|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
"Pensioenleeftijd parlementsleden gelijktrekken met werknemers"
Als het van vicepremiers Jan Jambon (N-VA) en Alexander De Croo (Open VLD) afhangt, zal de pensioenleeftijd van parlementsleden in de komende legislatuur worden gelijkgetrokken met die van werknemers. Dat hebben ze gezegd in "De zevende dag". "Deze generatie politici is rijp voor een debat daarover", klinkt het.
De verhoging van de pensioenleeftijd: er is de afgelopen week heel wat over te doen geweest. De nieuwe federale regering heeft namelijk beslist dat werknemers in 2025 pas op hun 66e op pensioen kunnen gaan. In 2030 wordt dat nog een jaartje langer. Opvallend: aangezien geen enkele partij het voor de verkiezingen had over zo'n maatregel. "We hadden er inderdaad voor kunnen kiezen om ons te beperkten tot 2019 (het jaar waarin deze regering zijn termijn heeft uitgedaan, nvdr.)", weerlegt De Croo -tot voor kort minister van Pensioenen- die kritiek. "Maar we hebben ervoor gekozen om duidelijk te zijn, zodat mensen zich daarop kunnen voorbereiden. We voeren geen stop and go-beleid." "In zijn diepste binnenste weet iedereen wel dat we deze maatregelen moeten nemen", zegt Jambon. Hij verwijst daarbij naar de verbeterde gezondheidszorg en de langere levensverwachting. "Hoe het nu is, is op termijn niet langer houdbaar", klinkt het. "Deze generatie is rijp voor een debat" Volgens De Croo wordt er ook te hard gefocust op die 67 jaar. "De uitzonderingen voor lange loopbanen en zware beroepen blijft bestaan", zegt hij. "Daarnaast geldt die 67 jaar ook maar voor een beperkte groep. Men kijkt nog altijd meer naar de loopbaan dan naar de leeftijd. Iemand die op 18 jaar is beginnen werken, kan ook na deze hervorming op 61 met pensioen. Daarnaast gaan we ook maatregelen nemen zodat het arbeidsmodel zich aanpast. De uitbreiding van het tijdskrediet is daar een voorbeeld van." Maar hoe zit het eigenlijk met de pensioenleeftijd van de parlementsleden, wat momenteel op 62 jaar ligt? "Ik zou er geen probleem mee hebben om de pensioenleeftijd voor parlementairen op te trekken en gelijk te schakelen naar de pensioenleeftijd voor arbeiders en bedienden", zegt De Croo. "Wij zijn natuurlijk de uitvoerende macht en kunnen dat niet beslissen", vervolledigt Jambon. Maar als het aan hen ligt, mag een verhoging zeker. "Deze generatie politici is rijp voor een debat daarover." Artikel 195? Ja of neen? Aan beide heren werden ook enkele vragen van de kijkers voorgelegd. "Welke maatregelen zal de N-VA nemen om België te ontmantelen", wou iemand weten. "Onze visie is niet gewijzigd, maar we hebben de dag na de verkiezingen gemerkt dat niemand bereid was om daarover te praten", antwoordt Jambon. Maar zal artikel 195 van de Grondwet op het einde van deze legislatuur nu wel of niet voor herziening vatbaar worden verklaard? Als dat gebeurt zou een volgende federale regering namelijk een nieuwe grote staatshervorming kunnen uitvoeren. "Dat zullen we nog zien", zegt Jambon. "Dat is iets voor het laatste kabinet." "Op de eerste pagina van het regeerakkoord staat wel heel duidelijk dat de wil van de kiezer bij de volgende verkiezingen integraal moet kunnen worden uitgevoerd", vervolledigt hij. "Als de kiezer een communautair mandaat geeft, moet dat ook uitgevoerd kunnen worden." Bron: zo 12/10/2014 - 11:59 Update: zo 12/10/2014 - 12:19 Zico Saerens - deredactie.be Mening: Mij gaat het vooral om de alinea m.b.t. de titel. Ik denk dat het hoog tijd wordt dat zaken betreffende voordelen voor parlementariërs en aanverwanten nog eens onder de loep worden genomen. Dat wil niet zeggen dat deze mensen geen extra voordelen mogen hebben, feit is dat zeker niet iedereen die job wil doen, maar het lijkt vandaag de dag buiten proportie. Als de gemiddelde Belg vandaag - al dan niet terecht! - alleen nog maar om de oren geslagen wordt met termen als "besparen", "inleveren" en "langer werken", denk ik dat voor velen het gevoel van rechtvaardigheid nieuw leven ingeblazen krijgt door het aanhalen en bespreekbaar maken van bovenstaand punt. De uitspraak "Wij zijn natuurlijk de uitvoerende macht en kunnen dat niet beslissen" mag dan even geen domper op het weer hervonden positivisme zetten. |