|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Kinderen gaan vooral bij ouders en Google te rade
Kinderen gaan vooral bij ouders en Google te rade
Vandaag om 06:30 door Veerle Beel Kinderen en tieners gaan vooral bij hun ouders te rade als ze belangrijke keuzes moeten maken. Google geldt als de tweede belangrijkste informatiebron, zo blijkt uit een bevraging door de Hogeschool Gent. Voor het onderzoek werden meer dan 600 kinderen, tieners en jongeren ondervraagd in opdracht van De Ambrassade. Dat is de nieuwe Vlaamse koepelorganisatie voor het jeugdwerk, jeugdinformatie en jeugdbeleid. Kinderen tussen 8 en 11 jaar leggen hun informatievragen vooral aan hun oudersvoor en grijpen in tweede instantie naar de zoekmachine Google. Ze weten echter nog niet goed hoe ze daar gericht moeten zoeken, dus zoeken ze hun heil bij leerkrachten en vrienden. Google op 1 Ook tieners en jongeren beseffen dat de informatie die ze vinden op Google niet altijd deugt. Zij trekken dan met hun vragen naar hun ouders, de tweede informatiebron voor deze leeftijdsgroepen. Hoe ouder, hoe beter men weet waar informatie te zoeken. Jongeren (16 tot 22 jaar) raadplegen meer bronnen en kennen ook al meer specifieke webstites. Google blijft voor deze groep de belangrijkste bron van informatie, maar ook ouders en de traditionele media blijven relevant. Ouders als experts Ouders worden door hun kinderen geconsulteerd als expert bij onderwerpen die aansluiten bij hun beroep, interesses of ervaringen en als gids in de overvloed aan informatie. 'Wij concluderen alvast dat we informatie meer via de ouders bij kinderen en jongeren moeten proberen te krijgen', aldus Sofie Iserbyt van De Ambrassade. Jongeren blijken ook van folders te houden, als mogen die niet in hun handen geduwd worden. 'Ze lezen toch enkel als er echt interesse is', zegt Iserbyt. Aanbod Volgens het Vlaams jeugdbeleidsplan moeten kinderen en jongeren toegang hebben tot goede informatie die hun keuzemogelijkheden versterkt. Heel wat diensten in Vlaanderen proberen daarin een aanbod te doen, al komt dat niet allemaal even goed door. Zo zijn er de kinder- en jongerentelefoon Awel en de jongereninformatiepunten (JIP). Sociale netwerken worden niet hoog ingeschat als informatiebron en zowel de bib als het Centrum voor Leerlingenbegeleiding scoren eerder laag. Iserbyt benadrukt nog het belang van de nabijheid van informatie. 'Informatie mag niet opgedrongen worden, maar moet wel makkelijk te consulteren zijn.' Bovendien meent De Ambrassade dat er op school meer aandacht moet zijn voor coaching bij het zoeken naar betrouwbare informatie. Bron: http://www.standaard.be/cnt/dmf20131015_064 Commentaar: Bij kinderen staat Google op nummer één om dingen te weten te komen. Dat lijkt me zeer logisch in de maatschappij waarin we nu leven met de vooruitgang van de technologie etc. Gelukkig weten ze dat niet alle informatie op het internet even betrouwbaar is. Hun ouders vormen dan een tweede bron voor kennis. Belangrijk in bij dit artikel vind ik dat wij als toekomstige leerkrachten ook een bron zijn waar leerlingen terecht kunnen met hun vragen. Volgens mij moeten we hen wel nog meer de indruk geven dat ze bij ons terecht kunnen. Zo weten ze ook dat ze niet alleen staan als de andere bronnen niet bereikbaar zijn en zo groeit het vertrouwen ook in de klas wat de betrokkenheid en het welzijn bevorderd. Ook moeten we hen meegeven dat, zoals ze vaak al weten, niet alle internetbronnen de juiste informatie vrijgeven. Als ze twijfelen aan de juistheid van het antwoord of ze willen met iemand spreken over vragen en meningen, dan moeten ze weten dat leerkrachten ook daarvoor instaan. Hen een thuisgevoel geven is dus de boodschap voor de leerkrachten, zodat ze niet verlegen hoeven te zijn over hun vragen en opmerkingen. |