#1
|
||||
|
||||
Belgisch pensioen faalt
Belgisch pensioen faalt
BRUSSEL - Het Belgisch pensioen vervult zijn rol niet naar behoren. Het pensioen stelt maar weinigen in staat min of meer hun levensstandaard te behouden, en velen komen zelfs in de armoe terecht. Wat het Groenboek Pensioenen van aftredend minister van Pensioenen Michel Daerden (PS) niet duidelijk zei, zegt de ‘Pensioenatlas' van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid en de Onderzoeksgroep Pensioenbeleid van de KU Leuven nu wel: het Belgische pensioenstelsel is ontoereikend. Het vervult zijn opdracht niet naar behoren. De opdracht van elk pensioenstelsel: zorgen dat mensen na hun pensionering hun levensstandaard min of meer kunnen handhaven, en zéker voorkomen dat bejaarden arm worden. Op beide punten faalt het Belgisch stelsel. Wie iets meer dan het gemiddelde verdiende toen hij werkte, houdt vaak minder dan de helft van zijn vroeger inkomen over. En 23 procent van de pensioenen ligt zelfs beneden de Europese armoedegrens. De krachtlijnen hiervan kenden we al uit oudere studies. De repliek luidde telkens dat de aanvullende pensioenen daarin niet meegerekend waren en dat het om individuele pensioenen ging terwijl veel mensen samen leven. De pensioenatlas verhelpt in een aantal van zijn statistieken aan die twee euvels. Het falen van het pensioenstelsel wordt daardoor een klein beetje afgezwakt. De pijnlijkste klacht blijft: velen die (bijna) een leven lang gewerkt hebben en bijdragen betaalden, krijgen minder pensioen dan de uitkering die mensen krijgen die nooit gewerkt hebben of nooit in dit land gewerkt hebben. De basiscijfers: Het gemiddeld pensioen dat een individu krijgt, is 1.220 euro per maand. Dat ene bedrag verbergt echter grote verschillen. Het grootste verschil – dat ook doorwerkt in alle verder opgesomde verschillen – is: zelfstandigen krijgen zowat de helft van werknemers en die krijgen op hun beurt maar de helft van wat ambtenaren krijgen. Het gemiddeld pensioen van de zelfstandige is 569 euro per maand, dat van de werknemer 1.030 euro en dat van de vastbenoemde ambtenaar 2.270 euro. Mannen (1.444 euro) hebben gemiddeld een hoger pensioen dan vrouwen (1.037), het gemiddeld pensioen van de mannelijke ambtenaar is dus makkelijk zesmaal hoger dan dat van de vrouwelijke zelfstandige. Een eigen rustpensioen (1.290 euro gemiddeld) is flink hoger dan het gemiddelde overlevingspensioen (1.018 euro) (‘weduwepensioen', op basis van de arbeidsprestaties van de overleden partner). Het vangnet – de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) – bedraagt 742 euro per maand, veel minder dan de Europese armoedegrens. Vlamingen (1.280 euro) hebben gemiddeld een lager pensioen (aanvullende pensioenen meegerekend) dan Walen (1.307 euro) en Brusselaars (1.361 euro). De oudste gepensioneerden (85+) hebben 1.016 euro gemiddeld (aanvullende pensioen inbegrepen), de jongste (60-64 jaar) 1.524 euro. 35 procent van de huidige gepensioneerden heeft een aanvullend pensioen. Doorgaans is dat vrij beperkt, vaak minder dan 200 euro per maand, heel vaak wordt dit nog betaald in kapitaal. De vervangingratio (verhouding pensioen tot laatst ontvangen loon) is zeer laag in België. Wie een gemiddeld loon had, houdt maar 64 procent over. Wie wat meer verdiende, houdt amper 52 procent over, wie flink meer verdiende, nauwelijks 41 procent. Dat zijn de laagste cijfers in heel de Oeso. Daarin zijn voor België echter niet de aanvullende pensioenen inbegrepen. De waarheid is een klein beetje rooskleuriger. De vervangingsratio is beter voor wie, toen hij werkte, weinig tot zeer weinig verdiende; maar wie 69 tot 79 procent overhoudt van ‘weinig' of ‘zeer weinig', krijgt dus vaak een bedrag dat hoe dan ook op of zelfs onder de Europese armoedegrens ligt. www.standaard.be/pensioenatlas Blog DS, 22-11-2010 (Guy Tegenbos)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |