actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > ACTUALITEITSFORUM > Human Interest
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

 
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 30th August 2011, 01:20
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Lightbulb Wanneer ouders het te goed willen doen

Geluk kan uw kinderen schaden


Je zult het altijd zien, het ging weer veel te goed. Ouders doen té hard hun best. Kinderen zijn té gelukkig. Gevolg: we eindigen allemaal doodellendig. Al zeker die kinderen.



Of ze toch niet beter even bij de kinderpsycholoog zou gaan. ’t Is dat het kleine meisje van vier amper iets zegt of doet. Altijd aan de kant staat. Niet alleen naar het toilet wil. Misschien toch maar beter eens laten onderzoeken, zo meent de school. En dus komt dochter in therapie, en mama gaat mee. Geen hapklare case voor de kinderpsychologe: lief en intelligent kind. En hier, net als thuis, lijkt er geen enkel probleem. Een praatvaar zelfs. En lachen! De moeder? Die is perfect. Warm, lief, betrokken. Altijd thuis bovendien. Maakt ook zij zich, net als de school, zorgen om haar dochter? Toch wel een beetje. Zeker die toiletten zijn een probleem. Maar dat komt zo, weet de moeder: de toiletten op school liggen enkele trappen lager. En de dochter is dat niet gewoon, trappen doen. Moeder draagt de dochter al haar hele leven elke trap op en af. ‘Huh?’ De kinderpsychologe slikt. ‘Ja, da’s toch een heel gedoe voor een kleintje, zo’n trap. En voor mij is dat een kleine moeite’. Moeder ziet de verstomming bij de psychologe. ‘Ik wil toch alleen maar dat mijn dochter gelukkig is’, zegt ze stil.

Of dat meisje van achttien. Komt naar dezelfde psychologe omdat ze zich ‘leeg’ voelt. Omdat ze soms crasht en zich dan aan flarden huilt. Terwijl daar geen enkele reden voor is, dat zegt ze zelf. Ze ziet er goed uit, haalt hoge punten, is populair en voelt zich thuis in een gedroomd gezin - ouders die haar beste vrienden zijn. En dan toch dat rare huilen. Die leegte. Dat was nog nooit gebeurd. ‘Dat klopt toch niet?’ Het is het leven zoals het is in de therapieruimte van kinder- en jeugdpsychologe Klaar Hammenecker. Twee voorbeelden van een – zou het kunnen? – droevige trend. Beschadigde zielen, maar met de meest toegewijde ouders. Was het vroeger niet altijd beter, het was op zijn minst duidelijk. Als je als volwassene bij een therapeut belandde: ’t is dat je ouders het in al hun hardvochtigheid verknald hadden. Een brullende vader, een onderkoelde moeder. Ouderlijke liefde die te voorwaardelijk was. Gevolg: een gekneusd kinderhart dat zich nooit helemaal zou kunnen vervolmaken.

Maar dat soort zwart-witpsychologie krijg je met de nieuwe generatie ouders almaar minder. Jongvolwassenen op de dool, die hun ouders toch op handen dragen. Het is de Amerikaanse psychologe en publiciste Lori Gottlieb die onlangs het vuur aan de lont stak met een ophefmakend artikel in The Atlantic. Zou het kunnen, vroeg ze zich af, dat net dát het probleem is bij die vele jongvolwassenen in crisis? Dat ze groot geworden zijn onder het spotlight van té goedbedoelende ouders?

Haar stelling is even paradoxaal als logisch: net omdat we onze kinderen verhinderen om ongelukkig te zijn, verhinderen we ze om later gelukkig te worden. Als ouder doen we er alles aan om ons kind te behoeden voor ieder gevoel van frustratie, angst of ontgoocheling. Met als enig resultaat dat die hele zwik hen in het gezicht ontploft zodra ze volwassen zijn. Ze ervaren voor het eerst de normale frustraties des levens, en ze denken dat er iets gruwelijk fout zit. Kijk naar die peuter die struikelt. Papa of mama heeft hem al in de armen, nog voor hij goed en wel zijn eerste gejammer heeft kunnen laten horen. Hij weet amper wat er gebeurd is, of hij wordt al getroost. Fout, zo meent Gottlieb. En vooral jammer. Het kind krijgt de kans niet om zich, al is het maar heel even, slecht te voelen. En belangrijker nog: om de gelukzaligheid te ervaren dat dat slechte gevoel over kan gaan. Nee, je moet het geen halfuur laten afzien. Maar het moet op zijn minst even kunnen beséffen dat het fout is gegaan.

Het is de enige manier om ‘psychologische immuniteit’ te ontwikkelen, zoals Harvard-kinderpsycholoog Dan Kindlon dat noemt. ‘Dat werkt net zoals onze fysieke immuniteit. We moeten onze kinderen durven bloot te stellen aan tegenslag, verdriet en verlies, of hun geest zal later onmogelijk weten hoe erop te reageren.’ En dan wordt dit helaas de enige oplossingsgerichte reflex die ze kennen: hun ouders bellen. Dat zie je nu al bij universiteitsstudenten. Professoren die steen en been klagen over ouders die de resultaten van hun kind komen aanvechten, terwijl dat zich bedremmeld achter hun rug verstopt. Er wordt trouwens ook ongegeneerd en meermaals per dag duchtig heen en weer ge-sms’t tussen ouder en jongvolwassen kind - de gsm als ’s werelds langste navelstreng.


De applausgeneratie

De kinder- en jeugdpsychologe Klaar Hammenecker ziet in haar praktijk dagelijks waar Lori Gottlieb het over heeft. ‘Veel ouders willen het inderdaad krampachtig goed doen. Maar je kind gelukkig maken, is natuurlijk niet hetzelfde als het voortdurend blij maken. We zijn verslaafd aan die smile op het gezicht van een kind. Je moet als moeder je kind ook durven frustreren. Het moet leren dat mensen die je behagen je soms ook heel erg kunnen teleurstellen of kwaad maken. Het is misschien wat kort door de bocht, maar daar zie ik soms een verband met het nogal problematisch liefdesleven van jongvolwassenen. Die jongeren hebben snel de neiging om elders te kijken zodra hun lief niet alleen maar voldoening blijkt te geven.’

Helaas hebben die jongeren dezelfde overspannen verwachtingen van het leven zelf: diepe ontgoocheling als blijkt dat het niet alleen maar voldoening geeft. En anders dan voor een lief, bestaan voor dat leven weinig alternatieven. Nog vernielender dan het onvermogen om om te gaan met tegenslag, is zo misschien wel het onvermogen om om te gaan met het leven zoals het ‘maar’ is. Na een kindertijd die dankzij toegewijde ouders één lange happening was van verrassingen en ‘ups’, komt de ontstellende stilte en banaliteit van het volwassen bestaan en het niet constant geëntertainde leven. ‘Ouders suikeren de werkelijkheid en overladen hun kinderen met lof in één grote, goedbedoelde poging om ze gelukkig te maken’, knikt Hammenecker. ‘Wat geven we onze kinderen zo graag het gevoel uitzonderlijk te zijn. Speciaal. Dat ze alles kunnen bereiken wat ze willen. En dat ze dat ook verdienen.’ Ja, ouders applaudisseren graag, en luid. Zelfs als de dochter alleen nog maar braaf stil blijft zitten in het winkelkarretje - ‘Flinke meid!’

Maar dan wordt de applausgeneratie groot, valt het publiek weg en wordt het zorgwekkend stil. Ook al verachten de Facebook- en Twitterpodia wel wat leed. Zeer opmonterend, dat welwillende ‘vind ik leuk’- en ‘ik retweet’-publiek. Zeer symptomatisch ook. Maar de honger van de applausgeneratie blijft groot. ‘En die knaagt ook als werknemer’, zegt Hammenecker. ‘Ze verwachten op hun werk voortdurend beloond en gestimuleerd te worden, want zo zat hun hele jonge leven nu eenmaal in elkaar. Ze vinden het vreselijk te moeten horen dat hun werk beter kan en ze voelen zich onwaarschijnlijk onzeker - én verongelijkt - als ze niet voor alles applaus krijgen.’ Is dat van een peuter nog schattig, dat hengelen naar complimenten, van een volwassene is dat ronduit triest.


Fopspeenrelatie

Dat is wat we krijgen: geen volwassenen, maar grote kinderen. ‘Ongelukkige en angstige dertigjarigen met het narcisme en de hulpeloosheid van een kind’, zoals de psycholoog Paul Verhaeghe (UGent) het scherpstelt. Ja, hij kan zich vinden in Lori Gottlieb en haar visie van ‘te gelukkige kinderen, ongelukkige volwassenen.’ Maar hij haast zich vooraf dit wel te zeggen: ‘Dit verhaal gaat natuurlijk vooral over één specifieke sociale groep. Té toegewijde ouders, dat vinden we toch hoofdzakelijk bij de betere middenklasse. Maar binnen die groep, ja, daar is dat zeker een probleem. Kijk, de overtuiging dat de andere altijd alles voor ons oplost, dat krijgen we met de paplepel binnen. Worden we geboren, dan kunnen we niks. Zodra we huilen, komt iemand die ons helpt. De ouder neemt alle pijn van het kind in zich, en lost dat op. Dat moet ook zo, de eerste twee tot drie levensjaren: holding en containing, naar de uitdrukking van Winnicott, de befaamde Britse pediater-psychoanalyticus. Maar daarna moet de ouder evolueren naar de zogeheten good enough-ouder: die moet het kind leren omgaan met tekort en frustratie. De ouder moet zich leren verwijderen van het kind.’

‘En daar loopt het de laatste jaren mis. We kunnen onze kinderen niet meer met rust laten. En we kunnen ze vooral moeilijk zien ploeteren of hunkeren. We denken een nood te zien en we vullen die meteen voor hen in. Nochtans kan weinig zo rechtstreeks bijdragen tot een geluksgevoel: iets verlangen en dat zelf bereiken. Die mogelijkheid wordt kinderen ontnomen. En dus wordt een generatie groot die zich wel constant vervuld wil voelen, maar daar zelf amper iets voor onderneemt en nog altijd op de fopspeen wacht. Een zeer tragische paradox.’


Fluwelen koninkrijk

Laten we de ouders ook niet te zeer met de vinger wijzen, waarschuwt Verhaeghe. Zij zijn ook maar het product van een samenleving die doordrongen is van het idee van ‘de maakbare mens’. We moeten altijd en overal streven naar succes en perfectie. Dat is helaas niet langer alleen een recht, het is een plicht geworden: we mogen niet falen. En zeker niet als ouders. ‘Niet alleen de ouders, maar de hele maatschappij is geobsedeerd door het kind. Terwijl “het kind” een kleine eeuw geleden nog amper bestond. Tekenend: kinderkleren waren vroeger gewoon volwassenenkleren in een kleine maat. Nu heeft het kind een eigen industrie, een leger personeel, en een eigen - al te fluwelen - koninkrijk. Vroeger bestond het kind niet, straks bestaat de volwassene niet meer. Iemand graag zien, is iemand met rust kunnen laten. Dat geldt ook voor je kind. Kun je dat niet, dan eet je het op.’

Maar was dat dan zo anders toen moeders nog vaker thuisbleven dan nu? Waren zij niet sowieso meer met hun kinderen bezig dan al die werkende ouders van vandaag? ‘Je zou dat denken ja. Maar net integendeel’, zegt Frank Furedi aan de telefoon vanuit Kent. De Britse socioloog, auteur van onze meer Paranoid Parenting, is al langer niet de vrolijkste stem in het debat. ‘Hier in Groot-Brittannië besteedt een werkende moeder zo’n drie uur per dag meer aan haar kind, dan een thuisblijvende moeder in de jaren zeventig. Deels uit noodzaak, natuurlijk. Kinderactiviteiten zijn veel meer georganiseerd, en vragen dus meer ouderlijk aandacht - al was het maar om ze overal rond te rijden. Maar goed, meer nog dan het aantal uur is natuurlijk het soort aandacht het probleem. Ouders kapen de emotionele wereld van hun kind, uit angst dat het wel eens verdriet zou kunnen voelen. Je krijgt een generatie die amper buiten haar emotionele comfortzone durft te treden. Die oud wordt voor haar tijd. Dat is de paradox: ze leven als oude mensen in een kinderbestaan, want ze zijn hondsbenauwd voor die world out there.’


Velcro-ouders

De kern van het probleem volgens Frank Furedi? Dat ouders meer dan ooit hun leven leiden via hun kinderen. Dat hun identiteit meer dan ooit wortelt in hun ouderschap. Facebook maakt dat zelfs zeer aanschouwelijk. Amper profielfoto’s van jonge ouders te vinden zónder kind erbij. En vaak zelfs: van het kind alleen. ‘Maar wanneer je ouderschap en opvoedingsstijl je identiteit gaan bepalen, dan verlies je de echte taak uit het oog: een kind grootbrengen. Dan gaat het meer over jou dan over je kind. Of het dan over de zweepstijl van de Aziatische tijgermoeders gaat, of over de opgefokte ‘wees gelukkig’-stijl in het Westen, het probleem blijft hetzelfde: je verwart je eigen noden met die van het kind.’

Of nog: kinderen evolueerden de voorbije halve eeuw van een onvermijdelijkheid naar een vorm van zingeving. Ons kind maakt ons tot wie we zijn, en vervult ons. Moet ons vervullen. ‘Een rol die dat kind natuurlijk nooit kan waarmaken’, zucht Frank Furedi. En zo werden de zogeheten helikopterouders van de jaren negentig nu de ‘velcro-ouders’, een term van de Amerikaanse psycholoog Ralph Anttonen. Ouders cirkelen niet langer boven hun kinderen uit, ze haken zich eraan vast. The New York Times schreef onlangs dat sommige Amerikaanse universiteiten sinds kort heuse ‘vertrekceremonies’ organiseren. Speciaal voor de ouders nog wel: afscheidsrituelen die de pil moeten vergulden. De gevolgen van het nestverlatende kind zijn nu eenmaal vernielender dan ooit: het onthoofde kind hulpeloos ongelukkig, de geamputeerde ouder met een identiteitscrisis.

Triest? Ja. Maar de kinderpsychiater Peter Adriaenssens sust. ‘Dit verhaal bestaat natuurlijk in gradaties. En het ouderschap is geen statisch gegeven: een fase waarin je het te goed wil doen, wisselt vaak af met een fase waarin je te achteloos handelt. Dit verhaal heeft trouwens ook goede kanten. Universiteiten hebben bijvoorbeeld nog nooit zoveel inschrijvingen gehad. Dat is toch ook mooi? En mee het gevolg van zo’n bevestigende opvoeding. Al klopt het zeker dat narcisme veel jongvolwassenen nu voor de voeten loopt. Geluk wordt in de opvoeding erg overschat, en vooral fout geïnterpreteerd. Kinderen kunnen slecht nieuws aan. Veel beter dan we denken.’ Of, zoals psycholoog Paul Verhaeghe het verzucht: we moeten dringend ophouden onze kinderen kinderachtig te behandelen. En laten we vooral ook minder krampachtig hun beste vriend willen zijn. ‘Hoe kan dat kind anders ooit zijn vadermoord plegen?’

Wanneer een opvoeding dan geslaagd is? ‘Als je kind je op een gezonde manier kan verlaten. Begrijp: het blijft niet plakken, maar het hoeft ook niet weg te rennen. Opvoeden heeft eigenlijk maar één doel: jezelf als ouder overbodig maken. Een harde waarheid. Maar wel de waarheid.’


DSW, 27-08-2011, n.1 (Guinevere Claeys)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB

Laatst aangepast door Barst : 20th September 2015 om 22:34.
Met citaat antwoorden
 


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 06:04.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.