|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Etienne Vermeersch: het interview
‘Als er iemand links is, zal ik het toch wel zijn, zeker?’
Donderdag werd hij 79. Maar het vuur brandt nog altijd even hard. En zijn meningen blijven vlijmscherp, of het nu over de hoofddoek gaat of over (jawel!) de index. Al zijn er ook dingen waar Etienne Vermeersch géén mening over heeft. ‘Onlangs noemde men mij een allesweter. Ik vraag mij af waar dat idee vandaan komt.’ ‘Mijn vrouw en ik hebben vannacht, iets na middernacht, champagne gedronken’, zegt moraalfilosoof Etienne Vermeersch terwijl hij zich een weg baant door de stapels dozen en boeken die de doorgang naar zijn bureau al een paar decennia versperren. ‘Maar eigenlijk hecht ik geen belang aan mijn verjaardag. Ook niet aan die van anderen. Mijn vrouw vindt dat een beetje vervelend. Ik moet elk jaar in mijn agenda noteren wanneer zij jarig is. De verjaardag van mijn vader of moeder heb ik nooit gekend.’ Het is donderdagochtend 2 mei. Vandaag wordt Vermeersch 79. ‘Ik ben nu officieel op weg naar de 80’, zegt hij. ‘En dan wordt het boeiend. Mijn vader is 85 geworden, dus het wordt interessant om te zien hoe lang ik het nog zal trekken. En zoals u weet heb ik geen enkele angst voor de dood.’ Nog minstens drie boeken wil hij schrijven. ‘Ik werk nu de teksten af van gesprekken die ik vorig jaar heb gevoerd met een aantal mensen die met mij een filosofische reis hebben gemaakt in Frankrijk. Daarna wil ik een boek schrijven over Jezus. En dan iets over het begrip onsterfelijkheid.’ Hij grijnst zijn alom bekende Vermeersch-grijns. ‘En dan zal het wel goed geweest zijn, zeker?’ Wat is uw eerste deadline? ‘Gisteren.’ Ligt u wakker van deadlines? ‘Nee. Maar ik heb al wel een paar dagen een verschrikkelijk hoge bloeddruk van rond de twintig.’ Van de stress? ‘Nee, stress heb ik niet. Tenzij ik in debat ga en dingen hoor die ik niet ernstig of niet rechtvaardig vind.’ Deze week kwam u in de aandacht met uw standpunt over de hoofddoek, naar aanleiding van een petitie om de neutraliteit van ambtenaren wettelijk te verankeren. Als ik zeg dat die strijd wijst op fanatieke vrijzinnigheid, krijgt u dan stress? ‘Nee, dat bezorgt mij geen stress. Ik ken uw standpunt al. Maar laat ik u een vraag stellen: een skinhead achter het loket, mag dat?’ Is kaalheid een probleem? ‘Dat is het net. Iemand die kaal is, mag uiteraard aan het loket zitten. Maar iemand die behalve een kaalgeschoren schedel nog andere tekenen draagt waaruit je kunt afleiden dat hij een skinhead is, dat kan niet. Zo iemand komt een mening uitdragen, en een ambtenaar moet neutraal zijn.’ Met een hoofddoek draag je toch geen mening uit? ‘Jawel, je kunt niet anders.’ Maakt die hoofddoek niet gewoon deel uit van een religieuze praktijk? ‘Natuurlijk. En daardoor legt een moslima met hoofddoek getuigenis af van haar godsdienstige ingesteldheid. En dat mag niet als ambtenaar. Ook niet als lesgever. Stel het u maar eens voor: een biologielerares met hoofddoek. De kans is groot dat zij de evolutietheorie niet aanvaardt.’ Kan een regenboog-T-shirt? ‘Ik zou dat afraden. Alles wat binnen de grenzen van het normale valt, kun je niet verbieden. Maar zeer geprononceerd je seksuele geaardheid uitdragen, vind ik niet gepast voor een ambtenaar. Dat geldt overigens ook voor hetero’s.’ Vóór de invoering van het homohuwelijk was een trouwring een ondubbelzinnige uiting van heteroseksualiteit. Dat mocht dan niet, volgens u? ‘Die trouwring was een algemeen aanvaard cultureel gegeven. Vergelijk het met Mariabeeldjes. Ik ben er geen voorstander van dat men er nieuwe in onze straten plaatst, maar de beeldjes die er staan, behoren tot onze cultuur.’ En die hoofddoeken... ‘... maken geen deel uit van onze cultuur.’ Hoezo? De meeste van die moslima’s zijn hier geboren. ‘Natuurlijk. Natuurlijk is dit land ook van hen. Maar dit is een land zonder hoofddoeken.’ Ik zie er anders regelmatig. ‘Maar iedereen weet toch waar die hoofddoeken vandaan komen. En wanneer dat begonnen is? Met de Iraanse revolutie in 1980. De Moslimbroeders in Egypte hebben de hoofddoek verder gepropageerd. De opkomst van de salafistische islam wordt ondersteund door de verspreiding ervan. Ook bij ons.’ Die meisjes zijn toch niet allemaal radicale moslims? (fel) ‘Maar die meisjes wéten dat allemaal niet. Weten zij veel dat er daarover niets in de Koran staat. Men heeft hen dat ingepompt.’ Nu ik u zo hoor, is het wel duidelijk dat het bij u niet om de neutraliteit gaat, maar om de strijd tegen de islam. ‘Nee, het gaat niet over de islam, maar over de radicale islam. Ik ben een tolerante vrijzinnige, ik zoek naar een modus vivendi met gelovigen. Ik hou veel van moslims zoals Malek Chebel of Rachid Benzine. Ik wil iedereen alle rechten en vrijheden toekennen, maar niet als het gaat over het propageren van een radicale islam die een broeinest is van alle mogelijke verschrikkelijke opinies. Dat een man zijn vrouw mag slaan. Dat op geloofsafval de doodstraf staat. Dat veelwijverij toegelaten is...’ Maar wat de Koran al dan niet over de hoofddoek zegt, is toch irrelevant. De vraag is toch: mag een moslima die vindt dat het bij haar geloof hoort, die hoofddoek dragen of niet? ‘Als een vrouwelijke rechter morgen zegt dat het tot haar geloof behoort dat ze in de rechtbank hotpants moet dragen, zullen wij dat dan aanvaarden? Nee, dan zullen wij zeggen dat het een persoonlijke gril is. Als een sikh mij morgen zegt dat hij van zijn geloof een tulband moet dragen, zal ik weten dat hij gelijk heeft.’ Dus zo’n tulband zou wél mogen aan het loket? ‘Nee, maar dat is spijtig. Die sikh moet boeten voor de rest. Ze hebben het met die hoofddoek echt verknoeid. We moeten het been stijf houden, anders gebeurt hier wat in het Verenigd Koninkrijk al is gebeurd. Daar mogen ambtenaren een hoofddoek dragen. Maar daar zijn ook al shariarechtbanken. Geef ze een vinger en ze pakken een hand. Geef ze een hand en ze pakken een arm.’ Nu zegt u precies hetzelfde als Filip Dewinter. (rustig) ‘Daar trek ik mij niets van aan. Als ik toevallig dezelfde argumenten gebruik, dan kan ik daar ook niets aan doen. Ik zit trouwens ook op dezelfde lijn als de Franse socialisten.’ De Vlaamse socialisten laten hun hoofddoekstandpunt los. ‘Dat gaat er bij mij niet in. Ik heb altijd veel bewondering gehad voor Patrick Janssens, dat hij destijds die maatregel durfde in te voeren in Antwerpen. Nu is de SP.A daardoor duizenden moslimstemmen kwijtgespeeld en keren ze hun kar. Ze laten hun principes los uit puur electorale overwegingen. Dat is de negatie van behoorlijke politiek.’ Zo werkt de democratie toch? In Gent wordt het hoofddoekenverbod weldra ook opgeheven door SP.A en Groen, die samen een meerderheid hebben. ‘Dat is nu net het probleem. Wat gaat er nu gebeuren? Elke keer als een andere meerderheid aan de macht komt, zal die maatregel worden aangepast. De ene coalitie zal het verbod invoeren, de andere zal het weer afschaffen, enzovoorts. Zo zijn we vertrokken voor jaren van miserie. Daarom vind ik de petitie van deze week een goed idee: laten we die neutraliteit wettelijk verankeren.’ Waarom is die neutraliteit zo belangrijk? ‘Een rechter wiens dochter ooit is verkracht, moet zich volgens mij terugtrekken uit een zaak waarin hij een uitspraak moet doen over een verkrachting. Omdat er een vermoeden kan bestaan dat hij niet neutraal is. Dat geldt ook voor een ambtenaar die duidelijk zijn geloof manifesteert. Want voor alle duidelijkheid: ik wil ook geen nonnen achter het loket, en al evenmin chassidische joden.’ Bent u zelf in dit debat niet bevooroordeeld? U hebt de gesel van het katholicisme aan den lijve ondervonden en bent daarom misschien ongeschikt om over de islam te oordelen. ‘Dat is een interessant argument. Maar als ik een tekst schrijf of onderteken, tellen alleen de argumenten. Uw bezwaar zou wel tellen als ik bijvoorbeeld in de jury van een literaire wedstrijd zou zitten en een van de kanshebbers is een moslima met hoofddoek.’ Is die strijd tegen de hoofddoek geen uiting van islamofobie? ‘Helemaal niet. Dat is nog zo iets: SP.A-senator Bert Anciaux en zijn Groen-collega Freya Piryns hebben in de senaat een voorstel van resolutie neergelegd om islamofobie te vervolgen. En onder islamofobie verstaan zij onder meer (haalt er zijn notities bij) het beschouwen van de islam als een monolithisch blok, het beschouwen van de islam als inferieur aan het westen, het afwijzen van kritiek van de islam op het westen... Dat is een radicale aanval op de vrijheid van meningsuiting. Voor elke jood zijn er honderd moslims in de wereld, voor één islamitische Nobelprijs in de wetenschappen zijn honderddertig joodse. Als dat geen achterstand is, dan weet ik het niet meer. Maar dat mag ik niet meer zeggen van Anciaux.’ Even iets anders, professor. U bent zelf nog vice-rector geweest van de Universiteit Gent. Volgt u de rectorverkiezingen? ‘Jazeker. En ik vind het ongehoord dat het democratische gehalte van die verkiezingen is afgebouwd. Vroeger werd de rector verkozen door de gezamenlijke faculteitsraden. Vandaag is het de Raad van Bestuur die finaal zal beslissen. Ik verzet mij ook tegen de verplichting dat de rector of de vice-rector een vrouw moet zijn.’ Zijn quota geen goed idee? ‘Je kunt quota nastreven als het over grote groepen mensen gaat. Maar niet als het gaat over topfiguren. Er zijn al zo weinig vrouwelijke hoogleraren. Je kunt dat betreuren, en dat moet zeker evolueren, maar de kans dat je vandaag al een vrouw vindt die bekwaam is en geïnteresseerd in dat ambt, is niet zo groot.’ Vervullen universiteiten hun maatschappelijke rol nog? ‘Ik denk van wel. Al is de publicatiedruk veel te zwaar.’ U had daar geen last van. ‘Nee, ik zou vandaag ook nooit benoemd kunnen worden als hoogleraar. Maar Heidegger en Wittgenstein ook niet. En Sartre al helemaal niet.’ U hebt ooit gezegd dat u geen groot filosoof bent, maar wel een goed filosoof. ‘Inderdaad. Ik ben niet iemand die een invloed heeft gehad op het denken in het algemeen, ik heb geen nieuw filosofisch systeem ontwikkeld. Maar ik ben wereldberoemd in Vlaanderen, omdat ik een impact heb gehad op het maatschappelijk debat.’ Hoe is het nog met de Gravensteengroep, die Vlaamsgezinde denktank waartoe u behoort? ‘Wij houden contact met elkaar, maar zolang de staatshervorming niet is uitgevoerd, kunnen wij moeilijk nieuwe manifesten schrijven. Wij wachten nu eerst af wat er uit de bus komt.’ Is die groep nog altijd links? ‘We proberen rationele standpunten in te nemen die niet rechts en zeker niet extreemrechts zijn. Vandaag behoren een aantal leden tot het centrum, en anderen tot de linkerzijde. Ikzelf, bijvoorbeeld.’ Bent u nog links? ‘Als er iemand links is, zal ik het toch wel zijn, zeker? Ik heb gestreden voor abortus, voor euthanasie, de lijst van mijn engagementen is lang. Ik heb altijd aan de kant van de zwakkeren gestaan. Maar als de zwakkeren ongelijk hebben, moet je de waarheid zeggen. Neem nu het debat over de index. Daar heb ik vroeger al over geschreven dat die moest worden aangepast.’ Pardon? Hebt u zich ooit bemoeid met het indexdebat? ‘Zeker. Ik heb destijds gepleit voor een aanpassing, die ik een directieve index noemde, wat nu de gezondheidsindex heet. Ik ging uit van de gedachte dat de prijs van een prostituée niet in de index zit. Waarom moesten sigaretten er dan wel in zitten? Vandaag kunnen er nog dingen uit. Ik ben persoonlijk zelfs geen tegenstander van het idee om eens een of twee indexaanpassingen over te slaan. En de btw moet drastisch omhoog, dat zeg ik al twintig jaar.’ Waarom? ‘Als we de btw verhogen en de opbrengst gebruiken om de loonlasten naar beneden te halen, dan zullen buitenlandse producten duurder worden, maar binnenlandse diensten en producten meestal goedkoper. In de bouwsector, bijvoorbeeld. Brood mag niet duurder worden. Maar vele andere producten wel. Traditionele socialisten zijn daar tegen, omdat ze vrezen dat het een asociale maatregel is, maar zij vergissen zich. Rijke mensen worden meer getroffen door een hogere btw dan gewone mensen.’ Stemt u nog voor de SP.A? ‘Ik ben heel lang lid geweest. Jarenlang kwam iemand mijn bijdrage ophalen. Plots niet meer en heb ik er niets meer van gehoord. Maar ik voel mij een socialist, ja. Maar als ze nu koppig voortdoen met hun standpunt over de hoofddoek, dan zal ik nog eens nadenken over mijn stemgedrag.’ Zou u voor Bart De Wever kunnen stemmen? ‘Ik sluit dat niet uit. Alleen voor de PVDA en het Vlaams Belang zou ik nooit kunnen stemmen.’ U was in ‘Reyers laat’ onlangs erg vriendelijk voor de N-VA-voorzitter. Alsof u met hem op goede voet wil staan. (grijnst) ‘Het was net omgekeerd. Ik vond dat hij bevriend wou zijn met mij. Vanaf het begin zei hij dat we het op de meeste punten eens waren. Wat niet zo is. Zijn opvatting over mei ‘68 is bijvoorbeeld verkeerd. Volgens conservatieve denkers zoals Theodore Dalrymple was mei ‘68 het begin van veel ellende, maar dat klopt niet.’ Hebt u goede herinneringen aan die periode? ‘Het was een zeer positieve beweging: het feit dat gezag niet alleen meer moet steunen op een formele structuur, maar op persoonlijkheid en argumenten, dat is wezenlijk. Vroeger stond op de centrale lift van de Blandijnberg: “Alleen voor professoren”. Sinds maart 1969 is dat bordje weg.’ Sinds eind jaren zestig probeert u iedereen ervan te overtuigen dat de overbevolking het grootste probleem ter wereld is. Dat is niet alleen het gevolg van een gebrek aan geboorteplanning, maar ook van vergrijzing. ‘Ja, maar je kunt mensen toch niet doodslaan?’ Nee, maar moeten we iedereen zo lang mogelijk in leven houden? Knack-collega Dirk Draulans wees daar onlangs op: u leeft nog bij de gratie van een stent en heel wat medicatie. ‘Je moet rekening houden met twee zaken. Eén: beteken ik nog iets voor de maatschappij?’ Iemand die minder betekent, mag hopelijk ook blijven leven? ‘Dat is het tweede punt. Heeft de persoon die we in leven houden, nog een leven dat hij of zij zelf bevredigend vindt? Als dat niet zo is, moet men het recht hebben om eruit te stappen. En als de middelen schaars zijn, moet je rekening houden met andere factoren. Als men straks moet kiezen: of ik krijg een ruilhart of een man van 35, dan mag die man het krijgen. Het probleem stelt zich ook wanneer ik een weesziekte zou hebben.’ Zoals Viktor Ameys, over wie deze week zoveel te doen was. ‘Als een medicijn zoveel geld kost, bijna anderhalf miljoen euro per jaar, dan moet je de afweging maken: help je die ene jongen, of honderd ándere kinderen die ook zorg nodig hebben? Als je het geluk van honderd mensen kunt verhogen, moet je dat doen.’ Rechtvaardigheid kan soms onmenselijk zijn. ‘Niet onmenselijk, maar ondraaglijk op het persoonlijke vlak. Als ik oog in oog met Viktor sta, zal ik zeggen dat hij zijn medicijn krijgt. Maar als ik minister ben, moet ik mijn budget respecteren.’ Wetende dat er managers van overheidsbedrijven zijn die op een maand verdienen wat Viktor op een jaar moet betalen? ‘Daarom lijkt liefdadigheid mij hier een goede oplossing. (grijnst) Didier Bellens van Belgacom zou bijvoorbeeld kunnen aanbieden om Viktor te helpen.’ Tot slot, professor: waarom wilt u niet dat er een biografie over u wordt geschreven? ‘Ik vind dat ongepast. Ik heb altijd naar mijn inzichten gehandeld en heb altijd mijn mening gezegd. Maar ik heb daar nooit anderen bij betrokken. In mijn biografie zou ook over mijn vrouw worden geschreven, over vrienden en vriendinnen, over de conflicten die ik heb gehad...’ Dat is toch interessant? ‘Maar het is niet correct. Ik heb bijvoorbeeld ooit een persoonlijk conflict met een bekende figuur gehad. Maar die man is overleden en kan zijn versie van de feiten niet meer geven. Ik mag de nagedachtenis van iemand niet in het gedrang brengen door alleen mijn versie van de feiten te geven. En met mijn affaires heeft ook niemand iets te maken.’ Hebt u veel affaires gehad? (grijnst) ‘Dat zeg ik niet. Ik sluit de mogelijkheid niet uit. Maar ik kan daar dus ook niets over zeggen. Alleen mijn intellectuele biografie is interessant. En er is ook een misverstand dat weleens mag worden rechtgezet. Onlangs werd ik in het vrijzinnige tijdschrift De Geus een allesweter genoemd.’ Dat imago hebt u wel. ‘Ja, en ik vraag mij af waar het vandaan komt. Ik heb nooit iets gezegd zonder er goede argumenten voor te hebben. Maar ik heb niet over alles een mening.’ Waarover hebt u vandaag bijvoorbeeld geen mening? ‘Over Syrië. Moet de internationale gemeenschap ingrijpen? Ik heb daarover alsnog geen mening.’ Uw stijl is heftig. Bij sommigen komt dat fanatiek en betweterig over. In een debat lijkt het soms alsof u boos bent. ‘Dat kan. Maar ik ben niet boos, ik leg dingen gewoon graag duidelijk uit. En ik ben altijd bereid om toe te geven dat ik fout was.’ Wanneer was dat het geval? ‘Echt gedwaald heb ik toen ik nog een katholiek was. Voorts heb ik ooit een artikel geschreven over pedofilie, waarin ik het mogelijk achtte dat kinderen konden instemmen met seksuele handelingen. Al liet ik de vraag open vanaf welke leeftijd dat eventueel zou kunnen. Dat zou ik nu zo niet meer schrijven. We weten ondertussen zoveel meer over de nadelige effecten, dat ik mijn mening daaraan heb aangepast.’ Hebt u zelf ooit misbruik of mishandeling meegemaakt? U bent tenslotte van een generatie die nog in de strengste katholieke scholen zat. ‘Ik heb dat nooit meegemaakt, nee. Ze zouden dat met mij niet gedurfd hebben. Wat nu allemaal aan het licht komt over mishandeling, vind ik een groot schandaal.’ U bent nooit geslagen? ‘Eén keer. In de tweede kleuterklas heeft juffrouw Anna mij eens een klets gegeven. Maar ik gaf haar meteen een klets terug. Ja, ik was zeer assertief, van kindsbeen af.’ DS, 04-05-2013 (Joël De Ceulaer)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |