|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Aantal kinderen met leesstoornis stijgt fel, expert relativeert.
Aantal kinderen met leesstoornis stijgt fel, expert relativeert.
Bron: het Laatste Nieuws van 20 november 2010. "Dyslexie wordt modeverschijnsel". "Bak" of "dak" lijkt voor sommige kinderen hetzelfde. Ze slepen zich moeizaam door hun leesboekjes en hoe ze ook hun tongpunt afbijten, spellen gaat altijd gepaard met veel fouten. Dyslexie, heet hun leerstoornis. Woordblindheid ook wel. En meer kinderen dan ooit lijden eraan. Tenminste, zo blijkt het. Afgaand op wat ouders bij de schoolpoorten uitwisselen. Op wat overvraagde leerkrachten zuchten. Het aantal kinderen in de basisscholen dat extra aandacht vraagt wegens leerproblemen, groeit werkelijk schrikbarend. Genetisch Langdurig Nederlands onderzoek naar dyslexie is net afgerond. Men kan wel degelijk over een afwijking spreken van bij de geboorte. Genetisch én neurologisch zijn er verschillen gemeten tussen kinderen met en zonder dyslexie, die tien jaar werden gevolgd. En toch.De afwijking komt niet vaker voor dan vroeger. "Zo'n 4 tot 7 % van alle kinderen lijdt eraan. Meer niet. Dat is wel één kind in elke klasje van twintig. Het probleem wordt iets beter onderkend dan vroeger. De CLB's hebbben uitgekiende protocollen over hoe dyslexie vast te stellen. Maar soms wordt de diagnose té snel gesteld" zegt Pol Ghesquière (K.U.Leuven), professor orthopedagogiek en voorzitter van het Netwerk Leerproblemen Vlaanderen. Drie voorwaarden Officieel zijn er in Vlaanderen drie voorwaarden voor men van dyslexie mag spreken. 1. Er moet sprake zijn van een "ernstige achterstand". Dat wil zeggen: het kind moet aanvankelijk bij de 10% slechtste lezertjes van de klas zijn. 2. Het probleem moet "hardnekkig" blijken. Dat wil zeggen dat na zes maanden intensief trainen in de klas, met de zorgjuf en/of een logopedist geen noemenswaardige vooruitgang is geboekt. Daar vallen dus al een aantal procenten kinderen af. 3. Het lees- en spellingsprobleem mag niet volledig verklaard kunnen worden door een andere aandoening of door langdurige afwezigheid op school. Als aan die drie voorwaarden is voldaan, krijgt het kind een officieel attest waarmee het recht heeft op "bijzondere pedagogische maatregelen" gedurende zijn verdere schoolcarrière. Zo krijgt het bijvoorbeeld zijn vragen bij toetsen voorgelezen in plaats van ze zelf te moeten ontrafelen. Lat ligt te hoog "Sommige scholen klagen dat ze tot 40 procent dyslectische kinderen hebben, maar dat cijfer is totaal onrealistisch. Dan zou er iets in het drinkwater moeten zitten. Zij hebben de protocollen dus veel te ruim toegepast", zegt Pol Ghesquière. "Scholen die aandacht hebben voor leerproblemen hebben een aanzuigeffect. Maar feit is dat er soms té hard op problemen gefocust wordt. Een tijd geleden hadden veel kinderen plots ADHD, terwijl die aandoening in werkelijkheid ook maar 5 tot 7 procent van alle kinderen treft. Nu is er dyslexie. Maar gesproken van een modeverschijnsel? We zijn intussen alweer aan een volgende toe: autismespectrumstoornissen."De vraag is ook", zegt professor Ghesquière, "welke verschillen in leesvaardigheid zijn we nog bereid te aanvaarden? Zelfs met de beste wil van de wereld kan je niet alle kinderen even vlot leren lezen. De lat ligt soms te hoog. En ouders zijn snel ongerust als hun eerste lezertje blijft haperen. Ze gaan zelf al lezen op internet en komen niet zelden bij de hulpverlener aan met de vraag wat die gaat doen aan de dyslexie van hun kind, in plaats van met de vraag: "hééft mijn kind dyslexie"? Ik heb al te veel kinderen onderuit zien gaan onder een onterechte stempel. De extra druk kan nefast zijn voor hun zelfbeeld." Geen goede zaak