|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Een op drie jonge leraars haakt af
Een op drie jonge leraars haakt af
Dertig procent van de beginnende leraars verlaat binnen de vijf jaar het Vlaamse onderwijs. Dat blijkt uit het arbeidsmarktrapport van het departement onderwijs. Deze opvallend grote uitstroom geldt voor het secundair onderwijs. In Brussel is dat aandeel zelfs dubbel zo groot. 62 procent van de jonge leraars zijn na vijf jaar niet meer in het Brusselse Nederlandstalige secundair onderwijs terug te vinden. Zij vinden hun heil blijkbaar buiten het onderwijs, of in Vlaanderen. De uittocht uit het Brusselse onderwijs is de laatste jaren wel verminderd. Volgens het laatste arbeidsmarktrapport, dat van vorig jaar, verlaat 62 procent de secundaire school. Twee jaar daarvoor was dat aandeel nog 67 procent. Onder meer de mediacampagne ,,In Brussel kan je wonderen verrichten'' zal daar niet vreemd aan zijn. Het rapport geeft als oorzaak de massale aanwezigheid van anderstalige leerlingen in het Brusselse Nederlandstalige onderwijs, en de stadsvlucht van leerkrachten. Die laatste oorzaak wordt beaamd op het kabinet van Guy Vanhengel (VLD), bevoegd voor onderwijs in de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Zijn adviseur, die het cijfer ,,uitzonderlijk hoog'' noemt, ziet een grotere uitval als een normaal fenomeen voor een studentenstad. ,,Net als in Antwerpen en Gent blijven jongeren na hun studies in de stad hangen. En als ze aan een gezinnetje denken, gaan ze naar een kleinere stad of gemeente.'' In de Vlaamse middelbare scholen loopt het niet zo'n vaart als in de hoofdstad. Toch blijft het aandeel jonge leerkrachten dat de school de rug toekeert, de laatste jaren constant op dertig procent. In het buitengewoon onderwijs is dat aandeel ongeveer even groot, het schommelt tussen 23 en 37 procent. In het lager onderwijs is dat aandeel ongeveer half zo groot. Dat een op de drie afgestudeerde leraars er binnen de vijf jaar de brui aan geeft, baart de katholieke onderwijskoepel zorgen. Het onderwijs is blijkbaar niet zo'n aantrekkelijke werkgever als algemeen wordt aangenomen. De werkdruk blijkt er hoger dan leraarsstudenten verwachten. Chris Smits, verantwoordelijk voor het secundair onderwijs, stelt daarom voor dat scholen mentoren aanstellen. Die ervaren leerkrachten zouden de beginnende collega's kunnen begeleiden. Daarmee schaart hij zich achter de hervorming die de minister van Onderwijs, Frank Vandenbroucke (SP.A), vanaf volgend schooljaar wil waarmaken. Daarnaast vindt Smits dat de lesopdracht van de beginnende leraars niet zo groot hoeft te zijn als die van de rest van het onderwijspersoneel. De wedde zou al vanaf het begin op het normale peil kunnen liggen, maar de lesuren worden geleidelijk opgebouwd tot het normale niveau. Een laatste remedie is om mensen van buiten het onderwijs aan te trekken. Als zij in het onderwijs hun anciënniteit zouden kunnen behouden, wordt het onderwijs ook voor hen aantrekkelijk. Vandenbroucke zette onlangs nog de deur op een kier om mensen uit de particuliere sector voor de directies aan te trekken. www.ond.vlaanderen.be Bron: De Standaard |