Een derde van de vrachtwagens die geselecteerd werden voor controle op de Vlaamse snelwegen in 2013, bleek te zwaar geladen. Dat leverde een totaal boetebedrag van 3 miljoen euro op, meldt Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits bij een bezoek aan een weegbrug in Wetteren.
In 2013 werden 1.529 van de 4.488 gecontroleerde voertuigen of 34 procent beboet voor overlading. Dat leverde 3.098.320 euro op, bijna dubbel zoveel als in 2010. De stijging is voornamelijk te verklaren door de installatie van negen ‘Weigh in Motion’-systemen, zegt het Agentschap Wegen en Verkeer.

Met het systeem worden vrachtwagens op basis van detectielussen en weegsensoren in het wegdek en camera’s gewogen terwijl ze rijden. ‘De politiediensten en wegeninspecteurs kunnen op basis van dit systeem gericht potentieel overladen vrachtwagens uit het verkeer halen voor een precieze weging. Gemiddeld 81 procent van de voertuigen, die aan de kant worden gezet op basis van de WIM-metingen, blijkt effectief overladen te zijn. Op plaatsen zonder WIM-systeem is 20 procent van de op het blote oog geselecteerde en gecontroleerde voertuigen overladen’, stelt het Agentschap.

Wegen en Verkeer wil ook toekomstige vrachtwagenchauffeurs sensibiliseren. ‘Zo werden de leerlingen van het zesde jaar KTA MOBI uit Gent vandaag uitgenodigd om in de praktijk te ervaren hoe de wegeninspectie van het agentschap werkt. Tijdens een bezoek aan de weeginstallatie in Wetteren kregen twintig leerlingen de kans om zelf mee op pad te gaan met de wegeninspecteurs om vrachtwagens te controleren.’

Commentaar:
Ik begrijp waarom er een maximumgewicht is bij het laden van vrachtwagens. Hoe zwaarder de wagen geladen, hoe langer de remafstand, hoe groter ook de gevolgen mocht er iets mislopen. Ik vind het dus een goed idee dat er zoveel controles op zijn. Te zwaar geladen voertuigen zijn namelijk een extra gevaar op de weg. Uitvindingen zoals het wegen van de voertuigen tijdens het rijden, is in mijn ogen dan ook een goede zaak.
Bron:
De Standaard, 27 februari 2014, (http://www.standaard.be/cnt/dmf20140227_01001258)