dus, al die extra aandacht voor dyslexie?Ghesquière: "Dat ga je mij nooit horen zeggen. Het komt gelukkig steeds minder voor dat kinderen die écht problemen hebben pas op hun 15, 16 jaar eindelijk hun diagnose en begeleiding krijgen, maar precies dat is wel wat absoluut moet vermeden worden. Want hun leerachterstand is niet meer in te halen en hun schoolcarrière had gegarandeerd mooier kunnen zijn. Alleen: ouders en scholen mogen niet aan overkill doen. En eens de diagnose met zekerheid gesteld, moeten ze de juiste hulp bieden, met een goed evenwicht tussen training en het gebruik van hulpmiddelen. Schakel te snel en exclusief spellingcontrole en voorleessoftware in en het kind met dyslexie kan binnen de kortste keren niet meer lezen of spellen. Het moet blijven oefenen, zeker op jonge leeftijd." Dat dyslexie al aantoonbaar is op babyleeftijd, is dat wenselijk?" Ik ben absoluut voorstander. Dyslexie gaat nooit over maar hoe vroeger hulp wordt geboden, hoe beter het is op te vangen. Dyslexie is zeer erfelijk, zeker in de mannelijke lijn. Een vader met dyslexie heeft 50 % kans dat zijn zonen het ook hebben. Als de kans zo groot is, wil je toch op tijd ingrijpen? Met rijm-, klank- en letteroefeningen kan men in de kleuterschool al aan de slag. Alleen is het nadeel: als alle kinderen dezelfde oefeningen krijgen, vergroot de kloof tussen de sterke en zwakke lezertjes nog. Mijn droomscenario is dat, zoals nu alle kinderen meteen na de geboorte gecontroleerd worden op doofheid, ze ook een dyslexietest zouden krijgen en zo nodig gerichte begeleiding. Kunnen lezen en schrijven is nu eenmaal nodig in het leven. Maar dat is toekomstmuziek. Daarnaast mogen we dyslexie niet té veel problematiseren. En al eens focussen op de successen. Onlangs was ik erbij toen een van onze burgerlijk ingenieurs doctoreerde in een top-labo. Mét zijn dyslexie. Hij mocht terecht trots zijn." Mijn mening: Eindelijk eens een professor die het probleem durft aan te kaarten van - in mijn ogen - over-diagnose. Kinderen krijgen maar al te vaak en al te snel een label. Ofwel hebben ze ADHD, ofwel hebben ze dyscalculie, dyslexie, vertonen ze symptomen van autisme enz. Veel scholen hebben een vaste logopedist en kinesist aan huis, die een voltijdse bezigheid krijgen in een leeggemaakt klaslokaal. Leerlingen worden dan uit de les geplukt om bij hen hun therapie te krijgen. Verder zijn er scholen die, tijdens de examens, hun feestzaal of refter inrichten voor de leerlingen met leerstoornissen. Ze krijgen extra hulp en/of extra tijd. Ik stel mij dikwijls de vraag of het normaal is dat de refter/feestzaal soms bijna te klein lijkt. Het wordt erger wanneer scholen leerlingen doorverwijzen naar het bijzonder onderwijs. In veel gevallen horen deze kinderen daar niet thuis. Sommigen zullen daar goed uit komen, anderen zullen dit mentaal minder goed kunnen verwerken. Kinderen zijn hard voor mekaar. Wanneer ze een label krijgen, zijn het dikwijls de ouders van vriendjes die er negatieve commentaar op hebben en hen er nog een stempel bijgeven, nl. die van "dom(mer) kind". Ik denk dat wij, als toekomstige leerkrachten, zeer voorzichtig moeten zijn met het WILLEN stellen van diagnoses. We moeten dit echt overlaten aan gespecialiseerden. Het is, volgens mij, belangrijk om echt de tijd te nemen om een leerling te observeren en alle objectieve feiten naast mekaar te leggen. Wanneer je dan iets vermoedt dat in de richting gaat van leerstoornis, dan kan je dit voorleggen aan de klassenraad/CLB. Wanneer leerlingen in het secundair onderwijs arriveren, is de diagnose meestal gesteld, maar anderzijds zou het maar té erg zijn, mocht er dan toch nog eentje door de mazen van het net glippen. Daarom moeten we alert blijven. |