt om te kiezen, aangezien het de blauwdruk is om een nieuwe economie op te bouwen en zo direct de band legt met arbeid, gezondheid, onderwijs en alles wat voor mensen van belang is.’ En wat met de politieke besluiten van de top? ‘De aard van de daar gemaakte beloften, net als die even later op de G20 en de EU-top, bevestigt de centrale stelling van het boek: dat er een conflict bestaat tussen de politieke realiteit en de fysische realiteit. Zeker, er zijn politieke doorbraken, maar ze zullen nooit volstaan om zelfs maar de opwarming van de aarde tot twee graden te beperken. Daar is een veel radicalere ingreep voor nodig.’ U suggereert in uw boek: we kennen het probleem al lang, maar door er te weinig aan te doen, is het alleen maar erger, zelfs onomkeerbaar geworden. ‘De opstapeling van broeikasgassen is er niet zomaar gekomen en ze gaat ook niet zomaar weg. Je kan niet elk jaar opnieuw van nul herbeginnen, maar de politiek blijft er nog altijd op dezelfde manier over spreken als tevoren, met technologische innovaties of een rationeler energieverbruik, terwijl de uitstoot ondertussen wel blijft toenemen. Dat is de procrastination penalty, de tol van het uitstellen. Het is hetzelfde probleem niet meer, het is veranderd terwijl men erover aan het praten was. Daarom heet mijn boek in het Engels: This changes everything, dit verandert alles. Er zijn geen niet-radicale opties meer beschikbaar. De tijd van de zachte heelmeesters is voorbij.’ U lijkt te suggereren dat het ideologische verzet tegen uw progressieve agenda uw gelijk alleen maar bevestigt. ‘Het verzet ertegen komt uit vele hoeken, maar de constante erin is dat men wel heel licht, soms spottend, over de zaak heen gaat. Mensen moeten maar voor zichzelf zorgen, en als dat niet lukt omdat ze arm zijn, is dat hun eigen schuld. Zo iemand is disfunctioneel en moet anderen niet met zijn problemen opzadelen. Dat denken zie je in de VS ook in de kern van de Tea Party en bij rechtse Republikeinen. Het is een ideologie die wreedheid en onverschilligheid rationaliseert. Ze past bij de overtuiging dat zijzelf wel in staat zullen zijn om de dans te ontspringen. Of dat klopt, is lang niet zeker maar zij geloven van wel.’ Maar u denkt dat het niet zo is. ‘In Canada zijn conservatieven ervan overtuigd dat ze baat zullen hebben bij de nieuwe handelsroutes die het gevolg zijn van het wegsmelten van het Noordpoolijs. Ze droegen er zelf toe bij met onder meer de rampzalige exploitatie van teerzand in Alberta. Ironisch genoeg wordt net die provincie nu geregeld getroffen door overstromingen en dobberden laatst artefacten uit het historische museum van Fort McMurray door de straten.’ ‘Maar al komen natuurrampen frequenter voor, in een door ongelijkheid gekenmerkte samenleving kan geld wel degelijk helpen om toch nog je hachje te redden.’ De massacultuur waarschuwt daar ook voor, in films als ‘The Hunger Games’. ‘Ik wil je kijkplezier niet verpesten door te verklappen hoe de film eindigt, maar het is wel met opstand en revolutie. Iedereen weet wel wat er op het spel staat, maar de mensen geloven niet dat ze er iets kunnen aan doen. Daar wil mijn boek tegen ingaan.’ Hoe rijmt u die machteloosheid met een marktdenken dat het individu centraal stelt? ‘Het systeem schrijft de macht toe aan individuen, maar net niet aan gemeenschappen. En de klimaatverandering kan alleen collectief worden aangepakt. De ironie is dat milieuorganisaties hebben gewezen op de verantwoordelijkheid van ieders consumptiepatroon, maar niet alleen heeft dat niet gewerkt, bovendien is het schadelijk omdat het net dat individualistische wereldbeeld versterkt. Terwijl we koolstofvrije modelconsumenten proberen te worden, zien we niet welke politieke verandering nodig is.’ ‘Het overdrijft ook de mate waarin we als consument echt kunnen kiezen. Zeker, mensen hebben een verantwoordelijkheid, maar je moet het ‘stemmen met de dollar’ niet overschatten. Ik ben ervan overtuigd dat geld uitgeven in een tankstation net zo prettig is als belastingen betalen. Niet dus. Oliemaatschappijen beweren wel dat ze slechts aanbieden wat mensen vragen. Maar wat mensen vragen, is mobiliteit, en zonder degelijke publieke transportvoorzieningen, blijft alleen nog de keuze voor de auto en de benzine over. Echt kiezen is dat niet.’ ‘We moeten daarover niet te puristisch zijn. Als je eerst je eigen milieuvriendelijkheid moet bewijzen, zou dit een zeer kleine beweging blijven. Terwijl een massabeweging nodig is, omdat we allen samen in dit schuitje zitten.’ De Britse premier Margaret Thatcher zei ooit dat haar kapitalisme niet de economie maar het menselijke denken moest veranderen. Wilt u niet hetzelfde, maar dan omgekeerd? ‘Ja! Het gaat om een strijd tussen wereldvisies en hun onderliggende culturele waarden. Het argument daartegen is dat we er niet de tijd voor hebben, maar de waarheid is dat het gesprek anders alleen over de symptomen gaat, en niet over het systeem erachter. Ik stel daartegenover dat de we niet de tijd hebben om het níét te hebben over die cultuur en ideologie.’ De indruk kan ontstaan dat u de economische elite voorstelt als een samenzwering, terwijl uw opponenten klimaatgerechtigheid al snel zullen ervaren als een extreemlinks complot. Dreigt dit thema niet snel in een scherpe polarisering te belanden? In de golf van politiek ongenoegen en populisme behoort het klimaat zo al tot de thema’s die politieke voorkeuren markeren. Daardoor roepen ze meteen, al naargelang waar men zichzelf situeert, argwaan of instemming op. Dat kan niet bevorderlijk zijn voor de massale mobilisering die u bepleit. ‘Ik zie het succes van de Tea Party in de VS en van analoge ideeën in Europa als een uitdrukking van woede bij mensen die zich gehinderd voelen om hun leven te verbeteren. En rechtse politici kanaliseren die woede tegen anderen, zoals migranten, opdat ze zich niet tegen hen zou keren.’ ‘Maar ik geloof niet dat het om een complot gaat. Eens mensen zien wat concreet en lokaal de voordelen ervan zijn om anders te denken over energie, zoals in Duitsland, raakt het onderwerp wel degelijk uit de polarisering en het complotdenken.’ U blijft hoopvol? ‘Daar zijn ook redenen toe. De belangrijkste is dat het neoliberale denken wel degelijk in een crisis is verzeild, dat het niet meer kan rekenen op de sociale consensus. Bij de machthebbers waart het nog rond, maar bij het publiek al veel minder, zoals ook de media nu veel meer aandacht besteden aan ongelijkheid dan vijf jaar geleden. Dat is een belangrijke omslag. Klimaatverandering overviel ons aan het eind van de jaren tachtig, op het slechtst mogelijke moment. Maar nu wordt wel duidelijk hoezeer dit economische systeem op zoveel vlakken faalt. Als het enige probleem zou zijn dat de zeespiegel gaat stijgen, dan zouden we het niet als urgent ervaren. Maar nu blijkt dat dit denken de oorzaak is van zoveel crisissen waarmee mensen worden geconfronteerd, dat klimaatverandering de lijm kan worden voor een zeer brede progressieve coalitie – en ze geeft ons ook een deadline.’ Dan blijft nog de vraag naar het mobiliseren en organiseren van al die mensen. Voorlopers van de massabeweging die u voorstelt, zoals Occupy Wall Street of de Indignados, zijn toch met een beperktere agenda op niets uitgedraaid? ‘Onderschat toch maar niet het radicale karakter van hun programma. Ik denk ook niet dat ze dood zijn. Ze doorlopen verschillende fasen, zoals ik ook heb kunnen zien in de klimaatmars in New York in september. Bewegingen gaan op en neer, trekken zich terug om zichzelf te evalueren, leren uit hun fouten...’ Maar is er nog wel tijd voor geduld? ‘Je kan eindeloos argumenten blijven opwerpen waarom we ons helemaal hopeloos moeten voelen. Voor mij is het van belang om een pad voor te stellen, waarvan ik nooit zal beweren dat het gemakkelijk te bewandelen is. Integendeel, temeer omdat er een onwrikbare en niet straffeloos te overtreden deadline aan verbonden is. Zo lang je niet echt onherroepelijk met de rug tegen de muur staat – en het is theoretisch nog altijd mogelijk om de opwarming onder de twee graden te houden – gebiedt de morele verantwoordelijkheid om dat inzicht met anderen te delen.’ ‘Ik heb collega’s die helemaal wanhopig zijn en drie keer per week een toespraak houden om hun eigen wanhoop uit te dragen. Pessimistisch zijn daarover is niet irrationeel – ik weet er alles van. Maar het is een keuze die we maken. Ik geloof evenzeer dat dit een existentiële crisis is. Maar we hebben niet alleen de morele verantwoordelijkheid om het slechte nieuws mee te delen, maar ook om – zolang we een uitweg zien en het nog niet te laat is – te zeggen dat er een kans bestaat om die uitweg te vinden.’ Blog DS, 26-11-2014 (Marc Reynebeau)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |