BRUSSEL - Het personeel van De Lijn is gemiddeld 18 dagen per jaar afwezig. Dat is één werkdag op twaalf.

De absenteïsmecijfers van De Lijn liggen ver boven het gemiddelde in de privésector, en zelfs boven die van de Vlaamse overheidsadministratie in haar geheel. Waar in de privésector een bediende gemiddeld 2,1 procent van de arbeidsdagen afwezig is, en een arbeider 3,5 procent, stijgt het ziekteverzuim bij De Lijn tot bijna 8,5 procent, wat overeenkomt met 18 dagen afwezigheid per jaar. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Marino Keulen (Open VLD) opvroeg bij minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V). .

Bij de buschauffeurs bedraagt het absenteïsme 8,5 procent bij de mannen en meer dan 16 procent bij de vrouwen. In de technische diensten variëren de cijfers tussen 7,5 en 11,5 procent. Maar niet alleen de groep van de buschauffeurs, ook de hogere niveaus in de hiërarchie kampen met een verhoogd afwezigheidspercentage.

Keulen berekende dat De Lijn en de andere agentschappen die onder Mobiliteit en Openbare Werken vallen, zoals het agentschap Wegen en Verkeer, samen 196.757 dagen absenteïsme lieten optekenen in 2010.

Keulen noemt dat schokkend. Mocht het ziekteverzuim er maar even hoog zijn als in de privésector, dan zou de Vlaamse overheid minimum 28 miljoen euro kunnen besparen, denkt hij.

Volgens Keulen hebben de cijfers te maken met een verkeerde mentaliteit. ‘Bij de overheid blijft men makkelijker thuis dan in de privé. Men is zekerder van zijn job, terwijl personeel in de privé sneller voor het blok wordt geplaatst.'

Maar zelfs in vergelijking met het gemiddelde van de dertien Vlaamse ministeries vallen de absentiecijfers bij De Lijn nog bijzonder hoog uit. Het ziekteverzuim bij de Vlaamse ambtenaren bedroeg in 2010 gemiddeld ‘maar' iets meer dan zes procent.

Woordvoerster Astrid Hulhoven ontkent nochtans dat De Lijn te laks optreedt. ‘Wij hebben een strak absentiebeleid. Vanaf het moment dat een personeelslid driemaal per jaar afwezig is, sturen we een controlearts om na te gaan of de afwezigheid gewettigd is.'

Uit de cijfers die Keulen opvroeg, blijkt ook dat De Lijn de streefcijfers over het minimum aantal allochtonen, gehandicapten en vrouwen nog lang niet haalt. Bij De Lijn werken 3,07 procent allochtonen, 0,19 procent personen met een handicap en 17,79 procent vrouwen. Dat is ver onder de streefcijfers die de Vlaamse overheid zichzelf oplegt tegen 2015: 4 procent allochtonen, 4,5 procent personen met een handicap en 33 procent vrouwen in het midden- en topkader.

Bron: www.standaard.be --> 23 mei 2011

Mijn mening:
Toen ik de titel las was het voor mij meteen duidelijk dat dit schokkende cijfers zouden zijn. Ik ben toch wel verschoten van De Lijn, ik had niet verwacht dat er zoveel werknemers met ziekteverlof gingen (gemiddeld 18 dagen per jaar). Deze cijfers komen overeen met één werkdag op de twaalf! Dit komt over bij mij dat deze mensen niet graag werken en van de sector profiteren omdat je een job van de overheid niet snel zal verliezen. Dit moesten de arbeiders in de bouw eens proberen, ze zouden al lang op straat gegooid zijn. Ik hoop dat De Lijn hier strengere maatregelen op gaat nemen zodat deze cijfers volgend jaar serieus gedaald zijn! Ik vind het zelfs een beetje schandalig als je één op de twaalf werkdagen afwezig bent, maar wie ben ik om daar iets over te zeggen!?