|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Slaagcijfers eerstejaars dalen nog
Slaagcijfers eerstejaars dalen nog
BRUSSEL - Amper 28 procent van de nieuwe studenten in het eerste jaar hoger onderwijs slaagt volledig. Dat wordt aan de flexibilisering toegeschreven. 'Het is te laag, we moeten er iets aan doen', vinden de universiteiten. Slechts 13.780 van de 48.856 nieuwe eerstejaars (of 28 procent) haalde in het academiejaar 2009-2010 al hun opgenomen studiepunten. Doe je de gedelibereerde punten erbij, dan kom je uit op 38 procent. 12,5 procent van de studenten haalt geen enkel studiepunt, slaagt voor geen enkel vak. Dat staat in een rapport van het departement Onderwijs, dat De Standaard kon inkijken. Het beschrijft het studiesucces van de generatiestudenten, zij die zich voor het eerst aan een universiteit of hogeschool inschrijven. In het vorige rapport, dat sloeg op het academiejaar 2007-2008, slaagde nog 40 procent van de nieuwe studenten voor alle opgenomen studiepunten. Vóór de grote hervorming was dat zowat 42 procent. 'We zien een trage erosie van de slaagcijfers', bevestigt Ludo Melis, vicerector van de KULeuven. Hoe komt dat? De flexibilisering van het hoger onderwijs blijkt er voor veel tussen te zitten. Er wordt niet meer in studiejaren gedacht maar in studiepunten ('credits'). Een bacheloropleiding, die drie jaar duurt, is goed voor 180 studiepunten, één jaar telt er 60. Je kunt zelfs niet meer spreken over slagen in een eerste jaar. Studenten kunnen vakken van het eerste jaar meenemen naar hun tweede, zelfs derde jaar. Tegenover het lage 'slaagcijfer' staat dat een student gemiddeld 64 procent van zijn studiepunten haalt. Dat ligt hoger dan de 61 procent in 2007-2008. 'Er zijn minder studenten volledig geslaagd, maar gemiddeld slagen ze meer voor de opgenomen vakken', oordeelt Kristiaan Versluys, directeur onderwijsbeleid van de Universiteit Gent, 'het idee ''voor alles te slagen'' is helemaal afgekalfd.' Door de flexibilisering treedt er een studievertraging op, die haast onvermijdelijk in een langere studieduur zal uitmonden. 'Maar die studieduurverlenging stellen we nog niet vast', zegt Ludo Melis. Voor Melis kun je niet alles met de flexibilisering verklaren. 'De instroom is ook veranderd. Meer jongeren stappen nu naar het hoger onderwijs, we krijgen een diverser publiek.' 'De lage slaagcijfers zijn een probleem en het wordt groter', vindt Rosette S'Jegers, secretaris-generaal van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (Vlir). Binnen de Vlir is een werkgroep bezig met de thematiek. 'De overgang van het secundair naar het hoger onderwijs moet beter begeleid worden. In het eerste jaar moeten we ook korter op de bal spelen, sneller detecteren als de student niet mee is.' Op wat het wordt, loopt S'Jegers niet vooruit. Over een toegangsproef of nog meer gespreide examens bestaat in de Vlir geen consensus. Bron: De Standaard Datum: 11/03/2011 Eigen mening: Dat er nu niet meer in studiejaren gedacht wordt, maar in studiepunten kan ik alleen maar toejuichen. Ik denk wel zoals in het artikel wordt aangehaald dat de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs een reden zal spelen. Veel leerlingen weten nog niet wat ze gaan doen na het secundair. Mijn middelbare school bijvoorbeeld heeft hier een dag voor uitgetrokken om met de leerlingen van het 6de jaar S.O. naar een hoge school-beurs geweest. Dit is al een middel om de leerlingen beter te begeleiden. Maar uiteiendelijk ligt de keuze wel bij de student. Voor sommige opleidingen in het hoger onderwijs denk ik wel dat het goed is dat toekomstige studenten toegangsproeven/ingangsexamen afleggen. De examens nog meer spreiden vind ik geen keuze. In het middelbaar heb ik zelf ook maar twee examenperiodes gekend: kerstmis en juni. (In andere scholen hebben ze soms ook nog paasexamens). Deze regeling van maar twee examenperiodes vond ik een goede steun om verder te studeren. Je moet immers leren om grote leerstofonderdelen onder de knie te hebben. |